Liturgische vredeswens

 

Liturgische vredeswens

Benedictus XVI heeft – naast allerlei andere terugvormingen – ook zijn aandacht gericht op de liturgie. En hij is niet tevreden over allerlei aspecten van de liturgische vernieuwing, waartoe door het Tweede Vaticaans Concilie werd besloten. En daar wil hij wat aan doen.

Op één punt kan ik instemmen met de pauselijke kritiek, zonder overigens zijn correctievoorstel te volgen. Het betreft de vormgeving van de vredeswens tijdens de eucharistieviering. Hij vindt dat handen schudden opzij, naar achter en naar voor, maar een rommelige vertoning. Niet in overeenstemming met de vereiste liturgische stijl. En hij wil de vredeswens ‘terug naar het priesterkoor’. Welnu – zoals maar zelden – hier heeft hij een punt. Het gebeurt inderdaad meestal rommelig en verstoort zeker ook de geconcentreerde liturgische sfeer.

Ik wil een poging doen om de veelvuldig gekozen vorm te beoordelen als inderdaad minder passend. En een voorstel doen voor een vormgeving, die niet alleen minder rommelig en sfeerverstorend is, maar tegelijkertijd beter verbeeldt wat met die vredeswens uitgedrukt wil worden. Daartoe wil ik een kleine amateur-fenomenologie beproeven van twee vormgevingen, de een meer geschikt dan de andere.

Mini-fenomenologie van het uitwisselen van een handdruk
Een handdruk betekent in onze westerse cultuur een begroetings- en afscheidsgebaar. Ook een gelukwens kan er aanleiding toe geven. Een handdruk wordt in onze cultuur verder gewisseld ter bekrachtiging van een overeenkomst, een verdrag.

Een handdruk weigeren geeft in onze westerse samenleving groot rumoer, zoals oud-minister Verdonk pijnlijk ondervond. Terwijl er daarna bovendien in brede kring opgewonden reacties loskwamen, zonder overigens veel begrip voor andere landen, andere zeden.

De handdruk is dus een met betekenissen geladen gebaar. Maar geen van de hier beschreven functies is aan de orde bij de liturgische vredeswens.

Mini-fenomenologie van het elkaar bij de hand nemen
Er is een heel andere handexpressie, die duidelijk onderscheiden is van de handdruk. Dat is het elkaar de hand reiken. Als troost of ter bemoediging, als  uitdrukking van emotionele verbondenheid. Verliefden weten hoe dat voelt. Een stervende of ernstig zieke ook. Je reikt elkaar ook de hand bij het passeren van een lastige bergbeklimming, maar dat is misschien meer functioneel. Alhoewel ook daar toch mede sprake is van onderlinge lotsverbondenheid.
Het zal duidelijk zijn, dat de betekenissen van déze handexpressie wel voluit sporen met de lading van de vredeswens tijdens de Eucharistieviering.

Waar zou deze fenomenologie toe kunnen leiden?
Om te beginnen kan worden vastgesteld, dat de veelal gekozen kortdurende handdruk in de rondte niet echt lijkt ingebed in de gelovige beleving van de vredeswens. Het elkaar de hand reiken des te meer. Wat zegt dat over de bij voorkeur te kiezen vormgeving? Ik doe een voorstel.

Zittend in een bank of stoelenrij nemen alleen de daar aanwezigen elkaar bij de hand en houden die vast. Misschien al tijdens het Onze Vader tot en met het uitspreken van de vredeswens.

Wanneer er een kring wordt gevormd rond het altaar doet de hele kring datzelfde. 
Verbaal misschien: 
                     Voorganger: De vrede zij met u (ons?) allen.
                     Gemeente: Amen

Winst is de rust van dat gebaar, het intensiveert de ervaring van wat daarin wordt uitgedrukt, en het is niet meer rommelig, maar een geconcentreerde en in rust volgehouden expressie.

Misschien kunnen we zo aan de pauselijke terugvormings-poging toch iets goeds overhouden. Het heeft in elk geval aanleiding gegeven tot nadenken.

Zo blijkt maar weer de universele waarheid van de beroemde Cruijff-spreuk: “elk nadeel …”.

Hubert Michiels van Kessenich

Hubert Michiels van Kessenich is theoloog en bestuurslid van Kerk Hardop, die de website  rk.kerkplein.nl beheert.

 

Niet gecategoriseerd