Geluk en glas zijn breekbaar…

Zondagochtendmijmering

== door Frans Wijnands ==

Ben je gelukkig? Eenvoudige vraag, gecompliceerd antwoord. Want hoe meet je geluk? De  internationaal erkende Belgische econoom Paul de Grauwe zei in een recent interview volmondig ja toen hem gevraagd werd of ‘ie gelukkig was. En waarom dan?, hoezo? Hij verwees naar de Griekse filosoof Epicurus: ‘Die heeft het lang geleden mooi gezegd: vrijheid, vriendschap en filosofie. Je moet vrij zijn, je kunnen ontplooien. Er moet vriendschap zijn, liefde en genegenheid, ook van je naasten. En dan is er nog de filosofie. Kunnen nadenken over het leven op een vrije manier. Dàt is voor mij het geheim van een gelukkig leven’.   

Een lieve nicht stuurt me sinds de corona-uitbraak dagelijks een gedicht; een poëtische peppil. 

Zoals dit, van Frida Vogels:
‘Gelukkig zijn, en niet weten waarom
En soms naar buiten kijken waar de lucht donkerder is dan de steen, 
alleen de fabriekspijp nog donkerder afsteekt, 
en bang, en gelukkig zijn.
Een geluk dat geen raad weet, 
men bekijkt een glas met aandacht, er is een barst in, 
en lacht en wiegelt het hoofd als een kindse oude vrouw

die een broodkorst van de tafel stoot, en lacht.
Ik leg mijn hoofd op mijn armen,

en kijk op en leg het weer neer.
Ik weet zelf niet of ik gelukkig ben…’


‘Geluk en glas zijn breekbare dingen’, zoals de Tsjechische schrijver Jaroslav Hasek (De lotgevallen van de brave soldaat Svejk) zei.  
In deze nog steeds onwerkelijke tijden kun je soms onverwacht geluk hebben. Een verre vriend liet me eergisteren enthousiast weten dat ‘ie ‘n eendags-excursie had geboekt, vol afwisseling, zonder de coronavoorschriften te overtreden. Of dat niks voor mij was?! Ik moet toegeven dat het een verduveld leuk programma is: 

– 09.00 uur vertrek vanuit de badkamer
– 09.05 uur aankomst in de keuken voor ontbijt
– na het ontbijt afzonderlijk bezoek aan verschillende kamers van het huis. 
– aansluitend is er een workshop schoonmaken
– 13.00 uur lunch in de keuken
– 14.00 uur siësta op de bank
–  16.00 uur high-tea in de woonkamer met thee, koffie en frisdrank.  
–  vrije tijd, om bijvoorbeeld de zolder, de kelder/en/of schuur en/of tuinhuis te bezoeken; 
–  vanaf 18.00 uur aperitief en lopend buffet, door het hele huis. 
–  20.00 uur filmavond; wijn en/of ’n pint naar keuze  
–  22.30 uur aanvang terugreis
–  22.35 uur aankomst in de badkamer/slaapkamer 
–  23.00 lichten uit en welterusten.

We passen ons – in meerderheid – wonderlijk snel aan de nieuwe samenlevingsnormen aan. Met als onveranderde stelregels: anderhalve meter afstand en meer binnen dan buiten. Dat blijft, ook na zoveel coronaweken, nog steeds wennen en wringen, passen en meten. Het is niet cynisch bedoeld om in dit verband uitgerekend een Afghaans gezegde aan te halen: Geduld is bitter, maar de vruchten ervan zijn zoet…

Sommige hardleerse mensen kunnen tenslotte toch tot beter inzicht komen. Ken je dat verhaal van die boer die ziek werd omdat ‘ie zijn land jarenlang had bespoten met een gevaarlijk product? Tegen een kennis, die hem daarvoor gewaarschuwd had, zei hij uiteindelijk: ‘Je had gelijk. Mijn dokter zegt ook dat het gevaarlijk is voor mijn gezondheid. Daarom bespuit ik m’n land niet meer met dat spul. Mijn zoon doet dat nu’.

In een recente filmrecensie las ik een prachtige zin over een stagnerend, slepend huwelijk: twee mensen die wel bij elkaar horen, maar niet bij elkaar passen. Tja…, samen gaat het niet, uit elkaar willen ze niet. Dissonanten moet je in de muziek en in een huwelijk niet al te véél hebben. ‘En toch’, zegt jazzgitarist Floyd D. Rose ‘kan er geen harmonie zijn als iedereen dezelfde noten speelt’. 

Een jonge vrouw die terug kijkt op haar jeugdjaren omschreef haar harmonieuze gezinsleven aldus: 

Alles wat mijn vader zei was zinnig, wat ik zeer respecteer. 
Alles wat mijn moeder deed was innig: één letter minder maar oneindig veel meer…

Zij had ongetwijfeld het type moeder dat tegen haar kinderen zegt: ‘blijf nog maar even klein…, je kunt nog lang genoeg groot zijn’. 

Annie M.G.Schmidt schreef er in 1950 een rijmende geruststelling over, aan een klein meisje: ‘Dit is het land waar grote mensen wonen, je hoeft er nog niet in: het is er boos. Er wonen geen feeën meer, er zijn geen hormonen en altijd is er wat anders loos’. Met de slotzin: ‘Dit is het land waar grote mensen wonen, wees maar niet bang. Je hoeft er nog niet in’.  

Dat hadden we eerder moeten weten…

beeld:© https://encrypted-tbn0.gstatic.com

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *