Zoals alle mensen…

zondagmijmeringen

*** door Frans Wijnands ***

Het straatbeeld in ons dorp – dat je met meer dan 60.000 inwoners best een stad zou kunnen noemen – verandert doorlopend. Vooral de Hoofdstraat, de belangrijkste winkelstraat, zoals de naam al zegt. Daar zie je steeds meer bordjes ‘Geopend’ aan de deur, of de deuren staan gewoon open. Dat lokt mensen hun huizen uit, de straat op, de winkels in. Zo stapte eergisteren een mevrouw op leeftijd een kledingzaak binnen. ‘Ik zoek iets wat goed bij m’n gezicht past’, zei ze tegen de verkoopster. ‘Mevrouw’, antwoordde die beminnelijk, ‘dan kunt u het beste eens links achterin kijken. Daar hangen de plooirokken’.

Een vaccin tegen dat mysterieuze virus is er nog niet. Het zou wel eens lang kunnen duren, lees je links en rechts. Waarom zou ik nu ineens Trump geloven als die beweert dat de VS een vaccin binnen handbereik hebben? Ben ik de enige die de afgelopen weken/maanden een waarschijnlijk permanent voorzichtigheidsgedrag heb aangeleerd? Geen handen geven, ze vaak wassen en anderhalve meter als ‘vanzelfsprekende’ nieuwe samenlevingsstandaard. Of zoals columniste Aaf Brandt Corstius het onlangs in de Volkskrant zei: amperhalve meter. Natuurlijk is er de opluchting dat de RIVM-cijfers een dalende trend laten zien. Maar tegelijk voel ik een vage onrust over de toenemende nonchalance, onverschilligheid en zelfs irritatie bij veel mensen ten aanzien van die voorzorgsmaatregelen. ‘Het is wel mooi geweest’, hoor ik ze denken.

Er gaat geen dag voorbij of ik mijmer over concrete nieuwigheden in de samenleving van morgen. Kerkdiensten met de gelovigen verspreid is geen probleem want volle kerken was toch al iets van lang geleden… Concerten, kooruitvoeringen, musicals? Al ken ik wel een choreograaf die met inachtneming van de anderhalvemeternorm een geweldig spektakel kan maken… De bezoekers kun je prima uit elkaar in de zaal zetten, maar een orkest, een koor op het podium anderhalve meter uit elkaar? Om over de inkomstenverliezen maar niet te praten…

Alle soorten scholen en universiteiten weer (stapsgewijs) open? Pessimisten en bezorgde deskundigen hebben hun bedenkingen, optimisten zoeken naar creatieve oplossingen. De studentensociëteiten weer openen? Dat is sowieso een risico omdat niet alle studenten het zo nauw nemen met die anderhalve meter. Wat ook niet weer verwonderlijk is als je de overeenkomst kent tussen een gehaktbal en corpsbal: half rund, half varken.

We leven in een stilstaande wereld die gonst van bedrijvigheid. Met als doel dat we er allemaal, in alle opzichten, beter van worden. Al had cabaretier Fons Jansen indertijd al zijn twijfels toen hij aan zijn (denkbeeldige) minnares schreef:

Ziehier wat er van mij
in ’t ziekbed is geworden:
Ik was zó goed in bed,
kon niet beter worden…

Een betere samenleving. Dat zou de hemel op aarde zijn. Elkaar met weinig gelukkig maken. Dat kan al met één bankbiljet. In Trouw las ik een ingezonden brief daarover:

Een handelsreiziger loopt op een morgen een hotel binnen en reserveert een kamer voor de nacht. Hij betaalt 50 euro vooruit, zegt dat ‘ie in de middag terug komt en gaat naar buiten. De hoteleigenaar is blij, neemt de vijftig euro uit de kas en loopt naar de visboer aan wie hij nog geld schuldig is. Die is ook content en gaat naar de verfspecialist die hem de verf voor z’n boot had geleverd en voldoet de daar nog openstaande rekening. De verfspecialist loopt naar de kleermaker om de hoek, waar hij nog in het krijt stond. De kleermaker betaalt met het geld de stoffenhandelaar die er op zijn beurt zijn schoenmaker mee betaalt. Die betaalt vervolgens de leerlooier en die op zijn beurt weer de slager. Die gaat naar het hotel omdat hij daar nog een rekening open heeft staan van een etentje. De hoteleigenaar legt de vijftig euro tevreden terug in de kas. Aan het eind van de middag komt de handelsreiziger terug naar het hotel en zegt dat hij helaas geen gebruik zal kunnen maken van de gereserveerde kamer. Geen probleem, zegt de eigenaar, en geeft hem zijn vijftig euro terug… Everybody happy!

Viroloog heb ik nooit willen worden, net zo min als theoloog. Zoeken naar iets maar niet weten naar wàt precies. Dan liever journalist, al doen die vaak niet anders… Het grote zoeken naar de herkomst van dat c-virus is wereldwijd in volle gang. Waren het heel misschien toch (Chinese) vleermuizen die met dat virus zijn gaan vliegen? Dat zijn immers de piloten in de muizenwereld.

Vliegen. Ach…, vogels die in een kooi geboren worden denken dat vliegen een ziekte is. Vliegen is niet langer meer zo vanzelfsprekend als het ooit was. We zullen het vaker meer beganegronds moeten zoeken. Zoals die takshond die – volgens Kees Stip – maar één droom had:

Och’, sprak een takshond, ‘och, hoe graag zou ik weer wonen in Den Haag,
in de omgeving van het Plein, waar zulke dikke bomen zijn!
De Korte Poten dicht daarbij, heten nog gedeeltelijk naar mij’.

‘Wees altijd jezelf, dat maakt je juist verschillend van de anderen’, is een uitspraak van de Vlaamse zanger Wil Tura. Ik blijf dat proberen: mezelf zijn. En tegelijk voel ik me zoals alle mensen…, zoals de dichteres Maud Vanhauwaert het ervaart:

Zoals alle mensen
heb ik de meeste prijzen op deze wereld niet gewonnen
heb ik de meeste boeken niet gelezen, er nog minder van geschreven
heb ik de meeste kinderen niet gebaard, de meeste mensen nooit ontmoet
de meesten niet eens gekust
dat stelt me vandaag gerust’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *