‘Als een vuilniszak aan de straat gezet’

nominatie mensenrechtenprijs voor woonwagenpastor |

 ‘Mogen wij er ook zijn?’, vragen woonwagenbewoners zich af. Pater Van der Zandt komt voor hen op. Hij is genomineerd voor de Prijs voor MensenrechtenMens. ‘Ieder mens verdient een plekje op de wereld. Waarom zij niet?’

door Sanne Gerrits in het Nederlands Dagblad

vlnr: Pater Jan van der Zandt, Oma Reinhardt-Rosenberg, schoonzoon en kleindochter, Opa Reinhardt en Milka Reinhardt.
vlnr: Pater Jan van der Zandt, Oma Reinhardt-Rosenberg, schoonzoon en kleindochter, Opa Reinhardt en Milka Reinhardt.beeld Jan Willem Boer

ASTEN

Illegale stroomdraden, hopen vuil. Welkom op woonwagenkamp ‘De Bovist’ in Asten. ‘De gemeente noemt ons ‘overtollig.’ Denk je dat wij het leuk vinden om zo te leven? We worden niet geholpen, we mogen hier niet zijn’, vertelt Milka Reinhardt vol emotie. De Sinti-vrouw woont noodgedwongen met twee generaties in haar woonwagen. 
Pater Jan van der Zandt (80) van het Woonwagenpastoraat trekt zich haar lot aan. Voor zijn inzet door heel Nederland is hij nu genomineerd voor de Prijs voor MensenrechtenMens van het College voor de Rechten van de Mens. 

Om de tafel in Asten zitten opa Reinhardt, oma Reinhardt-Rosenberg, dochter Milka en haar pasgetrouwde dochter met man. Ze halen herinneringen op aan de eerste kennismaking met pater Van der Zandt in 1978, destijds net terug uit Papoea-Nieuw-Guinea. De pater toerde met zijn caravan langs alle kampen in Nederland. Oma Reinhardt-Rosenberg: ‘Mama was zo bang: wie bent u? Ze had het niet zo op de kerk. Daarbij had ze de oorlog nog meegemaakt. Drie van haar zussen zijn met hun acht kinderen verbrand in Auschwitz. Een was nog een baby! Ik moest haar beloven dat we nooit uit elkaar zouden gaan.’

In het kleine kamp in Asten woont de ‘clan’ van Sinti-familie Rosenberg sinds eind jaren zeventig. Opa en oma Rosenberg trokken met hun negen kinderen en diens families richting het Brabantse dorpje. Al gauw begon de ellende. ‘Ach…’ zucht oma Reinhart Rosenberg met een handgebaar. ‘Onze kinderen mochten hier niet naar school. De inwoners waren eroptegen. Ze waren bang dat ze opgegeten werden,’ lacht ze. Ze kucht een keer van de astma (‘slechte grond op het kamp’) en serveert tomatensoep met broodjes. Het aangevraagde bodemonderzoek is er nooit gekomen. 

Lees het volledige artikel in het Nederlands Dagblad

beeld: https://www.owrs.nl/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *