Feest van onschuldige kinderen….

Op 28 december herdenkt de kerk de kindermoord in Betlehem. Een domper op de vaak al te rooskleurige feestvreugde van Kerstmis. Veeg tranen niet af!

Toen de wijzen na hun kraambezoek niet terugkwamen bij Herodes, liet die alle pasgeborenen in Betlehem ombrengen. Die kindermoord wordt herdacht op 28 december, het feest van de onschuldige kinderen. In de nieuwe editie van Golfslag houden Roger Burggraeve en Co een pleidooi voor de opwaardering van dit feest in de kerstcyclus. 

Ook dit is incarnatie: in een verdeelde context ter wereld komen. 

Hieronder lees je de samenvatting.

De vergeten tranen van Kerstmis

Eind december vorig jaar organiseerde de stichting Crea Thera op het strand van Zeebrugge een herdenkingswandeling voor migrantenkinderen die omkwamen tijdens hun overtocht op zee. Niet toevallig hadden de organisatoren hun initiatief gepland op 28 december, de dag waarop de Katholieke Kerk het feest viert van de ‘onnozele’ kinderen, slachtoffers van toenmalig koning Herodes.

Nu, de historiciteit van de kindermoord in Bethlehem is op zijn minst twijfelachtig. Mattheüs is de enige evangelist die er melding van maakt. Mogelijk mede daarom werd ze niet als bijzonder feest opgenomen in de kerstcyclus. In tegenstelling tot de feesten van de Heilige Familie, de Moeder Gods en Driekoningen werd Onschuldige Kinderen verwezen naar het weekdagmissaal.

Het verhaal van de kindermoord wordt nooit op zondag gelezen. Wie enkel die dag ter kerke gaat, krijgt het nooit te horen. En dat is jammer. Het verhaal heeft een diepe boodschap in het geheel van de kerstcyclus.

Diepere betekenis van Feest onschuldige kinderen

De Mattheüsversie van de geboorte van Jezus heeft aardig bijgedragen tot de goedgevoel-folklore: de herders die zich naar de stal haasten en de ‘wijzen’ die op weg gaan om het kind te verwelkomen en te eren. Er is ook een ‘slechte’ koning, Herodes. Hij wordt om de tuin geleid in zijn opzet om de pasgeboren Koning van de joden, die hij ziet als een toekomstig concurrent, uit de weg te ruimen.

Het oogt als een happy end: het kind is gered, halleluja! Waarmee de kindermoord die ermee gepaard gaat, in het feestgedruis verdwijnt.

Het lot van het hoofdpersonage, het kind in de stal, staat centraal en trekt alle aandacht naar zich toe. Jammer voor zijn leeftijdsgenootjes in Bethlehem en omstreken. Pech gehad! Merkwaardig genoeg sluit Mattheüs zijn driekoningenhoofdstuk en het moorddadig optreden van Herodes af met een verwijzing naar de profeet Jeremia:

  • Een klacht werd in Rama gehoord, geween en luid gejammer:
    Rachel, wenend om haar kinderen, wil niet getroost worden,
    omdat zij niet meer zijn.
     (Mt 2,18)

Als moeder van Jozef en Benjamin, de laatste zonen van Jacob, is Rachel een van de stammoeders van Israël. De tranen van Rachel krijgen een universele dimensie en staan voor het leed van zovelen die treuren om de onschuldige slachtoffers van sociaal-politiek geweld. Ze passen perfect in de context van een nietsontziende koning Herodes, die niet wil weten van een nieuwe ‘koning der Joden’.

Door haar tranen maakt Rachel het onrecht zichtbaar, ‘om nooit te vergeten’.

Van Herodes naar moorddadige regimes

Ook in Leven en Lot, het magistrale epos van Vasili Grossman over de gruwelen aan het Oostfront tijdens de Tweede Wereldoorlog, komen de klaagliederen van Jeremia aan bod. Het boek hangt een ongenadig beeld op van de clash tussen twee totalitaire regimes: het nazi-Duitsland van Hitler en de Sovjetunie van Stalin. 

Een opmerkelijk personage in het boek is de heilige dwaas Ikonikov. Hij verliest zijn geloof in het hogere doel van het communisme als hij geconfronteerd wordt met de verschrikkingen die daarvoor worden aangericht.    

  • Ik heb gezien hoe mensen werden uitgemoord. Ik heb gezien hoe hele dorpen de hongerdood stierven, ik heb boerenkinderen zien doodgaan in de sneeuw van Siberië, ik heb treinen naar Siberië zien rijden met honderden, duizenden mannen en vrouwen. Die idee was groots en verheven, en toch heeft ze mensen meedogenloos vermoord, levens verwoest, vrouwen van hun mannen losgerukt en kinderen van hun vaders. Soms werd een notie van het goede een groter kwaad dan het kwaad.

Anders gezegd: het sociaal-politieke kwaad wordt voorgesteld als onvermijdelijk om een ‘volmaakte samenleving’ te creëren. Het onnoemelijke menselijke leed dat daarmee gepaard ging, viel tussen de plooien van de ‘grote’ geschiedenis. Ikonikov besluit zijn letterlijke verwijzing naar de ‘klage’ van Rachel uit Jeremia af: En zij die haar kinderen verloren heeft, geeft niets om wat de wijzen als het goede beschouwen, en wat als het kwade.

‘Heilige’ atoombom Little Boy

In Original Child Bomb schetst de Amerikaanse vredesactivist en trappistenmonnik Thomas Merton in 41 korte paragrafen het relaas van de atoomaanval op Hiroshima en Nagasaki. Daarbij valt niet alleen het ondraaglijke cynisme van de beleidsmakers op.

De hele operatie baadt in een religieus sfeertje. En wie goed leest, vindt opvallende parallellen met het kerstverhaal.

In 1945 hebben de Amerikanen iets wat volgens hen een periode van ‘eeuwige vrede’ moet inluiden: Little Boy. Een wel heel origineel kindje, met ongewone kwaliteiten: het zal meteen een einde maken aan de oorlog. Het presidentieel comité dat de eindbeslissing over het inzetten van Little Boy moet nemen, spreekt van een ‘demonstratie’, een ‘show waar burgers over de hele wereld van zullen genieten’. De negatieve effecten van de bom, zo beweert datzelfde comité, zijn een zuiver ‘militaire’ kwestie.

Dat menselijke aspecten amper of niet meespelen in het hele denkproces, wordt duidelijk bij de keuze van de stad en de doelen die door de bom zullen vernietigd worden: een hele rist grote bedrijven passeert de revue, met aan het einde van de opsomming, als ging het om een detail, ‘de meeste inwoners’.

Net als in het kerstverhaal zijn er ook hier ‘wijzen’: de geleerden die beseffen dat zij met hun wetenschappelijk vernuft een allesvernietigend wapen hebben bedacht.

60 van hen ondertekenen een petitie waarin ze oproepen de bom niet te gebruiken tegen Japan zonder een duidelijke waarschuwing en een kans voor het land om zich over te geven. Maar op dat moment is hun macht beperkt. Truman is nog maar enkele maanden president, in opvolging van de overleden president Roosevelt. Hij weet weinig af van oorlog voeren en van de effecten van een atoombom. Voor zijn militaire raadgevers is het niet moeilijk om hem mee te krijgen in hun verhaal.

Cynische devotie en tederheid

Al bij de testfase wordt de ‘nieuwe’ bom met grote devotie bejegend. De Britse eerste minister Churchill wordt van de test op de hoogte gebracht in een codetaal die helemaal aansluit bij het Little Boy-verhaal:

De geboorte van de baby is naar wens verlopen.

Ook bij het transport van de onderdelen krijgt het splijtmateriaal een absoluut statuut: het moet te allen prijze gered worden en heeft voorrang op ‘elk menselijk leven’. En alsof daarmee nog niet voldoende eer is betoond, krijgen we te horen dat het personeel dat Little Boy op Tinian moet monteren en operationeel maken, dat met veel ‘devotie en tederheid’ doet.

Het vliegtuig waarmee de bom naar zijn uiteindelijke bestemming wordt gevlogen, krijgt de naam Enola Gay, naar de moeder van de piloot. De bommenwerper wordt zo de ‘baarmoeder’ waar Little Boy tijdens de voorbereiding van de operatie processiegewijs wordt ingebracht. Als om te beduiden dat hier iets nieuws gaat ontstaan. Degenen die bij dat ceremonieel betrokken zijn, voelen zich naar verluidt ‘opgewonden als kleine jongens op kerstavond’.

Met gespleten tong

Op 26 juli stellen de geallieerden in Potsdam een ultimatum aan Japan: het land heeft de keuze: ‘een onvoorwaardelijke overgave of totaal vernietigd worden’. Over ‘de bom’ wordt met geen woord gerept. Het Japanse militaire oppercommando verwerpt het ultimatum. Dat belet de Japanse minister van Buitenlandse Zaken niet op 2 augustus, vier dagen voor de fatale explosie, bij de Japanse ambassadeur aan te dringen op een onderhoud met Molotov.

De Japanse regering denkt dat Molotov hun eerdere vraag om bemiddeling nog aan het bestuderen is. Maar Molotov is in Potsdam achtergebleven en niet bereikbaar.

Op zondag 6 augustus is het zover. Het is een prachtige dag en in Hiroshima is de bevolking zich van geen kwaad bewust. In paragraaf 31 van Original Child Bomb beschrijft Thomas Merton de ongekende kracht van de explosie van Little Boy: een vuurbal van 18.000 voet doorsnede, met in zijn middelpunt een hitte van 100 miljoen graden. Van mensen die in de buurt van de inslag wonen, leven, slapen … ‘blijft niets over’.

70.000 slachtoffers zijn meteen of binnen twee uur dood. De hele stad ligt in puin, er resten enkel hevig brandende ruïnes.

Ook dat is incarnatie: de verdeelde context waarin Jezus ter wereld komt

In het kerstverhaal van Mattheüs zitten interessante vergelijkingspunten met het antigedicht van Thomas Merton. Mattheüs situeert namelijk de positieve boodschap van Jezus’ geboorte in een politiek systeem. Herodes is een vazalkoning van het imperialistische Romeins regime, dat ernaar streeft een wereldrijk te worden. Als ‘gevestigde macht’ wordt hij geconfronteerd met geruchten over een nieuwe ‘koning der Joden’. En dus wil hij weten waar hij die potentiële, toekomstige concurrent kan vinden en uitschakelen.

De ‘wijzen’ die bij hem komen aankloppen en hem zo op de hoogte brengen van het gebeuren, kunnen hem belangrijke informatie verschaffen. Daarom vraagt hij hun terug langs te komen als ze het kind hulde hebben betoond. Dat doen ze niet.

Door hun ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ redden de wijzen het heilsplan. Maar ongewild worden ze medeveroorzaker van de kindermoord.

Zodra Herodes bemerkte dat hij door de wijzen om de tuin geleid was, werd hij woedend. Hij liet in Bethlehem al de jongens vermoorden van 2 jaar en jonger. Jezus’ geboorte is geen onschuldig gebeuren. Hij overleeft het moordplan dat door Herodes is beraamd, maar zit meteen in een context van schuld en geweld, een voorafspiegeling van wat hem later zal overkomen.

Ook dat is incarnatie: in een zondige, ambivalente context ter wereld komen. Kerstmis is geen halleluja-verhaal, zoals ook verrijzenis niet betekent dat nu alles in orde is, in die zin dat alle lijden en dood uitgewist worden.

Mater Dolorosa

Het is de verdienste van het Mattheüsevangelie dat het de harde realiteit en de pijn van een gewelddadige wereld niet uit de weg gaat. Met de ontroostbare Rachel als een Mater Dolorosa, een metafoor voor medelijden. Een lijden dat ook vandaag overal in de wereld manifest aanwezig is.

Christenen hebben de neiging te snel over verzoening te praten en na vergeving door te gaan alsof er niets is gebeurd. Daardoor is er te weinig ruimte voor de pijn.

Zelfs de belofte van bevrijding, waaruit hoop ontspringt, mag de tranen over de slachtoffers van aangericht onrecht niet bagatelliseren noch wegvagen. Of om het christelijk te duiden: in het beeld van de verrezen Christus moet zijn kruis zichtbaar blijven, evenals zijn wonden in handen en voeten, en in zijn zijde.

Kerstcyclus

Om te verhinderen dat de feesten van Kerstmis en de Heilige Familie zouden verbleken tot ‘brave, fletse feesten’, moet men er uitdrukkelijk de herdenking van 28 december mee verbinden.

Kerstmis krijgt pas zijn volle betekenis mét de onschuldige kinderen.

Als we vandaag om ons heen kijken, kunnen we alleen maar vaststellen dat die situatie van 2000 jaar geleden nog altijd actueel is. Initiatieven als de herdenkingswandeling voor verdronken vluchtelingenkinderen op 28 december op het strand van Zeebrugge herinneren ons aan die ongemakkelijke waarheid, die integraal deel uitmaakt van het kerstgebeuren en daarom verdient opgewaardeerd te worden.

Auteurs: Roger Burggraeve, Dominiek Lootens, Janina Boruta, Guido Caerts, Paula Veestraeten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *