Jaloers op Jip en Janneke…

Het was me bijna ontgaan, maar gisteren was het de Dag van de Rechten van het Kind, wereldwijd. Een initiatief van UNICEF en de Verenigde Naties. Maar liefst 191 van de 193 landen op onze planeet hebben die verklaring in 1989 ondertekend. Mooi toch?, dat we tenminste één van de 365 dagen in het jaar even aandacht hebben voor de rechten van het kind. Dat ze onder meer recht hebben op onderwijs, op eigen geloof, op een eigen naam. Het recht op een veilig en gezond leven, op veilig drinkwater en het recht om te spelen.

Maar hoe vertel je kinderen dat ze rechten hebben, naast een veelvoud aan plichten? En bij wie, waar moeten ze hun recht halen of krijgen? Kinderen zijn mondiger dan een generatie geleden, maar er zijn tientallen miljoenen – en nog veel meer… – kinderen die hun mond niet open durven doen en die alleen maar onrecht wordt aangedaan. Beschamende voorbeelden te over: kinderarbeid, kinderprostitutie, kindermisbruik, kindermishandeling, kindsoldaten. En dat gebeurt in heel veel van die 191 landen die het verdrag van de Rechten van het Kind braaf hebben ondertekend.

Ook bij ons zijn kinderen niet altijd veilig. Je leest verhalen over verwaarloosde kinderen, zelfs zwerfkinderen, over kindermisbruik en kinderen die uit huis zijn geplaatst. Niet (altijd) omdat ze zelf onhandelbaar zijn, maar vanwege het gedrag van de ouders.

Als kind liep en fietste ik altijd blij naar huis, uitgezonderd dan de keer dat ik m’n ouders moest vertellen dat ik nog ’n jaartje middelbare school moest overdoen… Maar mijn, ons thuis was een warm nest. Dat hebben we onze kinderen óók gegeven en ik zie dat onze kleinkinderen dat ook hebben. Maar we weten ook allemaal dat er talloze kinderen zijn die ‘s morgens zo snel mogelijk het huis uit willen en ’s middags zo laat mogelijk terug. Omdat het achter hun voordeur ongezellig, eenzaam en soms zelfs gevaarlijk is. Die doorlopend bang zijn voor weer een pak rammel van pa of ma. En dat gebeurt in gewone Nederlandse straten waar nette mensen wonen…

We lezen de verhalen van (huis)artsen die ongewone, verdachte verwondingen bij kinderen zien. Gelukkig hebben we in dit land instanties die dan kunnen ingrijpen en weerloze kinderen uit die gevaarlijke thuissituatie halen. Maar wie haalt kinderen uit de textielfabrieken in India en andere landen?, uit de mijnen in landen in Afrika en Zuid-Amerika?, uit tal van clandestiene werkplaatsen en uit de criminaliteit?

Hoeveel kinderen kennen Jip en Janneke? Laat ik, zonder wetenschappelijk onderzoek maar zeggen: heel veel. In ons land tenminste, en in de landen waar die boekjes van Annie M.G Schmidt zijn vertaald. Maar in de rest van de wereld? Ik weet zeker dat er ontelbaar veel kinderen jaloers zouden zijn op die twee: een zorgeloze, beschermde jeugd met veel avonturen en kattenkwaad. Jip en Janneke hebben geen mondiale Dag van de Rechten van het Kind nodig…

Een lieve vriendin heeft inmiddels haar jaarlijkse skivakantie geboekt; Oostenrijk, gletsjer-skiën. Dus sneeuwzeker. Ze is Tilburgse en dat kun je zo tussendoor wel horen…

Ze kan kostelijk vertellen over haar ski-avonturen, maar vraagt zich nu toch wel af hoe avontuurlijk het dit jaar gaat worden. Want ook op de skipistes is het corona-virus aanwezig. ‘We zien wel’… 

Ze vertelde me ooit een mooi verhaal over een stel Tilburgers dat in Oostenrijk op sneeuwvakantie was. Na een lange wandeling konden ze de weg naar hun hotel niet meer vinden. Dus maar aan een voorbijganger even vragen waar Hotel ‘Der Rosenkavalier’ was. De man wees ze de weg, richting een kerktorentje in de verte. Een van de wandelaars, die veel beter Tilburgs dan Duits sprak, vroeg voor alle zekerheid nog even: ‘Ist das lang laufen?’. Waarop de wandelaar zei: ‘Mensch!, das langlaufen ist auf die andere Seite des Dorfes’.

Vakantie. Het bestaat nog, maar minder vanzelfsprekend, minder spontaan en al helemaal niet in dit seizoen. De kort geleden nog populaire stedentrips hebben veel van hun aantrekkingskracht verloren vanwege de vele corona-beperkingen.

Dan liever de vrije natuur. Daar moest ik even aan denken toen ik las dat de schrijver/dichter Jacques Hamelink is overleden. Hij was 82, geboren in een gehucht bij Terneuzen. Een  Zeeuws-Vlaming; verknocht met de natuur, met het water.

Jaren geleden heb ik eens een tochtje gemaakt in een sloep op de Amstel. Het favoriete uitje van veel Amsterdamse sloep-bezitters; en dat zijn er veel…! Langs de Weesperzijde de stad uit, richting Ouderkerk aan de Amstel en – meestal na een lunch aan boord of aan de wal -, weer terug.

Dat heeft Hamelink ook eens gedaan, blijkens zijn gedicht ‘De Amstel buiten Amsterdam’, uit 2007.  

De vlakke boordevolle breedgespreide vloeirivier
van bleekallure heeft een luider en een stiller zijde.

Bedden met Monetlelies bloeiend eierdooiergeel, langs
de geschoren grasoever rietgaten zonder witvisvissertje.

In het lichtmidden van de waterweg rugbuigingen der halende
roeiers. Hof Vredelust zal zijn. Minikasteel. 17e-eeuws werk.

Het bric á brac voorbij aldoor het vlakke blinkende dat over
het plein van paardeweidjes, van tuinerijen door Ouderkerk voert.

beeld: http://www.dollemoeder.com/losgeslagen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *