Ledentallen van de kerken

Met de verschijning van het Kerkelijk Jaarboek 2020 van de Gereformeerde Gemeenten begin deze week is de lijst weer compleet: veel kerken hebben hun actuele ledenaantallen bekendgemaakt. Daling lijkt de norm, maar er zijn uitzonderingen: kerken die stabiel zijn of zelfs groeien. Een overzicht.

beeld Dick Vos

Het ledental van de Protestantse Kerk in Nederland – in 2004 ontstaan uit een fusie van drie kerken – loopt al jaren terug. Bij de fusie van hervormden, gereformeerden en lutheranen telde de kerk bijna 2,5 miljoen leden. Ruim tien jaar later, in 2015 zakte dit aantal onder de twee miljoen. Op dit moment telt de Protestantse Kerk 1.735.000 leden, verdeeld over 1572 gemeenten.

Een van de oorzaken van de daling van het ledental is volgens de Protestantse Kerk de scheve leeftijdsopbouw. Het aantal jongeren in de Protestantse Kerk is sterk ondervertegenwoordigd en het aantal zestigplussers sterk oververtegenwoordigd. In 2017, het jaar waaruit de meest recente statistische jaarbrief van het kerkgenootschap dateert, was van de belijdende leden van de Protestantse Kerk 52 procent 65 jaar of ouder. Dat jaar waren er op 1 januari 744.299 belijdende leden en 818.627 doopleden. De overige 286.276 leden bestonden uit diverse categorieën, zoals mensen die nauwelijks een band hebben met de kerk, kinderen van meelevende gezinnen die nog niet gedoopt zijn, gastleden die ook lid zijn van een ander kerkgenootschap en voorkeursleden – leden die in een protestantse gemeente kerken die niet overeenkomt met hun woonplaats.

In de cijfers over de afgelopen tien jaar vallen twee dingen op.

In 2012 was er groei, het gevolg van de invoering van een nieuw ledenregistratiesysteem.

En het Kaski, een expertisecentrum voor religie en samenleving dat aan de Radboud Universiteit in Nijmegen is verbonden, hanteert andere, veel lagere cijfers. In het laatste jaar waarover Kaski rapporteerde, 2016, telde de Protestantse Kerk volgens het instituut 1.604.233 leden. De PKN gaf toen zelf aan 1.907.570 leden te hebben. Dat is een verschil van ruim 300.000.

Het verschil laat zich verklaren door de categorie ‘overig’: leden die geen doop- of belijdend lid zijn, maar ‘vriend’, gastlid of met een familielid ‘mee geregistreerd’. Die categorie besloeg in 2019 ruim 250.000 mensen.

Protestantse Kerk in Nederland:

        2011        2.044.531

        2019        1.735.382

nog steeds de grootste kerk, op papier: rooms-katholieken

Het laatste ledencijfer van de Rooms-Katholieke Kerk stamt uit 2018: 3.711.000 leden. Daarmee zijn de katholieken verreweg het grootste kerkverband van Nederland. Waar de Protestantse Kerk in Nederland in tien jaar ruim 300.000 leden verloor, ligt dat verlies bij de katholieken nog iets hoger: 380.000 in tien jaar. Dat is meer dan alle andere kerken, uitgezonderd de PKN, in totaal aan leden hebben.

Het is wel voor een groot deel een culturele en papieren werkelijkheid. Volgens eigen cijfers van de Nederlandse kerkprovincie kwamen er in 2018 wekelijks 153.000 mensen naar de kerk.

Als het om ledentallen gaat, hebben de volkskerken het zwaar. Maar dat is geen verrassing.

Rooms-Katholieke Kerk:

        2011        4.091.000

        2018        3.711.000

lees het volledige artikel in hetNederlands Dagblad

beeld: © https://pubblestorage.blob.core.windows.net/9ed0159c/content/originals/2020/6/2858924b-e5f0-403f-87ae-63e6030c301b_thumb728.jpg

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *