‘Heer zegen deze spijzen’

Zondagmijmering |

Het tafelgebed(je) is iets van vroeger, maar ook van nog niet zo héél lang geleden. Het ‘Heer zegen deze spijzen’ is in veel gezinnen en bij lunches/dinertjes met kleine groepjes vervangen door ‘Smakelijk’. Nou hoeft het een het ander natuurlijk niet uit te sluiten, maar in de gigantische secularisatiegolf van de afgelopen decennia is ook dat tafelgebedje/momentje weg gespoeld. 

Soms heb ik het idee –  en ik ga mezelf maar na… – dat veel katholieken-van-huis-uit zich gaandeweg zijn gaan schamen om in het openbaar te laten zien en horen dat ze actief bij ‘die club’ horen; dat ze op een manier gelovig zijn, of dat het geloof verwaterd is. Je moet vandaag de dag al van goede christelijke huize komen en sterk in je (geloofs)schoenen staan om in het openbaar nog een kruistekentje te maken of even de handen te vouwen voor je aan de maaltijd begint. 

Maar ja, met je ogen dicht zie je natuurlijk niet wat er allemaal kan gebeuren. Daar weet de dichter/schrijver Lévi Weemoedt alles van, zoals blijkt uit zijn zogenaamd Oud-Hollands tafelgebedje:  

Ick doe mijn handjes samen
Ick doe mij oogjes dicht
En bid dat na het amen
Mijn gehacktbal er nog ligt. 

Is minder eten beter dan gezonder eten? Zit het ‘m in de combinatie van die twee? We weten allemaal dat je nooit met een lege maag naar de supermarkt moet gaan, want voor je het weet heb je veel meer gekocht dan je eigenlijk wilde of nodig had. 

Op m’n laatste voor-coronatrip naar de VS las ik ergens in de etalage van een bakkerij: ‘The more you weigh, the harder you are to kidnap. Stay safe. Eat more cake’. Da’s andere koek dan wat ik ’n vrouw bij de slager tegen iemand enthousiast hoorde vertellen: ‘Je gelooft het nooit. Maar ik heb m’n veertien-dagen dieet in precies drie uur en twaalf minuten opgegeten.  Goed hè?! ’.   

Ik hou van winkelgeuren. Ik bedoel, dat je leer ruikt als je een schoenenwinkel binnenloopt, dat het, als je bij de vishandel binnenstapt, ruikt alsof je het strand bij Katwijk op loopt en dat je al bij de eerste stappen in een parfumerie zoet-erotische ideetjes kunt krijgen. Een bakkerij ruikt naar brood, een dierenwinkel naar beestjes… ,waar ik sowieso het liefste met een mondkapje naar binnen zou gaan.  

Bij een Reformwinkel heb ik die geurherkenning niet. Het is er – om het zo aardig mogelijk te zeggen – reukloos, met vaak personeel waar de gezondheid niet meteen van afstraalt. Het is,  kortom, niet mijn type winkel. Dan desnoods maar naar de Gamma waar ik ook niks te zoeken en niks verloren heb, maar waar het helemaal achterin tenminste geurt naar een zagerij, naar hout en verf. 

Ik ben het helemaal eens met wat ik las van Matt Steinglass over die reformwinkels:

In de
Natuurwinkel
sta je
al gauw
naast een zure
meervoudig
onverzadigde
vrouw

In mijn familie- en vrienden/kennissenkring heb ik zowat alle soorten eters: fijnproevers en jongens-van-de-gestampte-pot, smulpapen en lekkerbekken, grote en kleine eters, ‘pitsers’ en ‘veelvraten’, gluten- en gezondheidsfreaks, vegetariërs en veganisten. En culinaire vreemdgangers. Zo noem ik diegenen die bij voorbaat alles uit een ander land lekker vinden en tegelijk wat denigrerend doen over spruitjes en andere vaderlandse klassiekers. Da’s culinair snobisme. 

Ik voel me intuïtief aangetrokken tot gerechten die met iets afgeblust moeten worden: een scheutje cognac, een glas cider of witte wijn, een halve fles rode wijn (voor de marinade), een paar druppels Pernod of Marsala. Zeg nou zelf: ‘Cocq au vin’ klinkt toch heel wat smakelijker dan ‘Gegrild kippenborstje’.  Stoofpotjes hebben niet zo mijn voorkeur, al kan ik intens genieten van een goeie hachee waarin – behalve het vlees natuurlijk – niet alleen een ui, een handjevol verkruimelde ontbijtkoek, een scheutje azijn, een paar kruidnagels en wat laurierblaadjes zijn verwerkt, maar vooral ook een flesje oud bruin. Bier is een vrolijk ingrediënt. Gestoofd in Bockbier zijn zelfs die saaie witte champignons lekker.  

Basta! Het is mooi geweest, tijd voor wat anders: een muurgedicht van Hans Andreus (1926-1977), gelezen in de Haagse Surinamestraat: 

Je bent zo 
mooi
anders
dan ik,
natuurlijk
niet meer of
minder
maar
zo mooi
anders,
ik zou je
nooit
anders dan
anders willen. 

beeld: https://i.pinimg.com/originals/69/19/6b/69196b253952ce1894a90c14fd9c6130.jpg

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *