Toespraak kardinaal Eijk

Toespraak van Willem Jacobus kardinaal Eijk bij gelegenheid van de presentatie van het Eindverslag van de Stichting Beheer & Toezicht inzake Seksueel Misbruik in de R.-K. Kerk in Nederland op 18 december 2017.

Geachte leden van het bestuur van de Stichting Beheer & Toezicht, bestuursleden en betrokkenen van KLOKK, VPKK en MCU, vertegenwoordigers van de Nederlandse Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) en andere genodigden. Het is plezierig dat ook de voorzitter van de Nederlandse Bisschoppenconferentie, Mgr. Van den Hende, de oud-voorzitter van de stichting B& T, mevr. Peijs, en de oud-voorzitter van de KNR en betrokken lid van het Voorzittersoverleg, broeder Van Dam, aanwezig zijn.

Graag dank ik, mede namens abt Bernardus, de heer Van de Beeten en de overige leden van het bestuur van de Stichting Beheer & Toezicht zeer hartelijk voor het aanbieden van het Eindverslag van deze Stichting. Het is een omvangrijk en doorwrocht document waarin een terugblik wordt geboden op de wijze waarop de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland sinds 2010 heeft gereageerd op klachten van seksueel misbruik middels het bieden van hulp, erkenning en genoegdoening. We zullen grondig kennisnemen van het Eindverslag.

De uitkomsten van het onderzoek van de commissie Deetman naar de aard, omvang en ernst van het seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk in de periode 1945 – 2010 in Nederland, gepubliceerd op 16 december 2011, waren schokkend. De feiten die aan het licht kwamen hebben ook ons als bisschoppen en hogere religieuze oversten veel pijn gedaan. Ook als mens en gelovige heeft het seksueel misbruik van minderjarigen ons diep geraakt. Seksueel misbruik mag nooit voorkomen, en zeker niet in de Kerk die immers de opdracht heeft het Evangelie van Jezus Christus te verkondigen.

De Bisschoppenconferentie en de KNR hebben alle adviezen van de Commissie Deetman, waarvoor zij haar zeer erkentelijk zijn, geïmplementeerd. Deze adviezen behelsden het oprichten van de onafhankelijke Stichting Beheer & Toezicht met daaronder vier pijlers: het Meldpunt, de onafhankelijke Klachtencommissie en de Compensatiecommissie alsmede het Platform Hulpverlening. Er werd in korte tijd een unieke structuur opgezet met deskundige personen, die op adequate wijze slachtoffers hebben gehoord en erkenning, hulp en financiële genoegdoening hebben geboden. Er zijn 3.678 meldingen van seksueel misbruik ingediend, die hebben geresulteerd in 2.060 klachten. Het is indrukwekkend dat de Klachtencommissie en het Meldpunt zo’n groot aantal zaken zo professioneel en voortvarend en tegelijk zo zorgvuldig hebben weten te behandelen. Dat geldt natuurlijk ook voor het werk van de Compensatiecommissie en het Platform Hulpverlening.

Naar aanleiding van een ronde tafel overleg in de Tweede Kamer op 28 maart 2013 startte in mei van dat jaar een structureel overleg van de voorzitters van KLOKK, de Bisschoppenconferentie en de KNR. Op advies van de heer Klabbers, de voorzitter van KLOKK, hebben we de 0-meting laten uitvoeren om te achterhalen waar zich nog problemen voordeden in de uitvoering van de adviezen van de commissie Deetman. Door de 0-meting kregen Bisschoppenconferentie en KNR beter inzicht in wat ten aanzien van de implementatie van haar adviezen nog kon worden verbeterd. De belangrijkste vrucht van de 0-meting was het maandelijkse Voorzittersoverleg, waaraan de voorzitters van BC, KNR en de koepelorganisatie van slachtoffers, KLOKK, deelnemen. In alle vrijmoedigheid hebben we alle onderwerpen betreffende het dossier seksueel misbruik willen en kunnen bespreken. Dat gebeurde met respect voor ieders positie.

Bij mijn inbreng tijdens het ronde tafel overleg met de Tweede Kamer op 29 juni 2016 heb ik gewezen op drie uitgangspunten die Bisschoppenconferentie en KNR consequent hebben gehanteerd bij de behandeling van het seksueel misbruik:

1.            Transparantie ten aanzien van seksueel misbruik;

2.            Onafhankelijkheid van het onderzoek van het seksueel misbruik en de behandeling van klachten van seksueel misbruik;

3.            Respect voor de slachtoffers.

 

 

Door de voorzieningenrechter werd 1 mei 2015 als einddatum vastgesteld voor het indienen van klachten van seksueel misbruik tegen overledenen en klachten van verjaard seksueel misbruik. De Kerk blijft echter onverminderd aandacht houden voor de adequate behandeling van klachten van seksueel misbruik. Dit is inmiddels tot uiting gekomen door de instelling op 1 mei 2015 van het R.-K. Meldpunt Grensoverschrijdend Gedrag. Tevens is op het verzoek van de Tweede Kamer een afspraak gemaakt voor nagekomen meldingen. Deze betreffen klachten van seksueel misbruik tegen overleden personen en klachten van verjaard seksueel misbruik die vanaf genoemde einddatum zijn ingediend en als schrijnend kunnen worden aangemerkt. Op basis van de inmiddels ruim 50 behandelde nagekomen meldingen kunnen we stellen dat deze Afspraak goed functioneert: melders waarderen het persoonlijke gesprek met de ‘Werkgroep toetsing nagekomen meldingen’ (een team van onafhankelijke deskundigen), de brief van de bisschop of hogere overste met de erkenning van het ervaren leed en de toekenning van een beperkte financiële genoegdoening. Deze Afspraak is nog steeds van kracht en er is geen einddatum aan verbonden

Als Kerk hebben we niet steeds direct adequate antwoorden weten te geven op het probleem van het seksueel misbruik. Hierin hebben we een leerproces doorgemaakt. We moesten immers op talrijke terreinen pionierswerk verrichten, omdat er ook in andere sectoren van de samenleving nog relatief weinig ervaring was opgedaan met de behandeling van een groot aantal klachten van seksueel misbruik dat in korte tijd werd ingediend. De Kerk heeft dit gedaan middels het aanbieden van professionele hulp aan de slachtoffers, de erkenning van het door hen ondergane leed middels een zorgvuldige klachtenprocedure, het hun bieden van financiële genoegdoening en het nemen van een breed scala van preventieve maatregelen. Nu men ook in onder meer de wereld van de sport en die van de televisie, film en politiek (vgl. de ‘#MeToo-discussie’) met een maatschappelijke discussie over seksueel misbruik wordt geconfronteerd, zijn de Bisschoppenconferentie en de KNR van harte bereid met anderen te spreken over de ervaringen die zij hebben opgedaan in de genoemde aanpak.

Voor de archieven van de Stichting Beheer & Toezicht is een regeling opgesteld, waaronder ook andere archieven die op het onderhavige terrein zijn opgebouwd zullen worden ondergebracht. Deze regeling houdt in dat archieven niet worden vernietigd en voor wetenschappelijk onderzoek beschikbaar zullen zijn. We zullen deze regeling ook voor advies aan de heer Deetman voorleggen, zoals we dat in het gehele proces hebben gedaan. Zijn persoonlijke betrokkenheid is bijzonder belangrijk geweest.

Mede namens Mgr. Van den Hende, abt Bernardus en broeder Van Dam wil ik alle betrokkenen van harte bedanken: mevr. Peijs en dhr. Van de Beeten als stuwende, sturende en stimulerende krachten binnen het bestuur van de Stichting Beheer & Toezicht, alsook de andere bestuursleden; ook de heer Stevens, de voorzitter van de Klachtencommissie; de heer Holthuis, de voorzitter van de Compensatiecommissie; de Schreurs, de voorzitter van het Platform Hulpverlening en in hun persoon al hun medewerkers

Ook de vertegenwoordigers van slachtoffergroeperingen willen we bedanken. Een bijzonder woord van dank geldt dhr. Klabbers. De samenwerking in het Voorzittersoverleg was constructief, positief¬kritisch en altijd gericht op het belang van slachtoffers, mannen en vrouwen, jong en oud. De suggestie van de 0-meting was een schot in de roos. U stond altijd voor de volle 100% klaar. Uw zorg voor de slachtoffers ging altijd voor. Tevens dank de voorzitters van VPKK, MCU en KLOKK voor hun bijdragen aan hun jaarlijkse overleggen van broeder Van Dam en mij. Ik dank mevrouw Knibbe voor de niet aflatende wijze waarop zij ons informeerde over haar zorgen over de klachtenbehandeling. Ik hoop oprecht dat we op basis van dit Eindverslag kunnen constateren dat die zorgen wat minder zijn geworden door wat er de afgelopen jaren allemaal is gedaan. De heer Smeets dank ik voor zijn optimisme en zijn rol als bruggenbouwer in het jaarlijks overleg met de slachtoffers. Ik ben zeer verheugd u vandaag hier te mogen begroeten.

De Kerk is grote dank verschuldigd aan B& T en alle medewerkers die het mogelijk maakten een onafhankelijke, integere en adequate weg te vinden waarlangs recht kon worden gedaan aan de slachtoffers. Vooral door de oprichting van B& T heeft de kerk in alle transparantie een zwarte bladzijde uit haar geschiedenis onder ogen willen zien.

Ik wil mijn inbreng afsluiten door namens de Bisschoppenconferentie en de KNR nogmaals de heer Van de Beeten en de overige leden van het bestuur van de Stichting Beheer & Toezicht te danken voor het Eindverstaq.