Na de tweede dag van de zitting in het hoger beroep in de zaak van kardinaal George Pell heeft het Hooggerechtshof van Australië nog geen besluit genomen. De zeven opperrechters hebben hun beslissing om de zaak in behandeling te nemen, uitgesteld tot een latere datum. Zij vroegen de twee partijen om uitgebreidere schriftelijke verklaringen, waarvoor zij twee werkdagen de tijd krijgen.
Als het Hooggerechtshof in Canberra de zaak in behandeling neemt, bestaat de kans dat de veroordeelde Pell wordt vrijgesproken. Maar het kan ook gebeuren dat de opperrechters de zaak terugsturen naar het Hof van Beroep in Melbourne.
De openbaar aanklager Kerri Judd heeft vandaag, de tweede dag van de hoorzitting, de veroordeling van de 78-jarige kardinaal verdedigd. Volgens haar gaven de advocaten van Pell gisteren “een onvolledig beeld van de feiten”. Tijdens haar betoog werd ze geregeld onderbroken door rechters voor wie een aantal zaken nog niet helder waren.
Een jaar geleden werd Pell veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf voor seksueel misbruik van twee koorknapen. Het oordeel van een jury en de daaropvolgende veroordeling zijn uitsluitend gebaseerd op de getuigenis van een van de slachtoffers, die achter gesloten deuren was afgelegd. Het tweede vermeende slachtoffer was kort voor het begin van het proces aan een overdosis drugs gestorven.
In augustus 2019 had een Hof van Beroep van de staat Victoria in Melbourne de veroordeling en het vonnis bevestigd met een meerderheid van twee van de drie rechters. Pells advocaten beweerden gisteren dat die twee rechters hadden geëist dat de kardinaal zijn onschuld had moeten bewijzen, wat duidt op een “juridische dwaling”, omdat het de omkering van de bewijslast betreft.
Pell wordt ervan beschuldigd dat hij eind 1996 als aartsbisschop van Melbourne twee koorjongens kort na de door hem gecelebreerde zondagsmis in de sacristie van de kathedraal seksueel had misbruikt. Een aantal getuigen zegt echter dat het Pells gewoonte was om na de eucharistieviering de gelovigen te begroeten op de trappen van de kathedraal. Bovendien waren in de sacristie na afloop van de mis talrijke priesters en misdienaars aanwezig. Het vermeende misbruik kon dus helemaal niet hebben plaatsgevonden, zeiden de advocaten, onder verwijzing naar de getuigenis van Pells toenmalige ceremoniemeester Charles Portelli.
De vraag of het überhaupt mogelijk was voor Pell om de twee koorknapen te dwingen seks te hebben, stond ook centraal in de verklaringen van de aanklager voor het Hooggerechtshof. Aanklager Judd gaf tegenover de opperrechters toe dat het getuigenis van Portelli “op zichzelf beschouwd” twijfels kon oproepen over de beschuldigingen. In de “context van het totale bewijsmateriaal” deden die twijfels er echter niet toe, aldus Judd. In de beroepsprocedure in deze zaak gaat het vooral om dit punt. Voor een veroordeling moet de schuld van de verdachte vanuit het perspectief van de jury boven elke redelijke twijfel verheven zijn. Pells verdediging stelt dat de bewijslast niet voldoende was voor een dergelijke ondubbelzinnige veroordeling. De aanklager stelt daarentegen dat het bewijs zo uitgebreid was dat de jury zonder enige twijfel overtuigd was van de schuld van Pell.
bron: kro-ncrv/katholiek
beeld:© ANSA