Op verkenning in het Vaticaan ( 6 en slot)

het Latijn de taal van de rk kerk

Frans Wijnands legt uit hoe het zit met die dode taal, het Latijn. Spreken ze dat (nog) in het Vaticaan?

De bezoeker die op zondagmorgen het RKK volgt zal zijn opgevallen dat in Nederland het Latijn weer volop wordt gepropageerd, al moeten we ons wel de vraag stellen of de moderne priesters voldoende opleiding hebben om die taal te begrijpen….

We danken Frans hartelijk voor zijn interessante tocht door het Vaticaan, we houden ons aanbevolen voor een volgende serie.

 

Hoe zeg ik clown en condoom in het Latijn?

 

Het is maar 14 bij 10 centimeter ‘groot’ en 130 paginaatjes ‘dik’. Het Vaticaans woordenboekje. Het valt in m’n boekenkast niet op; een dwergje tussen reuzen als de Dikke van Dale’s en andere woordenboeken. Deze bloemlezing is niet alleen voer voor Latinisten, maar ook voor iedereen die van talen houdt en Frans, Italiaans of Spaans spreekt, ook al is het maar een mondjevol. Omdat je via die talen de logica ontdekt van die nieuwe Latijnse woorden. (Het boekje werd in 2005 uitgegeven bij Athenaeum, samengesteld door Vincent Hunink en ingeleid door NRC-redacteur Marc Leijendekker die jarenlang correspondent was in Rome voor die krant.) 

Het Latijn is naast het Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans ,Portugees en Pools (sinds paus Johannes Paulus II) een van de acht officiële taalgroepen van de rooms-katholieke kerk. Maar op de website van het Vaticaan komt het Latijn niet voor, evenmin als bij Radio Vaticana die toch uitzendingen in meer dan 30 talen verzorgt, zelfs in het Esperanto. Het Latijn staat in de rk-kerk en onder de geestelijkheid, van kardinaal tot kapelaan, onder druk. Minder populair, minder gebruikt, zeker nadat op het Tweede Vaticaans Concilie werd besloten het Latijn in de eredienst (zoveel mogelijk) te vervangen door de eigen landstaal. Is het Latijn op sterven na dood uitgestorven? 

Voor en tijdens de Romeinse keizertijd was het Latijn de taal van het volk van Latium, de huidige Italiaanse provincie Lazio. Door de veroveringen van de Romeinen werd het Latijn ‘geëxporteerd’. In die veroverde gebieden ontstonden van lieverlee vanuit het Latijn andere, Romaanse talen. Kerkvader Augustinus gebruikte al in de vroege Middeleeuwen woorden die niet behoorden tot het klassieke Latijn, maar die het kerkvolk wél begreep. Augustinus redeneerde dan ook dat hij liever kritiek kreeg van grammatici dan dat hij niet begrepen zou worden door de gewone mensen. Gaandeweg is het Latijn als volkstaal verdwenen en werd het een taal voor geletterden. Vandaag de dag wordt het nog gebruikt in de hele wetenschap, in de taalkunde en in de katholieke kerk, het zg.  Kerklatijn. Alleen in Vaticaanstad is het Latijn nog een officiële voertaal, wat iets anders is dan een levende spreektaal. Want binnen de muren van Vaticaanstad spreekt iedereen Italiaans met elkaar, al dan niet met een Romeins accent.

Om het Latijn bij de tijd te houden richtte paus Paulus VI, midden zeventiger jaren, de kerkelijke stichting Latinitas op. Medewerkers van dat bureau zijn meer dan tien jaar bezig geweest om een woordenboek samen te stellen met woorden die in het klassieke Latijn niet voorkwamen. Simpelweg, omdat ze toen nog niet bestonden: ringweg, computer, ruitenwisser, cowboy, fiets, en ga maar door…  , want nog steeds worden nieuwe woorden in het Latijn vertaald. De meeste zijn te herleiden tot bestaande Latijnse woorden: een clown is een ridicularius, een locomotief een currus tractorius en een minirok een tunicula minima; logisch toch…?!

Het is heerlijk grasduinen in dit Vaticaans woordenboekje, van a tot z. Dat een bankbiljet een charta nummaria is begrijpt ook elke niet-Latinist. De cancan en de tango werden in de tijd van het klassieke Latijn nog niet gedanst maar heten in het tegenwoordige Latijn respectievelijk saltatio Gallica en Americae meridianae saltatio. Hoewel condooms niet in de Vaticaanse apotheek verkrijgbaar zijn is er wél een Latijns woord voor gevonden: tegementum. Don Quichot heet in het moderne Latijn Dominus Quichotus en de Tour de France circuitus Galliae. Een druk-, of zetfout is een typographicum mendum.

Wat wij met één woordje kunnen aanduiden wordt in het Latijn soms meteen een mond vol. Een eetcafé bv is een thermopolium potorium et gustatorium. Maar de frituur is weer simpelweg een frixura. Nog zo’n gecompliceerde ‘vertaling’ is flipperkast. Dat is in het Latijn een sphaeriludium electricum nomismate actum. Sommige nieuwe Latijnse woorden zijn verrassend vanzelfsprekend. Zo is jezuïtisch ‘dus’ Loyolanus en een robot een robotum. De minste moeite moeten de vertalers hebben gehad met het woord protestantisme. Dat is gewoon protestantismus geworden… Eenvoud siert immers de mens.

De geïnteresseerde bezoeker wijzen we er op dat de Finse Radio 1, iedere vrijdag een nieuwbulletin in het latijn uitzendt. U kunt horen hoe dat klinkt, een bericht over de Olympische Spelen, de burgeroorlog in Syrië enz..

 

Niet gecategoriseerd