Katholicisme is van toen

Onder de knop ‘naar andere sites’ vindt u verwijzingen naar websites van parochies die tot onze achterban horen. Een van die parochies is de Effetaparochie in Nijmegen/Oost (www.effataparochie.nl). In het blad van deze parochie schrijft Peter Nissen (foto), die daar parochiaan is, regelmatig een column. De laatste willen we u niet onthouden omdat ze een helder inzicht geeft in recente ontwikkelingen op katholiek vlak.

Column

Tussen kerstmis en nieuwjaar maakte RKK de nieuwe programmering bekend, die in januari 2010 van start is gegaan. RKK is de benaming voor de zendtijd op radio en televisie die de Nederlandse overheid aan het rooms-katholiek kerkgenootschap heeft toegekend, zoals er ook zendtijd bij de publieke omroep is voor de protestantse kerken (de IKON en de Zendtijd voor de Kerken), het Humanistisch Verbond, de moslims, de joden, de boeddhisten en de hindoe’s. RKK is een zogenaamde artikel 39f-omroep (de naam verwijst naar een artikel van de oude mediawet): een omroep zonder leden. De regeling voor de RKK-zendtijd is getroffen tussen de Nederlandse overheid en de bisschoppen. De bisschoppen beschouwen zich dan ook als de baas over die zendtijd, en zij hoeven zich tegenover niemand te verantwoorden, want zoals gezegd: leden heeft de omroep niet. Niet dat dit veel zou veranderen, want de kerk heeft wel leden, maar de bisschoppen vinden het ook niet nodig tegenover hen enige verantwoording af te leggen.

De verzorging van de uitzendingen van RKK is krachtens een convenant toevertrouwd aan de KRO, maar de bisschoppen zien er nauwlettend op toe dat er geen stoute dingen gebeuren. Die gebeuren af en toe toch. Ik heb mij door KRO-mensen laten vertellen dat er minstens één keer per maand, maar soms wel wekelijks een boze bisschop of zijn perschef aan de lijn hangt om te mopperen over iets wat in een RKK-programma

gezegd is. Het is dus spitsroedenlopen voor de KRO-mensen die de RKK-uitzendingen verzorgen.

De nieuwe programmering koerst dan ook op veilig. Een aantal programma’s van RKK op radio 5 verdwijnt, waaronder de radiomis. Die is, vinden de bisschoppen, overbodig geworden, want voortaan zal de televisiemis telkens vanuit een ander bisdom komen,

en minstens één keer per jaar zal elke bisschop zelf voorgaan. Geen mis dus meer op de radio. Dan kunnen daar alvast geen stoute dingen meer gebeuren. In plaats daarvan komen, aldus het persbericht, ‘nostalgische praat- en muziekprogramma’s’. De nieuwe programmering van RKK op radio 5 staat helemaal in het teken van de nostalgie. Muziek uit de jaren vijftig, zestig en zeventig zal er te horen zijn. Daarna houdt

het op. Het nieuwe boegbeeld op zondag wordt Hans van Willigenburg. Hij gaat een programma van twee uur presenteren, een soort koffiedrinken na de kerk.

Met koffie heeft Hans ervaring, want hij presenteerde samen met Mireille Bekooij zeven jaar lang het programma Koffietijd voor RTL. Om misverstanden te voorkomen: ik heb niets tegen Hans van Willigenburg.

Maar ik heb wel iets tegen de simpele verbintenis van katholicisme met nostalgie.

Die verbintenis is niet nieuw, bij de KRO niet en bij RKK niet. De KRO profileerde zich al jaren geleden met de leuze ‘Het gevoel blijft’. En in de RKK-zendtijd rukken de priesterboordjes weer op. Antoine Bodar werd vaste wekelijkse gast van het programma Soeterbeeck, kreeg een tweewekelijkse column in het KRO-magazine en spreekt wekelijks een overweging uit op de website Katholiek Nederland. De televisieversie van Katholiek Nederland wordt gepresenteerd door Bodars jongere ambtsbroeder Roderick Vonhögen. Retro is ook daar de trend. En daarmee wordt de indruk gewekt dat katholicisme iets van vroeger is.

Katholicisme heeft met jeugdsentiment te maken. Katholicisme is van toen. Maar het is wel voorbij. Alleen het gevoel blijft. Het katholicisme dreigt een museumstuk te worden en de officiële rooms-katholieke kerk, onder leiding van de bisschoppen, een museum, of nog erger: een mausoleum. Hier kunt u komen kijken naar dode dingen.

Als u er maar niet met uw vingers aankomt. De bisschoppen staan er als waakzame suppoosten bij. En zoals in alle musea is ook hier het meest tentoongestelde voorwerp het bordje met de tekst ‘Niet aanraken’.

Peter Nissen

Niet gecategoriseerd