Anselm Grün: kerk is een instelling in crisis

‘De kerk mag niet optreden als morele apostel’

Drie maanden geleden schokte het misbruikrapport in München de katholieke kerk. De benedictijner pater Anselm Grün van Münsterschwarzach maakte van de gelegenheid gebruik om een boekje uit te geven over de vraag waarom hij zelf in de kerk blijft.
Anselm Grün ziet de kerk niet als een achterhaald model, dat maar uit de handel zou moeten worden genomen. “Natuurlijk moet de kerk veranderen, weg van het moraliseren. In plaats daarvan moet ze naar mensen en hun verlangens luisteren en reageren.”

Hierbij enkele hoofdpunten uit het boek:


“In het Credo zeggen we: “Ik geloof in de heilige, katholieke kerk”. Maar zij is niet heilig en volmaakt, het is een kerk van zondaars. Ze heeft nederigheid nodig. Zij moet niet verschijnen als een morele apostel en dan niet zelf niet in praktijk brengen wat zij verkondigt, dat maakt mensen boos. Ze moet haar kracht in spiritualiteit vinden en haar boodschap verkondigen. Mensen hongeren immers naar goede woorden, naar woorden die hen verheffen.”

“Het gebruik van macht op zich is geen slechte zaak. Macht betekent altijd iets kunnen bewerken, iets kunnen bereiken. Maar macht kan ook mensen verleiden en gevaarlijk wanneer zij innerlijke leegte en gebrek aan eigenwaarde probeert te vullen. Dan wordt ze onvoorspelbaar en kwetsend. Als voorbeeld: het risico bestaat dat het priesterschap mannen aantrekt die geen zelfvertrouwen hebben en vervolgens de rol van priester op zich nemen om hun gebrek aan zelfrespect te compenseren. Daarom moet in de opleiding van priesters een gezond zelfvertrouwen, innerlijke kracht, eerlijke zelfkennis worden aangeleerd. En het is zaak om goed op te letten waar gebruiken jonge mannen de rol van priester om hun gemis te compenseren?”

“Ik wil met een frisse blik kijken naar de kracht van de kerken. Maar ik wil ook bevorderen dat we als kerk nederiger worden. We kunnen geen grote woorden meer gebruiken, we moeten goed luisteren. Dan kunnen we nadenken over hoe we de boodschap moeten verkondigen – en niet zoals in het verleden toen we grote pastorale modellen hebben ontwikkeld, maar zonder rekening te houden waar mensen behoefte aan hebben.

“Een belangrijke vraag is de toegang tot het priesterschap: het celibaat moet facultatief worden gemaakt. Het ambt moet ook openstaan ​​voor vrouwen, al zal dat niet snel gebeuren. Maar ik zou willen dat het serieus wordt nagestreefd. Meer verbeeldingskracht zou ook van belang zijn als het gaat om andere kerkvormen, bijvoorbeeld in familiegroepen, kleine groepen of huisgroepen. Dat moet worden ondersteund.”

“Wat mij in de kerk houdt is de spirituele rijkdom in de liturgie, de sacramenten, maar ook de hele spiritualiteit, of het nu benedictijns of franciscaans is. De kerkvaders of de woestijnvaders tonen zoveel wijsheid. De rijkdom van de mystieke traditie zou ik ook niet willen missen.”

“Natuurlijk is geloof ook iets persoonlijks. Men kan natuurlijk alleen geloven. Maar we worden ook beïnvloed door de gemeenschap. Daarom is de kerk een steunpilaar om het geloof te versterken en samen te vieren. Niet voor niets verzamelde Jezus leerlingen om zich heen. Samen vieren ze het Pascha, samen gingen ze naar de tempel.”

bron: domradio.de