Schaamte in de religieuze kunst

Fra Bartolommeo, geen moeite met afbeelden van God de Vader.

Minder schroom had de kunstenaar-kloosterling met het verbeelden van het goddelijk mysterie en – opmerkelijk – dat vinden wij modernen nu weer ongemakkelijk en vreemd. Onverhulde weergave van het menselijke lichaam in de kunst zal niet snel shockeren, maar een onbeschaamde afbeelding van God? Gelukkig is er in de tentoonstelling ook een werk waarin de kunstenaar meer theologische discretie toepast. “Opgelucht halen we adem.”

Door Eric Corsius

Aan het eind van de vijftiende eeuw was Florence beslist niet de aangename toeristische trekpleister voor hoogopgeleide bon vivants, die het vandaag de dag is. Hoewel de Medici veel betekenden voor het kunstbezit van de stad, voerden zij vooral een schrikbewind uit. Daaraan kwam in 1494 een einde – mede door toedoen van de puriteinse en fanatieke boetepopulist Savonarola die daarna feitelijk de heerschappij kreeg. Deze extreme en compromisloze hervormer maakte het op zijn beurt te bont. De stad kwam van de regen in de drup. Een gelegenheidscoalitie van tegenstanders maakte in 1498 op gewelddadige wijze een einde aan Savonarola’s culturele terreur. Het was de redding voor de renaissancekunst, waarvan al een groot deel op gezag van de theocraat op de brandstapel was terechtgekomen vanwege het immorele karakter ervan.

Kunstenaar-kloosterling

Eén van de bewonderaars van Savonarola was de kunstenaar-bedelmonnik Fra Bartolommeo (1473-1517). Aan dit boegbeeld van de hoogrenaissance is momenteel een thematentoonstelling gewijd in het Rotterdamse Museum Boijmans Van Beuningen. Naast vele nauwkeurige voorstudies, die ons deelgenoot maken van Fra Bartolommeo’s scheppingsproces, zijn ook enkele grote doeken te zien. Uiteraard komt de kunstenaar-kloosterling hierin naar voren als een trouw volgeling van Savonarola. Op plastische naakten kun je hem niet betrappen. Met des te meer liefde stort hij zich op een zeer natuurlijke weergave van de anatomie en de lichaamsvormen, zoals die door uitbundig gedrapeerde gewaden heen schemeren. Ook geeft de kunstenaar in zijn voorstudies trefzeker de gezichten van zijn modellen weer – die op de gerealiseerde olieverfdoeken helaas weer wat van hun levendigheid inleveren.

Aards aandoende Drievuldigheid

Des te opmerkelijker is de ongegeneerde wijze waarop Fra Bartolommeo het goddelijke mysterie zelf onthult. Knarsetandend moet de theoloog toezien hoe God de Vader wordt afgeschilderd met een overdonderende directheid. Elke verfijnde dogmatiek ten spijt en uit zijn drie-ene verband gehaald, toont de Vader zich onverbloemd aan twee van zijn dochters: Maria Magdalena en Catharina van Siena. Zo ontstaat een zeer aards aandoende Drievuldigheid, die wordt bijeengehouden door de band van de extatische liefde. Het schilderij vertoont een opmerkelijke gelijkenis met de ‘Drievuldigheid’ van Maria, Stefanus en Johannes de Doper, die in Rotterdam eveneens te zien is.

Bartolommeo is aan de ene kant een vereerder van Savonarola en deelt diens afkeer van de onverhulde weergave van het menselijke lichaam. Aan de andere kant is hij blijkbaar alles behalve een aanhanger van de reformatorische discretie in het weergeven van het goddelijk geheim. Net als vele andere kunstenaars van zijn tijd geeft hij ons met zijn onbeschaamde afbeelding van God een ongemakkelijk gevoel.

Abstract en indirect

In de tentoonstelling stuiten we echter op één voorbeeld waarin de kunstenaar iets meer discretie toepast. We halen opgelucht adem bij het late schilderij van de menswording van Jezus. In het centrum staat Maria, de moeder van Christus, omgeven door een krans van  heiligen: Paulus, Johannes de Doper, Hieronymus, Franciscus, Maria Magdalena en de martelares Margaretha. Waar we echter verwachten, dat de engel Gabriel lijfelijk wordt weergegeven, dat we een mollig kind in een voederbal aantreffen of dat Gods zegende vaderhand aan de bovenrand van het schilderij te zien is, blijft het werk abstract en indirect in zijn verwijzingen naar God. Samen met de afgebeelde vertegenwoordigers van de kerk van alle generaties zijn we getuige van iets wat een mysterie blijft. Gods inmenging zelf wordt, gemeten aan de maatstaven van de tijd, zeer subtiel weergegeven: door een bijna doorschijnende, zwevende engelfiguur en door de duif als symbool van de Geest. Het middelpunt wordt gevormd door Maria in haar menselijkheid, omgeven door een kring van mensen uit de heilsgeschiedenis. Fra Bartolommeo’s schilderij staat uiteraard bol van een rotsvast geloof – maar slaat tegelijk een bescheiden toon aan. Van God zelf ontbreekt alles, behalve een spoor van indirecte verwijzingen. Zo legt de schilder zich neer bij het theologisch hoogst haalbare.

ec-bezieling-2017-1-vadergod

God Vader, Maria Magdalena en Catharina van Siena.

ec-bezieling-2017-1-incarnatie

Maria omgeven door de heiligen: Paulus, Johannes de Doper, Hiëronymus, Franciscus, Maria Magdalena en martelares Margaretha

´Drievuldigheid´van Maria, Stefanus en Johannes de Doper.

´Drievuldigheid´van Maria, Stefanus en Johannes de Doper.

bron: debezieling.nl

Niet gecategoriseerd