Koffie en appelpunt van het huis…

Zondagmijmering |

Wie had twee jaar geleden kunnen denken dat we zo lang gegijzeld zouden worden door een vreemd, veelvuldig variërend virus. Ik herinner me dat ik naar tv-beelden keek van een Chinese miljoenenstad die in quarantaine ging. China. Ver van m’n bed, moet ik toen gedacht hebben; het zal wel…, en bij de afhaal-Chinees merkte ik er ook niks van. Overigens nog steeds niet, maar dat past in de voorschriften: afhalen mag nog steeds.   

De corona-varianten zijn overal. We mogen een heleboel niet meer waar we twee jaar geleden niet eens over hoefden na te denken. Het spontane is voor een groot deel uit onze samenleving verdwenen. Zonder QR-code ben je een buitenstaander aan het worden, zoals een oude dame ondervond toen ze vorige week op een verwarmd terras ging zitten…

Ze zette haar boodschappentassen naast zich en wist al wat ze zou gaan bestellen na al dat vermoeiende winkelen: een koffietje met een appelpunt. Maar dat gaat vandaag de dag niet zomaar…:
‘Mag ik uw QR-code even zien, mevrouw?’, vroeg de ober vriendelijk.
‘Pardon, wat zegt u? Excuus, maar mijn gehoor is niet meer zo goed, jongeman. In de afgelopen 89 jaren is dat wat achteruit gegaan’.
‘Maar u heeft toch wel een QR-code?, dat staat op uw mobiel’.
‘Wat is dat ober?, een mobiel.’
‘Een telefoon, mevrouw’.
‘Ja, maar die staat thuis op het dressoir, die ga ik niet meenemen’.
‘Heeft u dan een papieren code die u kunt uitprinten?’
‘Nee, hoe moet dat dan’?
‘Met uw pc en printer’.
‘Oh, die heb ik niet. Ik heb wel een radio thuis, is dat ook goed?.
‘Maar ik ben verplicht om uw QR-code te scannen, anders moet ik u wegsturen’.
De vrouw dacht even na en vroeg toen: ‘Gaat u sluiten?’
De ober keek wat radeloos om zich heen en zei dat mensen zonder die code niet worden toegelaten in restaurants.
‘Ach, het lijkt wel oorlog. Toen moest je ook altijd bonnetjes voor alles hebben. Maar die heb ik niet. Waar kan ik ze halen, jongeman?’.
De ober ging weg maar kwam snel terug met een kopje koffie en een appelpunt.
‘Dit is van het huis, mevrouw. Nog een fijne dag verder’.

Wishful thinking, want na de persconferentie van gisteren hoeven we voorlopig niet op echt fijne dagen te rekenen.

Het duo Rutte/De Jonge liet nu iemand anders als eerste aan het woord om het slechte nieuws bij voorbaat te verklaren: de gerespecteerde en deskundige Jaap van Dissel. Op zich geen slecht idee. Maar Van Dissel hield een mini-college alsof hij een zaal medische studenten toesprak. Ik vrees dat veel kijkers niet alles begrepen hebben wat hij vertelde en alleen maar zaten te wachten op die ene zin (van Rutte): het vaderland gaat andermaal op slot.  

Intussen heb ik toch maar m’n kerstkaarten met goede wensen op de post gedaan. Met uiteraard de kerstzegels. Ik ben van jongs af aan praktiserend filatelist geweest. Dat klinkt sjiek, maar het betekent dat ik postzegels spaarde; albums vol. Maar het hele porto-zooitje leverde me – inclusief de albums – bij een onderhandse veiling een paar jaar geleden 112 euro op. Als belegging kun je het vergelijken met behangselpapier. Ik heb één album met Italiaanse en Vaticaanse zegels bewaard, voor wie het wil hebben…!

Je kunt lukraak postzegels verzamelen. Maar dat is een mer à boire. Beter is om per land te verzamelen, of op onderwerp: schepen, treinen, vogels, steden, fonteinen, kranten, bomen. Noem maar op. Ook kinderpostzegels. Maar die verzamelaars worden laatdunkend pedofilatelisten genoemd.  

Een collega bij De Gelderlander spaarde uitsluitend kerstzegels. Heel overzichtelijk. Nog steeds geven veel landen jaarlijks kerstzegels uit. Vooral het Vaticaan, maar dat is eigenlijk vanzelfsprekend. Ook dit jaar hebben de Vaticaanse Posterijen de bekende taferelen op hun postzegels gezet: Jezus, Maria Jozef in warm gezinsverband en de Drie Koningen. Niks bijzonders. De ontwerper is dat wèl. Het is de Poolse artiest Adam Piekarski. Hij zwierf een aantal jaren, alcoholverslaafd, rond in Rome, tot dat hij door de paters Redemptoristen van de straat werd geplukt.

Ze ontdekten zijn talent, vroegen hem om hun kapel te beschilderen en dan komt van het ander. Hij werd voorgesteld bij de Vaticaanse posterijen en kreeg de opdracht voor de serie kerstzegels van dit jaar.

Onze kerstboom staat nog kaal in de erker. Het is een Nordman. Een prachtige boom, maar dat mag ook wel voor 40 euro. Toen de boomkweker waar ik ‘m kocht dat bedrag noemde zei ik – half schertsend – dat als ik over een paar dagen terug zou komen de prijs wel gezakt zou zijn. ‘Wie weet. En als je derde Kerstdag komt krijg je ‘m voor niks’, was zijn antwoord.

Vanmiddag ga ik de boom versieren; lampjes en zilveren kralenslingers. Dan heb ik het geruststellende gevoel dat ‘ie z’n geld waard is.

beeld: https://i.pinimg.com/originals/