Hurkmans preek Witte Donderdag

Preek bisschop Hurkmans, Chrismamis 31 maart,
Sint-Janskathedraal ’s-Hertogenbosch

Broeders en zusters, wij, hier samen, zijn één familie van God. In het Sacrament van het Doopsel werden we kind van God en lid van de Kerk. We werden gezalfd met de olie van de geloofsleerlingen. Om sterk te zijn in de strijd tegen het kwaad. Tegelijk vloeide het geurig Chrisma over ons. De gewijde Olie duidt aan en bewerkt dat de H. Geest de gelovigen met elkaar met God verbindt. Opnieuw lieten wij ons zalven met het H. Chrisma bij het Vormsel. We keerden ons tegen de macht van het kwaad. Met de hulp van de H. Geest kozen we er voor de weg van Jezus te gaan. Binnen onze ene familie leeft één Geest, maar er zijn wel vele gaven. Niet ieder is het zelfde en niet ieder heeft dezelfde roeping. Er zijn mannen en vrouwen die hun christen zijn realiseren in het huwelijk. Zij vormen gezinnen. Plaatsen waar kinderen ontvangen en gevormd worden. Tegelijk vervullen zij belangrijke taken in Kerk en samenleving. Verder zijn er mannen en vrouwen die als religieus door het leven gaan. Zij leven veelal in gemeenschappen van broeders of van zusters. Zij leven contemplatief of actief. De inzet van vele religieuzen lag veelal op het snijvlak tussen Kerk en samenleving. Zij waren actief in het onderwijs, in de gezondheidszorg en zij hadden en hebben nog steeds veel zorg voor gezinnen en ouderen. In het jaar van de priester wil ik er op wijzen dat de priesters in onze familie een heel eigen plaats innemen. Zij zijn een derde maal gezalfd door het H. Chrisma. Zij stellen, door de H. Geest, voortdurend Christus, die het hoofd van de Kerk is, tegenwoordig in onze ene familie. Als familie komen wij op zondag in de Eucharistie bij elkaar.

 

In de afgelopen maanden, broeders en zusters, hebben wij allen pijnlijk moeten ervaren dat er in onze familie veel mis is gegaan. We hebben een hoge roeping, we houden hoge idealen er op na, maar we merken dat sommige leden van onze familie zwaar de fout in gaan. De macht van het kwaad is nog niet gebroken. Dag na dag lezen en horen we van misbruikers en slachtoffers. De mensen waar het over gaat horen bij onze familie. Daarom snijden de verhalen over misbruik zo diep in ons eigen vlees. Toch mogen we die pijn niet ontlopen. Mensen die door mensen van de Kerk misbruikt zijn roep ik op zich te melden. De golf van misbruiken uit het verleden doet ook pijn omdat we heel goed weten dat we er zelf ook nog niet zijn. Het kwaad blijft een dreiging voor ieder van ons. We hebben nog in herinnering hoe Jezus zei: hij die zonder zonde is werpen de eerste steen. Er zijn mensen die de spanning niet uithouden. Zij breken met de familie waarin zij opgegroeid zijn. Zij laten zich uitschijven uit de Kerk. Ook dit is pijnlijk voor hen en voor ons. Ik kan niet anders dan zeggen dat ik de pijn die er is bij alle betrokkenen ten volle deel. Verder sta ik er achter dat een commissie, van buiten de Kerk, zal aangeven wat ons te doen staat. Op een gegeven moment, na dat gedaan is wat gedaan moet worden, hoop ik dat er ook ruimte zal komen voor barmhartigheid.

 

Broeders en zusters wij zijn in deze Heilige week samen in de viering waarin wij als Kerk terug keren naar de bronnen van ons geloofsleven. Ik ben blij met de aanwezige priester en diakens, maar ik denk ook aan hen die niet aanwezig kunnen zijn: ik denk aan de zieke priesters en diakens en aan degenen die de lasten van de oude dag moeten dragen. We denken aan de instelling van de Eucharistie en daarmee verbonden aan het sacrament van verzoening. Aan de instelling van het priesterschap. Tegelijk mag ik de Oliën gaan zegenen en wijden die nodig zijn bij de doop, bij het vormsel, bij de ziekenzalving en bij de priesterwijding.

 

De liturgie wijst doorheen alle teksten naar Gods Geest. Hoe mooi is het woord van Jesaja: “De geest van de Heer God rust op mij; Hij heeft mij gezalfd om aan de armen de blijde boodschap te brengen. Als Christenen en als gewijde bedienaren zijn wij, gesterkt door de Heilige Geest, geroepen om in dienst te staan van de ander. Wij mogen gaan naar allen wier hart gebroken is om voor hen genezing te bewerken. Wij mogen gaan naar gevangenen, opgeslotene om hen te helpen vrij te worden. Als wij beantwoorden aan die roeping zullen wij zo zegt Jesaja “Dienaars van God” genoemd worden. Jezus zelf leest bij het begin van zijn optreden deze tekst van Jesaja in de Synagoge. Dit maakte indruk. “In de synagoge waren aller ogen gespannen op Hem gevestigd.” Jezus poneert: “Het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt is thans in vervulling gegaan.” Jezus is de Gezalfde, in het Grieks zeggen we, Jezus is de Christus. Hij is bij uitstek de mens die doortrokken is van de Heilige Geest.

 

U priesters hier aanwezig, u zult in verbondenheid met de priesters die hier niet kunnen zijn, opnieuw uw woord geven aan God en de Kerk. Uw jawoord mag in het jaar van de priester een extra glans krijgen. U spreekt uw hernieuwd jawoord uit in de kracht van de Heilige Geest die u bij uw wijding is meegedeeld. U belooft opnieuw, dat u van harte priester wilt zijn; dat u zich blijft binden aan de levende Heer die u geroepen heeft en dat u trouw zult zijn in de verkondiging en in het bedienen van de sacramenten.

 

Bij de zegening en de wijding van de Heilige Oliën herinneren we ons dat op Jezus, bij zijn doop in de Jordaan, de Heilige Geest neerdaalde in de gedaante van een duif. We vragen in het wijdingsgebed dat de heiligende kracht van de Geest mag neerdalen over de oliën om hierin werkzaam te zijn samen met Jezus, de Gezalfde. Jezus en de Heilige Geest maken de gelovigen tot vitale leden van de Familie van God.

 

Broeders en zusters. De Heilige Geest leeft door de sacramenten in u. Hij wil u ongeschonden leiden doorheen uw leven. Laat de stemmen van verdriet, van opstandigheid, van angst en frustratie uw niet beheersen. Luister naar de stem van de Heilige Geest. Zijn stem zal u vrij maken, zal uw hart van vreugde doen slaan en zal u één maken met God en met elkaar. Met deze woorden wens ik u een verkwikkende Goede Week en een Zalig Paasfeest.