Column juni 2014

Zin of taakstraf

Nog niet zo lang geleden werd het belangeloos inzetten van je talenten, thuis of voor de gemeenschap, algemeen beschouwd als zinvol werk. Als werk dat letterlijk zin gaf aan het leven. Een notabele werd voorzitter van de voetbalclub of toneelvereniging. Niet omdat dit geld opleverde. Maar omdat dit er gewoon bij hoorde. En misschien ook wel omdat hij daar een zekere status aan ontleende. Het zelfde geldt voor het opvoeden van je kinderen en het zorgen voor je stervende moeder. Wie zich belangeloos inzette voor een ander was niet zielig of dom. Die was gewoon zinvol bezig.

In de loop van jaren is dat beeld behoorlijk gaan kantelen. Steeds meer zijn we ‘waardevol’ gaan zien als iets wat geld oplevert. Een moeder die thuis blijft om voor haar kinderen te zorgen heeft op verjaardagen echt iets uit te leggen. En wanneer er zorg nodig is bestaan er Persoons Gebonden Budgetten (PGB’s). Daarmee kun je familieleden ook betalen om voor je te zorgen. En dat is maar goed ook. Want anders heet het mantelzorg. En mantelzorgers doen in de beeldvorming wel erg nuttig werk, maar vooral omdat ze de gemeenschap geld besparen. Eigenlijk worden mantelzorgers vooral een beetje zielig en kwetsbaar gevonden. Daarom heeft een mantelzorger jaarlijks recht op een ‘compliment’ ter waarde van maximaal 200 euro.
De waarde van vrijwilligerswerk in Nederland loopt in de miljarden zegt men. Blijkbaar zien we vrijwilligerswerk als betaald werk dat door bijzondere mensen ‘gratis’ wordt gedaan. Het wordt nog sterker. De landelijke politiek wil dat we bijstandsgerechtigden die hun uitkering willen houden verplichten tot een tegenprestatie. Daarmee bedoelen ze dan vrijwilligerswerk.

‘Op die manier doen ze tenminste nog wat terug. Ze worden er tenslotte voor betaald.’ Tot voor kort deden vrijwilligers zinvol werk waar ze zelfs een beetje status aan konden ontlenen. Nu zijn vrijwilligers eigenlijk een beetje vreemd omdat ze gratis doen wat betaald zou moeten worden. En als we niet uitkijken dan worden vrijwilligers binnenkort gezien als mensen met een taakstraf.
Voor mij is het overduidelijk. Wanneer we de waarde van iets alleen nog kunnen zien wan¬neer er euro’s tegenover staan, dan worden we individueel rijk, maar als gemeenschap straatarm. Het probleem is dat de weg terug een moeilijke is. Afbreuk doen aan wat we als verworvenheid zijn gaan zien, dat doen we niet graag. Maar de Homo Economicus bestaat niet. Ten diepste worden mensen niet door geld of rationeel eigenbelang gedreven. Mensen worden geen mantelzorger vanwege een ‘compliment’ van 200 euro. En grootouders pasten niet vaker op hun kleinkinderen omdat ze daarvoor tot voor kort betaald konden krijgen. Wanneer je eten, drinken en een dak boven je hoofd geregeld hebt, dan zoekt een mens vooral de zin in het leven. En die zin is niet in geld uit te drukken.

René Peters