Fakkel van Vernieuwing
Onder dit motto organiseerde de Mariënburgvereniging samen met enkele vernieuwingsbewegingen op 16 oktober haar najaarscongres in de Janskerk te Utrecht. Sprekers waren daar emeritus hoogleraar theologie aan de universiteit van Nijmegen professor Hermann Häring, de naaste medewerker van Hans Küng, met als co-referent professor Angela Berlis, theoloog en priester van de Oud-Katholieke Kerk.
Het is ondoenlijk om in het korte bestek van een column een samenvatting te geven van de inleidingen die door beide referenten gehouden werden. Ik kan slechts proberen, om de conclusies die beiden uit hun betoog getrokken hebben te verwoorden.(zie onze eerdere berichtgeving, red.)
Häring koppelt het motto van deze studiedag ‘Fakkel van de vernieuwing’ aan woorden uit psalm 124,7 waar gezegd wordt: ‘Het vogel net is gescheurd; wij zijn ontsnapt en vrij!’ Eén van zijn conclusies luidt voorzichtig: ‘De radicale hervorming van de (katholieke) kerk is niet zonder risico. Daarom moeten vastbeslotenheid, prudentie, een intensieve communicatie en de uitwisseling met andere landen hand in hand gaan. Verkeerd zijn echter de uittocht uit de kerk of de berusting bij de situatie. Bij het eerste verdwijnt alle invloed, bij het tweede alle leven. Tenslotte heeft Noach de ark gebouwd, voordat de grote vloed is gekomen.’
Häring koppelt het motto van deze studiedag ‘Fakkel van de vernieuwing’ aan woorden uit psalm 124,7 waar gezegd wordt: ‘Het vogel net is gescheurd; wij zijn ontsnapt en vrij!’ Eén van zijn conclusies luidt voorzichtig: ‘De radicale hervorming van de (katholieke) kerk is niet zonder risico. Daarom moeten vastbeslotenheid, prudentie, een intensieve communicatie en de uitwisseling met andere landen hand in hand gaan. Verkeerd zijn echter de uittocht uit de kerk of de berusting bij de situatie. Bij het eerste verdwijnt alle invloed, bij het tweede alle leven. Tenslotte heeft Noach de ark gebouwd, voordat de grote vloed is gekomen.’
Berlis zegt in haar betoog: ‘De fakkel van de vernieuwing kunnen we alleen maar doorgeven, wanneer we ons ervan bewust zijn dat wij de fakkel niet zelf ontstoken, maar van anderen vóór ons hebben overgenomen. Het is een gift aan ons om de hervorming verder te dragen. De heilige Ruach, die vanaf het begin onlosmakelijk met de Kerk is verbonden, is bijna een garantie dat de hypertrofie – de overmatige of buitensporige groei – van het pausdom zal worden teruggeleid naar de authentieke Petrusdienst. Wij zijn in dit proces luisteraars, ontvangenden en niet degenen die daaraan in de eigenlijke zin vorm geven. Ons begrip van het katholieke wordt verbreed als we daar ook de herinnering aan de kerk van alle plaatsen en alle tijden bij betrekken. Slechts dan wordt recht gedaan aan het woord en de inhoud van katholiek.’ .
Beide inleiders formuleerden hun conclusies voorzichtig en zorgvuldig. Het mag duidelijk zijn, dat zij geen revolutionaire ideeën naar voren brengen, maar wel helder zijn in de weg die gegaan moet worden. In ons land zijn gelukkig ook geloofsgemeenschappen, die op deze wijze met open vizier naar nieuwe vormen van spiritualiteit zoeken en oude geloofsformuleringen hedendaags interpreteren. Maar velen zijn fysiek niet in de gelegenheid zich daarbij aan te sluiten. De Mariënburgvereniging biedt zich aan om deze beweging te faciliteren. Gods Volk onderweg verlangt immers naar een kerk, die herberg is langs de wegen die het gaat. Kunnen wij daar nog iets aan doen?
TB