Alle dingen onder de hemel hebben hun tijd

Graf van paus Adrianus VI, door Baldassarre Peruzzi , Santa Maria dell’Anima , Rome. ( CC BY-SA 3.0 )

Paus Franciscus spant zich in om de kerk te vernieuwen, maar misschien is het nu niet het moment voor echte hervormingen.

Brief uit Rome door Robert Mickens voor La Croix International

“Alles heeft zijn uur, alle dingen onder de hemel hebben hun tijd”zegt het boek Prediker. De opsomming die dan gegeven wordt (3, 3 tot en met 8) is goed bekend. Hij zegt dat er …een tijd is om geboren te worden en een tijd om te sterven; een tijd om te planten, en een tijd om te oogsten wat is geplant;….
Maar wat is deze huidige tijd waarin de katholieke kerk verkeert? In het bijzonder, wat voor soort tijd is dit voor het pausschap en voor de Romeinse curie? Een tijd om zich te wijden aan de normale zaken?

Het is een belangrijke vraag, want hoewel de gemeenschap van gelovigen niet alleen kan worden gelijkgesteld met de kleine enclave in het centrum van de Eeuwige Stad, is het Vaticaan nog steeds een essentieel onderdeel van wat er gebeurt in de institutionele kerk over de hele wereld.

Tijd voor het normale?
Toen paus Franciscus in 2013 werd gekozen, leek het alsof de kerk terugkeerde naar een tijd van normaliteit – “een tijd om te omhelzen”, om de categorieën van Prediker te gebruiken, of eigenlijk om een ​​katholicisme te opnieuw aan de orde te stellen waarop het Tweede Vaticaans Concilie (1962-65) het kompas had afgesteld in plaats van een terugverwijzen naar het anachronistische model van het 16e – eeuwse Concilie van Trente.
Veel katholieken waren opgetogen over het eerste grote document van de “nieuwe” paus, de apostolische aansporing, Evangelii gaudium (De vreugde van het evangelie).Ze zagen het als het begin van “een tijd om te genezen” – om alle bittere wonden van vervreemding, lusteloosheid en ontevredenheid te helen die waren veroorzaakt door de geleidelijke, maar gestage afkeer van zijn voorgangers van de hervormende geest van Vaticanum II.
Met de nadruk die hij legde op synodaliteit – gekenmerkt door priesters die ‘ruiken naar de schapen’ en bisschoppen die naar hun volk luisterden ter voorbereiding op synodevergaderingen in Rome – voelde het alsof Franciscus de katholieken vertelde dat het nu ook ‘een tijd was om spreken”, en een tijd om te luisteren. Dit was vooral bemoedigend en opwindend voor die vrouwelijke en mannelijke theologen die de Congregatie voor de Geloofsleer het zwijgen oplegde tijdens het pontificaat van Johannes Paulus II, een inquisitietaak die Benedictus XVI vervolgens zou opleggen aan plaatselijke bisschoppen en religieuze oversten om de bevolking niet te bezoedelen.

Maar Franciscus gaf aan dat het meer was dan alleen een tijd om te spreken. Tenslotte waren veel katholieken, ondanks het verbod van het Vaticaan om over een hele reeks kwesties te praten, nooit gestopt met het verheffen van hun stem. Wat de jezuïetenpaus eigenlijk zei, was dat ook “een tijd om te luisteren” was aangebroken. Door zijn voorbeeld toonde hij bisschoppen en priesters (in feite alle katholieken) dat het niet alleen geoorloofd, maar ook wenselijk en zelfs noodzakelijk was om een ​​dialoog te voeren met – en om echt naar te luisteren – katholieken (en ook anderen) die verschillende meningen, visioenen of ideeën er op nahielden dan zijzelf.
Maar tijden en seizoenen overlappen elkaar. De lente verandert in de zomer. De zomer vervaagt geleidelijk en maakt plaats voor de herfst. De herfst wordt getemperd door de winter.

Kerkelijke klimaatverandering
De klimaatverandering heeft dit patroon echter veranderd. De vier seizoenen zijn in veel delen van de wereld niet meer zo duidelijk afgebakend. En zo is het met het kerkelijke klimaat van de katholieke kerk. Ja, dit is nog steeds een tijd om te spreken, een tijd om te omhelzen en zeker een tijd om te genezen. Maar het lijkt erop dat het ook “een tijd om te scheuren”, “een tijd om af te breken”, “een tijd om te doden” en … “een tijd voor oorlog” is geworden.
Het was schokkend om te zien dat paus Franciscus – een man die van ‘barmhartigheid’ het motto van zijn priesterschap en pontificaat heeft gemaakt – een kardinaal die levenslang pauselijke diplomaat was geweest, figuurlijk onthoofde, hem zo vernederde en een boodschap van angst naar anderen in het Vaticaan afgaf. Ongeacht de reden waarom de paus de extreme maatregel nam om Angelo Becciu al zijn rechten als kardinaal te ontnemen (het Vaticaan heeft nog steeds niet uitgelgd waarom), had de actie niet op deze manier mogen plaatsvinden.

Een tijd om mee te vechten
Deze handelwijze geeft aan dat het nu echt “een tijd van oorlog” is in het Vaticaan. Of misschien is het beter te zeggen dat paus Franciscus pas nu heeft besloten openlijk de strijdbijl op te pakken. Je kunt je alleen maar voorstellen hoe gefrustreerd hij is omdat hij praktisch opgesloten zit binnen de muren van het Vaticaan, hij die muren verafschuwt en liever naar het buitenland reist om bruggen te bouwen.
Maar dit is ook een tijd van pandemie, en niemand weet hoe lang het zal duren.
De langverwachte apostolische constitutie die concrete, institutionele hervormingen moet doorvoeren in de Romeinse curie en de bestuursstructuur van de universele Kerk is nog steeds niet gepubliceerd.
Het langverwachte onderzoeksrapport over Theodore McCarrick om te bepalen wie in het Vaticaan en andere delen van de kerk de voormalige Amerikaanse kardinaal toestond om seminaristen en jonge priesters seksueel en geestelijk te misbruiken, is nog steeds niet vrijgegeven.

Deze twee documenten zijn belangrijke onderdelen van een echte institutionele hervorming van de kerk. Maar misschien is dit niet de tijd van hervorming – vooral omdat er zo weinig enthousiasme voor hervormingen schijnt te zijn onder die kleine minderheid van mannen (de bisschoppen) die alle belangrijke beslissingen in de kerk nemen.

Helaas, deze tijden …
Misschien is de tijd niet rijp voor de hervorming die zo veelbelovend wordt beschreven in Evangelii Gaudium. Misschien blijft de kerk nu gewoon steken in “een tijd om te planten”. En daardoor kunnen hervormingsgezinde katholieken alleen maar hopen dat de zaden die Franciscus tot nu toe heeft gezaaid, wortel zullen schieten en niet zullen worden vernietigd door degenen die na hem komen.

Soms komt de juiste paus op het verkeerde moment. Dat is wat de secretaris van paus Adrianus VI geloofde van de Nederlander die tijdens het turbulente begin van de 16e eeuw voor slechts anderhalf jaar regeerde. Hij was de laatste niet-Italiaanse paus voordat Johannes Paulus II in 1978 werd gekozen en is begraven in een sierlijk grafmonument in de Duitse nationale kerk in Rome, Santa Maria dell’Anima.
Zijn secretaris heeft deze woorden in het graf van Adrianus laten graveren: Proh dolor, quantum refert in quae tempora vel optimi cuiusque virtus incidat. ‘Helaas, hoeveel maakt het uit in welke tijden het werk van zelfs de beste mannen, toevallig valt!’

Volg mij op Twitter @robinrome

bron: la croix international

vertaling en bewerking: redactie www.deroerom.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *