Van een nieuwe lente naar een oude herfst

Fons Fiselier (Nijmegen) is al janrelang een trouw Roeromlezer. Hij woonde de avond bij in zijn parochie (de Effataparochie) waar Peter Nissen een voordracht hield over het Tweede Vaticaans Concilie en schreef de volgende impressie over deze avond.

Johannes XXIII en het Tweede Vaticaans Concilie. Een nieuwe lente in de kerk.

Deze titel geeft professor Peter Nissen mee aan zijn voordracht op 25 oktober in de dagkapel van de Dominicuskerk, de kerk van de Effataparochie in Nijmegen. Van de aanwezigen zijn er iets meer parochianen dan niet-parochianen aanwezig.

Het is volgens Nissen niet toevallig dat juist vanuit deze parochie gevraagd is stil te staan bij vijftig jaar Vaticanum II. De Effataparochie heeft immers uitdrukkelijk gekozen voor een beleid waarin het dominicaanse gedachtegoed en de verworvenheden van Vaticanum II  centraal staan. En inwoners van deze wijk zijn al lang vertrouwd met “Het gesprek”, een beeld in een klein plantsoen aan de rand van een grote vijver. Het is van de hand van Pieter d’Hont (1917 – 1997) en stelt twee goedmoedige concilievaders voor.

 

Nissen houdt een heldere voordracht waarin hij uitvoerig ingaat op de voorboden van de lente die zich van 1962 tot 1965 in Rome aandiende, op het verloop en de resultaten van het concilie en op de snelle en kille herfst die daarop helaas volgde.

Als je als toehoorder aldus het hele proces  in samenhang weer eens meebeleeft dan komt het als onwerkelijk over, zelfs al was je tevoren van een aantal hoofdzaken wel enigszins op de hoogte. Onwerkelijk vooral vanwege de macht van de kerkelijke bureaucratie in een in onze tijd nauwelijks nog voor te stellen zeer hiërarchisch gelede kerkelijke organisatie. Met als voornaamste gevolg dat de kerk als lokale geloofsgemeenschap telkens in de verdrukking komt en/of afhaakt.

 

Misschien dat dit gevoel van verbijstering en dus onmacht tot weinig discussie aanleiding geeft. Maar ongetwijfeld ook het feit dat de gedegen inleiding veel tijd en dus een groot incasseringsvermogen van de aanwezigen vroeg.

“Is er dan geen teken van hoop?” zo vraagt een toehoorder zich af. Die hoop is voor Nissen alleen te vinden in de figuur van Jezus, maar niet in het instituut kerk. Er zijn geen tekenen van een nieuwe lente, integendeel de kerk krimpt en is alleen met zichzelf bezig.

“Maar er zijn toch ook aangelegenheden die onomkeerbaar zijn? Denk bijvoorbeeld aan de besluiten van Vaticanum II en aan het recht op godsdienstvrijheid?” , zo stelt een ander. Dat is waar, zeker als je kijkt naar allerlei nieuwe vormen van kerk-zijn die hier en daar op kleine schaal ontstaan en die de verkilling terugdringen. Spannend is natuurlijk wel het antwoord op de vragen of en hoe lang deze nieuwe vormen zich zelfstandig staande weten te houden.

 

Fons Fiselier

Binnenkort publiceert deze website meer over deze analyse van professor Nissen. (red.)

Niet gecategoriseerd