‘Zoeken we op…!’

zondagmijmering |

Maanden geleden ben ik met m’n zondagse mijmeringen begonnen. Maar dekt de vlag de lading? Ik bedoel dat woordje mijmeringen. In de Dikke van Dale – ons nationale standaardwoordenboek- staat dat een mijmeraar een peinzer is; ‘mijmeren is aanhoudend weemoedig peinzen’.

Als ik vervolgens het woord weemoed opzoek lees ik: ‘zacht-treurige gemoedsstemming’. En dat klopt niet. Want ik schrijf wekelijks met veel plezier en met opgewekt gemoed over dingen die me in- en opvallen. Met af en toe een vleug(je) actualiteit; het journalistieke bloed kruipt immers waar het niet meer heen hoeft…

De manier waarop Donald Trump de afgelopen week de ene ophitsende leugen op de andere stapelde zou elke Amerikaan rillingen over de rug hebben moeten bezorgen. De egocentrische ijdeltuit die vier jaar lang als president liet zien, horen en merken dat hij lak heeft aan de grondbeginselen van de democratie is bij voorbaat verantwoordelijk voor het geweld dat in de verdeeld Verenigde Staten op de loer ligt. The American dream is al lang veranderd in een nachtmerrie.

Vier jaar lang heeft Trump onrust, twijfel, haat en verdeeldheid gezaaid; schijnheilig zwaaiend met de Bijbel om zijn gedrag te rechtvaardigen. Witte orthodox-protestantse kiezers (evangelicals), maar ook veel katholieken, hebben hem ook dit keer massaal hun stem gegeven. Trump mag dan ook in hùn ogen moreel van geen kanten deugen, maar ’hij is Gods instrument om abortus, euthanasie en homohuwelijken te voorkomen’. Ik ervaar op de gekste momenten dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn. Maar om Donald Trump als Zijn gezant te zien, dat gaat m’n verstand en geloof te boven.

Binnenkort roepen we weer – op anderhalve meter van elkaar – om vrede op aarde; Kerstmis. Twee vriendinnen – toevallig allebei blond – drinken een bekertje koffie op een bankje bij het take away-loket van een cafetaria. ‘Weet je dat Kerstmis dit jaar op een vrijdag valt?’, vraagt de ene. Waarop de ander verschrikt reageert: ‘Maar toch niet op de 13e mag ik hopen?!’.

Ik ben bezig met een inhaalslag. Boeken lezen die nog op het stapeltje ‘ongelezen’ liggen. Zoals een standaardwerkje van Rien Poortvliet. Kabouterliteratuur. Zeer informatief. Ik herinner me dat een paar jaar geleden in één nacht alle tuinkabouters uit een Duits dorp waren verdwenen. ‘Wie steelt er nu een tuinkabouter? Da’s toch onmenselijk’, was de reactie van de gedupeerde dorpelingen.

Paulus de boskabouter

Gelukkig vond een wandelaar, een paar dagen later, aan een wat verderop gelegen bosrand alle gestolen tuinkabouters. Onbeschadigd. De diefstal was gepleegd door de actiegroep ‘Ook de kabouter heeft recht op vrijheid!’. De daders hadden een kort briefje achter gelaten met de tekst: ‘HIER hoort een kabouter. En NIET in jullie tuintjes!’. Dat is een punt van discussie. Want je hebt tuinkabouters en boskabouters, en beide soorten voelen zich het beste thuis in hun eigen leefomgeving. Het lijken net mensen…

In ‘Het leven en werken van de Kabouter’ lees ik dat kabouters zich bij weer en wind op pad begeven, onbevreesd voor welk weertype ook. Zelfs bij onweer. Omdat ze zo klein zijn lopen ze geen risico om door de bliksem getroffen te worden.
Maar als het héél erg te keer gaat zoeken ze toch even beschutting onder een beuk, en vooral niet onder een spar. De beuk is namelijk de enige boom die de bliksem niet aantrekt, zoals ook een oud-Duits rijmpje zegt:

‘Eichen soll man weichen,
Weiden soll man meiden,
Fichten soll man fürchten,
Buchen soll man suchen’.

Bij dat laatste zinnetje dwaalden m’n gedachten af…, Buchen…, Buchenwald. Dat beukenbos waar veel mensen noodgedwongen een schuilplaats dachten te vinden, maar dodelijk getroffen werden door de bliksem van de nazi’s.

Gelukkig dat we dankzij Google minder vaak in onnozele onmin hoeven te leven. Je kent die ‘ruzies’ wel, over wie over wat gelijk heeft. Over alles en nog wat. Of het gaat om wat de hoogste top van de Pyreneeën is of waar de bronnen van de Leie of de Linge liggen.

‘Ik weet zeker dat….’. ‘Dat kun je wel zeggen, maar toevallig weet ik zeker dat ik gelijk heb…’ Dat soort kibbelarijen zijn bij ons thuis nooit meer aan de orde. Want als er ‘n meningsverschil uit de hand dreigt te lopen roepen we meteen eensgezind: ‘Dat zoeken we op’. Et voila: Google weet precies te vertellen wat de hoogste Pyreneeëntop is, en waar de Leie en de Linge ontspringen.

Tijdens een aantal etappes van de vandaag eindigende wielerronde van Spanje, de Vuelta, kreeg ik vanuit de meevliegende helikopter opvallend veel beelden te zien van kerken en kapellen die gewijd waren aan Santa Eulalia. Uit de Duitse (kinder)lectuur ken ik de verhalen over ‘Meine Tante Eulalia’, maar die was allesbehalve heilig. Dus toch maar even op de Heiligenkalender gekeken.

Eulalia (in diverse dialecten ook wel Elalia, Olaia, Aulaire, Olla)werd in 292 geboren in Mérida, in het huidige Spanje, wat toen tot het Romeinse Rijk behoorde. Haar ouders waren christenen en Eulalia werd dan ook christelijk opgevoed. Dat was bijzonder, want in die tijd vonden onder keizer Diocletianus overal (bloedige) christenvervolgingen plaats. Het verhaal gaat dat Eulalia op 13-jarige leeftijd naar de rechtbank van haar woonplaats ging om er een proces tegen opgepakte christenen bij te wonen. Voor het gerechtsgebouw duwde ze het beeld van een Romeinse god om en werd prompt gearresteerd, gemarteld en tenslotte gedood; verbrand.

Ze is ook de stadspatrones van Barcelona, maar die vertellen dat de jonge martelares naakt aan het kruis werd geslagen. Het sneeuwde op dat moment en voor de aanwezigen was dat een bewijs van haar onschuld. Hoe dan ook: overal wordt Eulalia beschouwd als de patrones van kraamvrouwen en reizigers, al kennen weggebruikers Christoffel ongetwijfeld beter dan Eulalia.

Morgen begint een nieuwe week en in Amerika een nieuw geschiedenishoofdstuk.

beeld: ©https://escdn.nl/images/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *