Broeders en zusters

De mens zich kan zich van nature maar met een beperkt aantal anderen identificeren. Naast familie zijn dat met mensen die zichtbaar iets met ons gemeen hebben. In vroeger tijden leefden onze voorouders in stammen en trokken rond. De kans dat je rustig van je oude dag kon genieten was niet groot. Het percentage dat een gewelddadige dood stierf was schrikbarend hoog. Toen we in nederzettingen, dorpen, later steden gingen wonen, ging dat beter. Mensen in een gemeenschap zorgden voor elkaar en leefden in het besef van elkaar afhankelijk te zijn. Ze droegen hun steentje bij aan de groei en bloei van de gemeenschap. Wie het te bont maakte werd verbannen. Wie verbannen werd, werd aan zijn lot overgelaten, was aan de goden overgeleverd, en kon het alleen uitzoeken. Een verbanning stond voor veel mensen gelijk aan de doodstraf. Om te overleven is het belang van een gemeenschap tegenwoordig niet meer zo groot. Althans voor mensen die het goed getroffen hebben. Zij ervaren een leefgemeenschap vooral als iets waar je verantwoordelijkheid voor moet nemen. Iets dat moeite kost.

De gemeenschap is voor velen niet meer iets wat moet worden onderhouden, maar iets waartegen het ík zich af moet zetten. Voor mensen die het minder getroffen hebben is dat rampzalig. De zogenaamde ‘Atlas van afgehaakt Nederland’, een zeer lezenswaardig boek, brengt dat schokkend goed in beeld. Er zijn enorme verschillen in opleidingsniveau, toegang tot voorzieningen, gezondheid, inkomen per regio in Nederland.

De parlementaire democratie werkt gewoon niet goed meer voor een hele groep. Dat zijn de Nederlanders die dreigen af te haken of zijn afgehaakt. Door het ontbreken van een beschermende gemeenschap vallen mensen terug in iets wat te vergelijken valt met de oude stammenstructuur. Een overzichtelijke groep waarmee je je wél kunt identificeren. En kan letterlijk levensgevaarlijk zijn.

In zijn boek ‘Maria, icoon van genade’, beschrijft theoloog Arnold Huijgen de rol van Maria binnen de kerk. Aan de voet van het kruis werden Johannes en zij de eerste leden van de kerk van de gekruisigde Christus. Dat past bij Jezus’ boodschap dat de laatsten de eersten worden.  Aan Maria en Johannes is te zien wat de kerk is en kan zijn: een gemeenschap door adoptie, waar mensen los van natuurlijke banden elkaar broeders en zusters noemen. In het geval van Maria en Johannes zelfs moeder en zoon.  Laten we die kracht koesteren.  

De Roerom 36e jaargang nr. 6. februari 2022