Katholieken aller landen verenigt u!

column

door Sytze Faber

Veertig jaar geleden regeerde het kabinet-Den Uyl. Het progressiefste kabinet uit de vaderlandse geschiedenis. Tien ministers behoorden tot een progressieve partij (PvdA, D66 en de later in GroenLinks opgegane PPR). De andere zes waren lid van een confessionele partij (KVP en ARP, beide opgegaan in het CDA).

Nederland stond toen, ook internationaal, te boek als een progressief gidsland. Nu, één generatie later, is het bijna niet meer voor te stellen. De eenmanspartij van Geert Wilders en zijn extreemrechtse gedachtegoed zet tegenwoordig de toon. Wilders kan zeggen wat hem in de mond komt, geen collega neemt hem de maat. Als hij pleit voor de-islamisering van ons land wordt hem niet gevraagd hoe hij dat wil bereiken. Driekwart eeuw geleden kregen joden een rode J in hun paspoort, nu als beginnetje een M in dat van moslims?

Afgelopen zondag betuigde Wilders zijn medeleven met het overlijden van de Italiaanse politicus Buonanno. Volgens hem ‘een vreselijke verlies’. Tom-Jan Meeus, politiek redacteur van NRC Handelsblad, zette de meest memorabele wapenfeiten van de gestorvene op een rijtje. Een overtuigde homohater. Een bewonderaar van Poetin. Fel tegenstander van sancties tegen Rusland na de invasie in de Krim. Merkel vergeleek hij herhaaldelijk met Hitler. Met deze man voelt Wilders dus zielsverbondenheid. Men laat het lopen. Hij staat hoog in de peilingen, dus mondje dicht.

Op het CDA-congres van een week geleden sprak Buma behartigenswaardige woorden over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Maar hij werd niet erg concreet. Alleen Rutte kreeg een veegje uit de pan. Geen woord over Wilders die van beledigen en discrimineren zijn handelsmerk maakte. Van een progressief gidsland veranderde Nederland in een land waarin er op los kan worden gescholden en polarisatie hoogtij viert. In één generatie van het ene uiterste in het andere. Hoe kon dat gebeuren?

Politiek centrum

Uiteraard spelen mondiale en Europese ontwikkelingen een grote rol. Er bevindt zich echter ook een specifiek Nederlandse factor in het spel. Na de totstandkoming in 1980 van het CDA veranderde langzamerhand het karakter van de christendemocratie. Ze schoof op richting VVD (en PVV).

Voor die tijd vormde de katholieke KVP hét politieke centrum. De enige partij die sinds de invoering van het algemene kiesrecht in 1918 deel uitmaakte van alle kabinetten. Katholieken, lidmaten van een wereldkerk, waren meer internationaal georiënteerd dan de protestanten (God, Nederland en Oranje). Met het beklemtonen van de persoonlijke verantwoordelijkheid hebben protestanten doorgaans meer affiniteit met het liberalisme dan katholieken. Na 1980 namen de protestanten geleidelijk het roer over in het CDA. Zij (Balkenende, Donner) waren in 2002 de drijvende krachten achter de (treurige) coalitie met de Fortuynisten. In 2010 waren vooral zij de geestelijke vaders (Bleker, Buma, opnieuw Donner plus de atypische Limburgse katholiek Verhagen) van de (onwaardige) deal met Wilders.

Van Agt en Lubbers gingen, Balkenende en Buma kwamen.

Jos van Gennip was acht jaar directeur van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA en zestien jaar lid van de Eerste Kamer. Onlangs publiceerde hij de in het Friesch Dagblad uitvoerig besproken brochure Wat is er overgebleven van de katholieke erfenis in de politiek? Het heeft niet veel meer om het lijf. Dat solidariteit en barmhartigheid in sneltreinvaart plaats maakten voor individualisme en hardvochtigheid is mede veroorzaakt door het verbleken van vaak verbindende katholieke waarden. Met een variant op Marx: ‘Katholieken aller landen, verenigt u!’ Het biedt een kansje op een kentering van het tij.

Reageren? fabersyma@gmail.com

bron:hetgoedeleven.nl

Niet gecategoriseerd