Schrift en krant

De Advent

door Franck Ploum.

Voor deze jaargang van De Roerom schrijft Franck Ploum een serie artikelen onder de titel Schrift en krant, bijdragen waarin actualiteiten of dingen uit de samenleving verbonden worden met de Schrift of verhalen uit de Schrift.


De advent staat voor de deur.
Advent be­ tekent komst. We verwachten iemand die komt: Immanuel – God met ons. Een nieuw twijgje aan het gekleineerde, on­derdrukte volk Israël. We vieren zijn ge­boorte niet omdat een profeet reeds aan­kondigde dat er een groot mens geboren zou worden, maar omdat we weten hoe hij geleefd heeft en God aan het licht liet komen. In de lijn van zijn traditie deed hij dit vooral in de arme, de vluchteling, de uitgestotene.

Sint Nicolaas
In Nederland ontkom je er niet aan om tijdens de advent eerst nog de komst van iemand anders, Sint Nicolaas, te vieren. Deze man van wie we niet veel weten is de geschiedenis ingegaan als een gulle gever voor armen en uitgestotenen. Hij werd bisschop van het Turkse Myra en hij zou in 325 deelgenomen hebben aan het Concilie van Nicea. Maar niets is be-­ wezen.
De legende vertelt het verhaal van een arme man met drie dochters. De vader kon van armoede geen bruidsschat aan een mogelijke echtgenoot geven. Zonder bruidsschat zouden de vrouwen waar­ schijnlijk nooit trouwen en gedoemd
zijn als slavin te worden verkocht. Echter, driemaal verscheen een buidel goud in het huis, voorzien van een volwaar­dige bruidsschat. De geldbuidels werden door een open raam gegooid en kwamen – wordt gezegd – in de schoenen terecht die voor de haard stonden te drogen. Nicolaas zou voor dit alles verantwoorde­lijk zijn geweest.

Sinterklaasbank
Zij die dreigden aan de kant gezet en als slaven verkocht te worden, werden door een door God gegrepen mens gered. Daarmee sluit de legende nauw aan bij de beelden van een bevrijdende God die eerst en vooral gezien en opgedolven wil worden in de kwetsbare mens naast me. Inmiddels kent Nederland in diverse ste­den een zogenoemde Sinterklaasbank. Mensen die gebruik maken van de voed­selbank mogen ook een verlanglijstje voor hun kinderen inleveren. Met Sin­terklaas zit er bij het voedselpakket ook voor een bepaald bedrag aan cadeautjes. Het feest dat wortelt in een man die op­ kwam voor de armen is echter verwor­den tot een feest waaraan de armsten niet meer mee kunnen doen. In de voedsel­bank mogen de armsten van Nederland de komst van de ware Sint verwachten.

Tijd voor profeten
Advent. In de officiële kerkelijke liturgie van de adventstijd is er altijd veel aandacht voor de profeten, vaak gelezen als voor­ spellers. Eeuwen vooraf zouden Jesaja en collega’s de geboorte van Jezus van Naza­ret aangekondigd hebben. Jezus’ leven en uitspraken zouden precies passen in wat destijds gezegd is. Niets is minder waar. De waarheid is omgekeerd. Na zijn dood zijn de leerlingen de Schrift opnieuw gaan le­ zen en begonnen ze te zien hoe Jezus zijn plaats inneemt in de totale joodse traditie. In de later geschreven evangeliën zijn woorden uit die traditie in Jezus’ mond gelegd om zo de verbinding duidelijk te maken. Het geloof in de bevrijdende God, het visioen van een nieuwe aarde zijn met Jezus’ komst niet opzijgeschoven voor iets nieuws. Jezus vertelde het oude verhaal opnieuw voor mensen van zijn tijd en ge­ neratie. Zoals vóór hem Johannes de Doper dat al in diezelfde streek deed.

Onbekende profeet
Joël is in zijn denken nauw verbonden met Jezus. Hij is een profeet van na de balling­ schap die weinig gelezen of gehoord wordt. Er is weinig van hem bekend, maar van­ uit zijn teksten kan hij gesitueerd worden rond vierde/vijfde eeuw vóór Christus. Na de ballingschap bouwde het kleine groepje teruggekeerden de verwoeste tempel van Jeruzalem weer op. En daar zaten ze nu! Hoe verder, met het ballingsoord nog vers in het geheugen. Alles herinnerde nog aan Egypte, slavernij, deportaties en bezettings-
periodes. Hoe ziet er na der­ gelijke collectieve ervaringen een nieuw leven uit? Hoe bouw je een nieuw bestaan op? Wie wijst de weg? Of moet je maar blijven zitten en wachten tot de volgende veroveraar je overmeestert? Er was niets over van dat grootse visioen en die ver­ gezichten. Apathisch werd gewacht op wat komen ging, maar vooralsnog niet kwam.

Einde der tijden
In die tussenperiode predikt Joël het wachten op het ein­ de der tijden. Hij is een apo­calyptische profeet. De apocalyptische beweging werd in de eerste eeuwen vóór en ná de christelijke jaartelling breed gedragen en verspreid. Men was er van overtuigd dat het einde der tijden elke dag kon aanbreken. De be­weging begon al in de tijd
van Ezechiël en Jesaja en zette door tot aan het einde van het Tweede Testament. De eerste groe­pen christenen veronderstelden ook dat de dag van het oordeel elk moment kon aan­ breken. Doorheen het hele Tweede Testa­ment zijn zinspelingen op dit denken te vinden, ook bij Jezus. Maar het einde der tijden brak niet aan; tot op vandaag niet. Blijkbaar is ons visioen niet gericht op een leven elders, een transformatie naar een hoger plan. Het gaat over de bewoonbaar­heid van deze aarde en de vergezichten rei­ken niet tot het einde der tijden, maar tot de uiteinden van deze wereld. Tot in haar verste hoeken, waar recht gedaan moet worden aan wie roepen om solidariteit en vrede

Het komt
Advent betekent komst. Wij verwachten een mens die messias, gezalfde, koning van de vrede genoemd werd. Daarmee vieren we de geboorte van God in men­sen, in ons. Wij herinneren ons gescha­pen te zijn om te leven van een visioen, geroepen visionaire mensen te zijn. Dwars tegen doemscenario’s in vergezichten zien van ‘een wereld waarin jongeren dromen dromen, al wie slaaf werd gemaakt vrij wordt en elke dag de dauw van recht en vrede over ons neerdaalt, als was het elke dag opnieuw de eerste’ (Joël). Het komt als een twijgje weerloos en ontdaan, maar het komt.

Niet gecategoriseerd