Geen wijn, geen medicijn…

Een van de laatste nazomerse zondagen. Of krijgen we nog een Indian Summer?, een term overgewaaid uit Amerika. Maar ook in Europa kennen we die vaak verrassend zomers-warme weken tussen eind september en half november. Blauwe luchten, zon en intens verkleurende boombladeren, bij ons ook wel bekend als Oudewijvenzomer.

Wat is er eigenlijk niet overgewaaid uit Amerika?, de afgelopen tientallen jaren, vooral vanaf begin vorige eeuw; tussen en na de beide Wereldoorlogen. In Amerika gebeurde alles het eerst, op allerlei gebied. Het was lange tijd het land zonder grenzen en van onbegrensde mogelijkheden. Waar je van krantenjongen miljonair kon worden…

Sinds 1789, de geboortedatum van de onafhankelijke Verenigde Staten van Amerika, hebben de VS altijd en onveranderd twee doelen voor ogen gehouden: America first en zo’n beetje de sheriff van de rest van de wereld zijn. Dat eerste is nog steeds zo, maar de rol van die denkbeeldige sheriff is verbleekt en dreigt zelfs een bijrol te worden op het wereldtoneel. Het heeft althans – even? – minder prioriteit, tenzij er strategisch/zakelijke belangen op het spel staan. De Duitse Rijkskanselier Otto von Bismarck (1858-1898) die het snel groeiende Amerika nog even heeft meegemaakt, schijnt eens gezegd te hebben: ‘God heeft een bijzondere voorzienigheid voor kinderen, idioten, dronkaards en de Verenigde Staten’.

Het is deze zondagmorgen nog aangenaam, buiten op het terras. Ik geniet van de rust en hoor flarden orgelmuziek en gezang uit het Hervormde witte kerkje schuin tegenover ons. Aan de overkant van het plantsoen stappen de mannenbroeders voorbij. Marstempo, want de Heer wacht niet. Mannen, vrouwen en kinderen op weg naar hùn kerkje, twee straten verderop. Kerkgangers die streng in de Leer zijn.

De Heer heeft bij de Schepping niet alleen de kleuren van de regenboog gebruikt, maar ontelbaar veel meer kleurtinten en -varianten. Ik hoef maar om me heen te kijken en raak de tel al kwijt als ik probeer alleen de tinten groen van bomen, struiken en planten te tellen. Maar in sommige Godshuizen is kleur als vloeken in de kerk. Zwart-wit geloof. Wie daar ter kerke gaat behoort zich ingetogen, sober te kleden. Bij voorkeur in het zwart, van hoed tot schoenen. Of anders in een van de vijftig tinten grijs. Wit dragen alleen de kinderen, maar ook niet veel meer dan hun mutsjes en kousen. 

Ik ga naar binnen, tijd voor het ontbijt: een puddingbroodje van Bakker Floris, een glas karnemelk met een paar schepjes suiker, twee perziken. En als afdronk een glas mimosa, die gezonde mix van vers sinaasappelsap en een scheut Prosecco.

Toen ik de sinaasappelen kocht bij onze groetenjuwelier Gijs, zag ik een kistje bloedsinaasappelen staan. Die zijn er niet altijd. Ik koop ze zo af en toe, vanwege het dieprode, zoete sap. De naam ‘bloedsinaasappel’ moet je natuurlijk niet letterlijk nemen, in tegenstelling tot bloedworst, want daar komt wel degelijk bloed aan te pas. Je moet er niet te veel bij denken: gewoon dikke plakken bakken in de boter, een schijf licht gebakken appel er op, een stuk vers brood en je hebt een perfecte lunch. 

Ook in de drankensector kom je ‘bloed’ tegen. Het eerste wat me dan te binnen schiet is een stevige Bloody Mary en het allerlaatste waar ik aan moet denken is bloedwijn. Pleegzuster Bloedwijn was in de jaren ‘60/’70 van de vorige eeuw bij hele volksstammen een populaire drank vanwege de beloofde medicinale werking. Maar de pleegzuster besodemieterde haar afnemers: in 1998 (toen pas…) besliste de Reclame Code Commissie dat de wijn (is het wel echte wijn?) niet langer als medicijn mocht worden aanbevolen en dat zelfs de suggestie van gezondheid-bevorderend misleidend was. Alcohol kan natuurlijk nooit een medicijn zijn, ook al gooi je er een handvol kruiden en ijzerverbindingen in. Maar die zoete, bedenkelijk goedkope bloedwijn is nooit uit de schappen verdwenen. Je moet wel doodziek zijn om het te durven drinken. Dan maar liever een stevige Glühwein: ’n stevige èchte wijn, wel is waar kruidig en ook nog warm, maar allesbehalve zoet.  

De Franse journalist, dichter en bohémien Emile Goudeau (1849-1906) zocht vaak de combinatie van wijn en poëzie, al dronk hij zelf – net als Vincent van Gogh – bij voorkeur (veel) absint, dat gifgroene anijslikeurtje, oorspronkelijk met hallucinerende werking. Zijn Ode aan de wijn uit de Poèmes Parisiens begint aldus:

Vloeide de lekkere wijn van Beaune door de Seine
en was er in mijn maag plaats voor ontelbare wijnen
Dan zocht ik een plaatsje onder de brug
en languit liggend op mijn rug
zou ik de Seine in mijn lijf laten verdwijnen

Ik heb het nieuwe boek van Kees van Kooten aangeschaft. Het is een verhalenbundel. Tachtig verhalen, voor ’t merendeel al eerder gepubliceerd, ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van de veelkunstenaar. Hij heeft het de titel ‘De Tachtigjarige Vrede’ meegegeven. 

Op de laatste pagina van zijn boek staat zijn Onthekelgedicht met de titel 67% respect. Een doordenkertje van maar tien woorden:

God bestaat
nog meer niet
dan Allah
al niet bestond.

Bedoeld als ‘handreiking naar de islam en de Nederlandse moslims en wil de gevaarlijke segratie bestrijden door ons oude Westen iets te laten inleveren’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *