Nicaraguaanse priester en politicus Cardenal overleden


De Nicaraguaanse priester, politicus en dichter Ernesto Cardenal Martínez is zondag op 95-jarige leeftijd in de hoofdstad Managua overleden. Hij was in 1979 tot 1987 minister voor Cultuur en verbonden aan de Sandinistische bevrijdingsbeweging in Nicaragua. Cardenal wordt beschouwd als een van de voornaamste dichters van Latijns-Amerika. In 2005 werd hij genomineerd voor de Nobelprijs voor de Literatuur.

In de jaren veertig studeerde Cardenal letteren en wijsbegeerte in Mexico, New York en Europa. In 1952 keerde hij terug naar Nicaragua, waar hij betrokken raakte bij de revolutionaire beweging. Tenauwernood ontkwam hij aan een bloedbad, aangericht door dictator Anastasio Somoza García. In 1956 moest hij zijn land verlaten. Het jaar daarop trad hij in bij de trappisten van Abdij Gethsemani in Kentucky (VS). Daar werd hij twee jaar lang begeleid door zijn novicenmeester, pater Thomas Merton. In 1959 stopte hij om gezondheidsredenen met zijn noviciaat en verliet hij Gethsemani. Daarna was hij twee jaar te gast in een benedictijnenklooster in Mexico. Hij studeerde er theologie, een studie die hij later voorzette in Colombia. In 1965 werd hij tot priester gewijd.

Ernesto Cardenal bedankt op 22 oktober 1990 voor het applaus dat opklinkt in de aula van de Vrije Universiteit van Amsterdam nadat hem een eredoctoraat is toegekend (foto: ANP).


Cardenal verbond zich als bevrijdingstheoloog en dichter met de linkse guerrilla’s. Na de val van dictator Anastasio Somoza Debayle door de Sandinistische revolutie in 1979 kwam hij in het kabinet. Tot 1987 was Cardenal minister voor Cultuur. Volgens het kerkelijk recht is het “clerici verboden openbare ambten te vervullen die deelname aan de uitoefening van de burgerlijke macht met zich meebrengen” (C.I.C., canon 285, paragraaf 3). Zijn politieke ambt wekte de woede van het Vaticaan.

Toen Johannes Paulus II in 1983 Nicaragua bezocht, werd hij door onder anderen Ernesto Cardenal verwelkomd. De priester knielde voor de Poolse paus neer en wilde diens ring kussen. Maar Johannes Paulus trok zijn hand terug en sprak Cardenal met opgeheven vinger streng vermanend toe (zie foto hieronder). Een jaar later kreeg hij van de paus een zogeheten censuur opgelegd. Dat hield in zijn geval in dat het hem verboden werd voor te gaan in eucharistievieringen en andere sacramenten toe te dienen.

Cardenal brak in 1994 met de Sandinisten uit protest tegen de autoritaire weg die de partij was ingeslagen onder leiding van Daniel Ortega Saavedra. De socialist Ortega was zowel van 1985 tot 1990 als van 2007 tot heden president van Nicaragua.

Vorig jaar werd bekend dat Cardenal aan paus Franciscus rouwmoedig om opheffing van zijn kerkelijke straffen had gevraagd. Die verkreeg hij. Dat betekende dat hij weer publiekelijk als rooms-katholiek priester werkzaam mocht zijn.

Cardenals broer, de jezuïet Fernando Cardenal, was ook geschorst wegens deelname aan de Sandinistenregering. Tevens was hij uit de jezuïetenorde gezet. In 1997 werd hij daar weer toegelaten, vier jaar nadat ook hij zijn lidmaatschap van de Sandinistenpartij had opgezegd.

bron: KRO-NCRV/katholiek
beeld: © Wikimedia Commons.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *