Heer met de heren…

*** zondagsmijmeringen ***

Kerkvader Augustinus gaf eeuwen geleden al een lesje in sociaal gedrag: Wees heer met de heren en boer met de boeren. Niet moeilijk doen, maar soepel aanpassen aan het gezelschap. Vrij vertaald: als er wijn is dan drink je wijn. En als water is dan vraag je niet om wijn.  

In Veenendaal word ik omringd door burgers, boeren en andere buitenlui, zoals ik. En heren natuurlijk: de Heeren van de Wijn (ze hebben mooie Italiaanse wijnen in het assortiment), de Heeren van de Vis (elke dinsdag en zaterdag op de markt), de Heeren van Ruysdael (een aangenaam café-restaurant op de Markt) en de Heeren van 17 (dé speciaalzaak voor koffie en thee). Voor de ‘Heren van de thee’ hoef ik het huis niet uit. Dat boek van Hella Haasse staat binnen handbereik in de boekenkast. 

Nog niet zo lang geleden kwam er ook een ritmeester uit Veenendaal. In het leger kennen we de rang van kapitein, maar bij de Cavalerie wordt dat een ritmeester genoemd, altijd een bijzonder slag geweest: huzaren. Maar uit Veenendaal kwam lange tijd een Ritmeester met een hoofdletter. Een sigaar, en dan vooral de bolknak. In Veenendaal heeft tot voor kort een bloeiende sigarenindustrie bestaan. Dat ben ik pas te weten gekomen toen ik hier kwam wonen. Daarom is verhuizen zo leerzaam, want in elke nieuwe woonplaats ontdek je nieuwe dingen en leer je wat bij. 

Als Brabander weet ik van kinds af aan dat sigaren bij Brabant horen, zoals Friesche Heerenbaai bij Friesland, maar dat gaat over pijptabak en da’s een ander verhaal. Kinderen – ik ook – spaarden in mijn jeugd, halverwege de vorige eeuw, postzegels, lucifermerken, centen (maar die moesten de spaarpot in) en sigarenbandjes wat eigenlijk miniatuur-schilderijtjes waren. En dan tuimelen de namen over elkaar: Hofnar en Willem II werden in Valkenswaard gemaakt, de Agio in Eersel en Duizel, Elisabeth Bas en La Paz kwamen uit Boxtel; in Meerveldhoven en Zeelst werden Karel de Stoute, Velasques en Duc George gemaakt. En in mijn geboortestad Eindhoven natuurlijk Karel I. 

Henri van Abbe was een succesvolle sigarenfabrikant. Zijn merk werd op de markt gebracht onder de reclameslogan: ‘Er is maar één Karel I’. Daar zou je vandaag de dag een Gouden Loekie voor krijgen. Van Abbe was een verzamelaar van moderne kunst en wilde anderen daarvan ruimhartig laten meegenieten. Daarom schonk hij de stad Eindhoven een sigaar uit eigen doos: het Van Abbemuseum. Voor hem was het een droom die niet in rook opging maar werkelijkheid werd.  

Overigens is één droom krachtiger dan duizend werkelijkheden, vindt de Britse schrijver J.Tolkien. Dromen mogen dan soms – of vaak – bedrog zijn, maar zonder dromen is het leven saai. Ik heb eens gelezen dat je dromen kunt afdwingen: als je voor het slapen gaan heel sterk aan iets of iemand denkt, dan verschijnt dat of die in je droom. Forget it! Maar goed, zelfs de grootste droogkloot kan wel eens een natte droom hebben…

De liefde, verliefdheid zijn geliefde droomonderwerpen. Ook ideaal voor dagdromen. Zoals de dichter René Oskam bewijst: 

ik droom jou in de morgen 

ik droom jou overdag 

ik droom zelfs dat ik in 

mijn dromen naast 

jou te dromen lag 

ik droom dat jij mij droomde

in de morgen, overdag

ik droom dat jij mij in  

jouw dromen naast jou 

dromen zag.

Dromen van een heerlijke vakantie. Zeker in deze tijd, nu een vreemd vervelend virus voor velen veel vakantiedromen verpest. Tropische temperaturen op de Veluwe?, dat voelt toch anders dan aan een Mediterrane kust. Programmamaker en journalist Rik Zaal schreef jaren geleden ’n column in de Volkskrant met zinnen die je, jaar in, jaar uit – en nog steeds! – hoorde als mensen over hun droomvakantie vertelden. Ik citeer er een paar:

– Ik zat op dat gedeelte van het eiland waar bijna geen toeristen komen.

– Wij hadden daar een restaurantje ontdekt en daar zaten alleen maar Portugezen.

– Wij hebben een hele speciale route door Frankrijk en daar kom je vrijwel geen buitenlander tegen.

– Die mensen hebben ons toen een prachtig kerkje laten zien dat in geen enkele reisgids vermeld staat.

– Wij zaten precies in dat stukje waar het wèl mooi weer was. 

– Als je daar aan begint krijg je alle bedelaars achter je aan.

– Waar wij altijd zitten zijn de mensen veel aardiger dan in de rest van Frankrijk.

–  Die oude vrouwtjes schrokken echt van ons. Die hadden waarschijnlijk nog nooit een buitenlander gezien. 

In m’n verkleeddoos voor carnaval en andere feestelijke gelegenheden ligt nog een tropenhelm. Die zet ik op als ik straks, heel laat in de middag, nog ’n ommetje ga maken. Ik zie wel wat er gebeurt, of niet. Denkend aan een regel van de Vlaamse dichter Herman de Coninck: 

‘De dingen gebeuren. Zonder woorden zouden ze ook gebeuren. Maar dan zonder woorden’. 

Eén tropenhelm zegt meer dan duizend woorden…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *