Column oktober 2009

 

Wij zijn de kerk

Onder de titel ‘Wij zijn de kerk’ bestaat in Duitsland een beweging aan de basis, vergelijkbaar met de Mariënburgbeweging in ons land. Eind september richtte zij zich in een brief aan de bisschoppenconferentie, die van 21-24 september een plenaire najaarsvergadering hield in Fulda. In deze brief sommen zij een aantal aandachtspunten op, die ook voor Nederland gelden. Omdat zij naar mijn mening ook voor ons belangrijk zijn, vat ik ze voor u kort samen.

Blijf in de liturgie trouw aan de ritus door het Vaticaans Concilie vastgesteld . De terugkeer naar de Tridentijnse ritus, door de paus goedgekeurd, is gebaseerd op een vóórconciliair priester- en kerkbeeld. Daarmee instemmen zou ontrouw betekenen aan het concilie.
Verlaat de koers van de oecumene niet. De vooruitgang van de oecumene sinds het concilie heeft bijgedragen aan de geloofwaardigheid van het christendom. De huidige nadruk door de kerkleiding op geduld bewaren stelt het kerkvolk steeds meer teleur. De vraag naar de gezamenlijke Maaltijdviering moet zeker ook onder de aandacht blijven.
Maak een einde aan de pastoraal gegroeide structuren in ons land. De nadruk van de bisschoppen op de priesterkerk versluiert de problematiek rond de parochies, die hierdoor op de duur zullen verdwijnen.
Bevorder de zielzorg door leken en diakens, die volgens het kerkelijk recht (can. 517 §2) mogelijk is. Zet u in voor de oplossing van het wereldwijd probleem van de zielzorg. Neem de leken in hun verantwoordelijkheid binnen de kerk serieus.
Parochie- en bisdomraden zijn wezenlijke elementen van de kerk als Volk van God. We moeten de leken niet zien als me-dewerkers van de clerus, maar als medeverantwoordelijken voor de kerk. Accepteer de leken als geëngageerde leden van het Godsvolk.
Behartig het gemeenschappelijke herdersambt van de paus met de bisschoppen. Collegialiteit en subsidiariteit zijn oerkatholieke princiepen in het leiding geven van de kerk. Geef in de komende gesprekken met de Pius X broederschap niet toe aan hun verlangen het concilie ontrouw te worden.
Canon 517 §2 uit de Codex luidt letterlijk: ‘Indien de diocesane bisschop wegens een tekort aan priesters van mening is, dat deelname in de uitoefening van de pastorale zorg over een parochie toevertrouwd moet worden aan een diaken of een andere persoon die niet getekend is met het priesterlijk merkteken of aan een gemeenschap van personen, dient hij een priester aan te stellen, die voorzien van de machten en bevoegdheden van een pastoor, leiding geeft aan de pastorale zorg.’ In deze canon wordt de bisschop volop ruimte gegeven, om aan de parochies die bij een toekomstige hoofdkerk behoren de gelegenheid te geven, om de eigen gemeenschap uit te bouwen tot een levend geheel van de diocesane kerk. Dan zullen zij op de duur zeker niet verdwijnen!

T.B.