column juni 2011

hoe Jezus God werd

Deze vraag stellen zullen sommigen als een gedurfde of wellicht godslasterlijke uitdaging beschouwen. Jezus is toch vanaf den beginne altijd God geweest! Hoe kom je dan bij zo’n vraag? Moeten we niet eerder vasthouden aan het standvastige getuigenis dat de Schrift ons geeft? Dit mag waar zijn, maar toch moeten we deze vraag onder ogen durven zien.

Het geloof dat Jezus God is kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Waar vandaag bovendien de christe lijke geloofstraditie zwaar onder druk staat, is het nodig om de oorsprong van dit geloof te onderzoeken op de volgende vragen: wanneer, waar en hoe zijn mensen voor het eerst begonnen Jezus goddelijke eer te geven, zelfs als God te vereren? 

Algemeen wordt aangenomen, dat Jezus’ vergoddelijking niet pas enkele decennia na zijn dood zou hebben plaatsgevonden. Direct na zijn dood werden door zijn leerlingen/vol­gelingen ervaringen opgedaan die ertoe leidden dat Jezus direct als God werd aanbeden in een eigen cultus. De oorsprong van dat geloof in Jezus’ goddelijkheid moet te vinden zijn in de liturgische praktijken in Palestina. Jezus allerlei kenmerken toekennen die we normaal gesproken alleen aan God toekennen mogen we zien als een unieke en radicale vernieuwing binnen het joodse monotheïstisch denken. 
Toch is Jezus in de cultus van de eerste christe­nen geen tweede God naast God de Vader. Paulus’ getuigenis in de oudchristelijke geschriften is daarin overduidelijk, zoals bij voorbeeld in:  
‘Wij weten: er is één God, de Vader, uit wie al­ les is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd; en één Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven.’ (1 Kor. 8,6)
De Vader, de Zoon, de Heer, worden hier op één lijn gesteld. 
De overtuiging dat Jezus direct na zijn dood als God vereerd werd, sluit ook aan bij de actuele tendens om de wortels van het geloof in Jezus’ goddelijkheid te zoeken binnen het jodendom van zijn tijd. In de daarop volgende eeuwen zijn tijdens de opeenvolgende concilies van Nicea (325) en Constantinopel (381) de implicaties van dit geloof verder onderbouwd met filosofische en theologische termen die we vandaag vaak moeizaam begrijpen. Ze worden overigens wel bewaard in het credo, dat we nog regelmatig belijden. 
Ik ben ervan overtuigd, dat de verering van Je­zus als God een dermate vernieuwende stap in een vroeg stadium was, dat dit alleen verstaan kan worden als antwoord op de sterke overtui­ging binnen de eerste christelijke gemeente, dat de ene God van de bijbelse traditie wilde dat Jezus op die manier werd vereerd. 
TB.