Klokgelui

door Frans Wijnands

Wakker worden van klokgelui. Zondagmorgen, half negen stipt. Toen het leven nog normaal verliep – dat was toch gisteren nog…? – zagen we dan al de eerste kerkgangers het witte kerkje aan ons plantsoen naar binnen gaan. Vorige week zondag niet, deze zondag ook niet. En God weet hoeveel zondagen er nog volgen met lege kerken.

Beetje vreemd, want juist in tijden van nood waren kerken de eeuwen door toevluchtsoorden om de boze geesten te bezweren. Nu niet. Nu bidden de gelovigen thuis. Hoop en vertrouwen zijn de belangrijkste woorden geworden.

De wijde wereld is ingekrVorige week zondag niet, deze zondag ook niet. En God weet hoeveel zondagen er nog volgen met lege kerken.ompen tot ons eigen huis, al doe ik om de zoveel dagen snel wat boodschappen: bij de Goudreinet, onze groenteboer. En bij de AH. Die is het dichtste bij. Snel het meest noodzakelijke in de winkelkar en weer weg wezen.

Het valt me op dat in de meeste winkels (en supermarkten) heel gedisciplineerd rekening wordt gehouden met die anderhalve meter afstand. Mensen gaan elkaar – letterlijk -, uit de weg, zelfs op straat. Het went snel.

Vorige week – toen ik er nog even met de auto op uit moest – betrapte ik me er op dat ik zelfs al voor een rood stoplicht anderhalve meter afstand hield van de auto voor me… Ik weet het: da’s overdreven.

Zoveel mogelijk binnen blijven. Natuurlijk: we hebben televisie, Netflix. Maar ik heb echt geen zin in herhalingen van legendarische voetbalwedstrijden. De fraaie goals die ooit gescoord werden staan levendig op m’n netvlies. En de gemiste kansen nog eens te zien maakt me alleen maar chagrijnig.

Lezen dus. Herlezen. Als ik voor de boekenkast sta lijkt het alsof al die boeken me grijnzend uitdagen om ze nòg maar ’n keertje te lezen. Waarom ook niet. Behalve de detectives dan, want ik vind het niet echt spannend om al op de eerste pagina te weten wie de dader is…

Blijf bewegen, hoor ik overal. En als het niet buiten kan, dan maar binnen. Home-trainers, 3xdaags rek- en strekoefeningen; tien keer trap op, trap af lopen, wat lastig is als je gelijkvloers woont. Je fantasie gebruiken zoals Maurice, een aangetrouwd familielid. Die vertelde me dat ‘ie gisteren in elke kamer van het huis twee pilsjes had gezet. ‘Dan kan ik vanavond lekker op kroegentocht….’.

Ik voel me soms schuldig als ik om zo’n ‘coronagrap’ moet lachen. Maar het alternatief vind ik slechter: er niet om lachen.

Corona heeft voorgoed een einde gemaakt aan die ‘ver van m’n bed’-nonchalance. Wat ooit ver weg was – en waar je ‘dus’ geen boodschap aan hoefde te hebben – is nu onafgebroken in ons eigen dagelijkse leven. Ver weg toen is akelig dichtbij nu.

Dat heeft ‘n voor- en een nadeel. Het voordeel is dat we beseffen dat we aan elkaar moeten denken en voor anderen moeten zorgen. Het nadeel is dat een extreem egoïsme op de loer ligt. Maar daar doen we niet aan mee! Optimistisch naar de toekomst kijken. Zoals Judith Herzberg in haar gedicht Daglicht:

Daglicht

Uit chaos van lakens en

voorgevoel opgestaan, gordijnen

open, de radio aan, was

plotseling Scarlatti

heel helder te verstaan:

Nu alles is zoals het is geworden,

nu alles is zoals het is

komt het, hoewel, misschien

hoewel, tenslotte nog in orde.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *