‘Kunt u me soms tien euro lenen?’

Zondagmijmering |

Kort geleden las ik ’n citaat van de Belgische pater en schrijver Phil Bosmans (1912-1922):  ‘Met geld alleen ben je geen cent waard’. Bosmans was Montfortaan, een orde die zich richt op onderwijs en missie. Er zijn over geld talloze citaten te vinden. Johan Cruijff heeft eens gezegd dat ’ie nog nooit een zak geld ’n goal had zien maken. Er zijn mensen die in het geld zwemmen, en dan bedoel ik niet oom Dagobert van Donald Duck. Maar het gros van de wereldbevolking moet op een houtje bijten, de eindjes aan elkaar knopen, van dag tot dag zien rond te komen of de hand ophouden. 

In de hal van het Centraal Station in Amsterdam vraagt een jonge man aan een passant: ‘Kunt u me soms tien euro lenen?, die kom ik net tekort voor m’n treinkaartje naar Groningen’.‘Soms wel’, was het antwoord, ‘maar nu niet’,   

Je werkt om te leven is een bekend gezegde. Maar dan moet je wel werk hèbben. Werk zoeken is vandaag de dag als vissen zonder aas: je weet eigenlijk al bij voorbaat dat je bot vangt. Pakweg dertig jaar geleden zette baron Rothschild in de plaatselijke krant in Wenen een advertentie waarin hij vroeg om een pianoleraar voor zijn kinderen. De kandidaat moest tevens Frans en Engels spreken. 

Een werkloze, vrome jood die uit Polen naar Wenen was getrokken om daar zijn geluk te beproeven, las de advertentie en meldde zich nog diezelfde dag bij secretaris van de baron.  Die was enigszins verbaasd toen hij de wat sjofel geklede sollicitant ontving. ‘U spreekt Engels en Frans?’, vroeg hij. ’Nee, nee, dat niet’, was het antwoord. ‘Maar u kunt wel pianolessen geven?’. ‘Nee, ook dat niet’. ‘Maar waarom komt u dan hier?’. ‘Wel, alleen maar om te zeggen dat mijnheer de baron niet op mij hoeft te rekenen’. 

Midden 1500 kocht Isaak Elchanan een huis in het joodse getto van Frankfurt am Main. Huisnummers bestonden toen nog niet; wel schilden, uithangborden en andere merktekens op muren en deuren. Isaak plaatste een rood schild boven de voordeur. Vanaf dat moment werden hij en zijn nakomelingen aangeduid als die van het ‘Rotes Schild’ en werd hun familienaam Rothschild. In 1743 werd in dat Rode Schild Meyer Amschel geboren, de grondlegger van het tot nu toe bestaande familie-imperium. Hij mocht voor rabbijn gaan studeren, maar koos de richting van het geld. Van kleine geldwisselaar tot internationaal grootbankier was voor hem maar een kwestie van jaren. 

Rothschild bouwde met een extreem gevoel voor (geld)zaken een netwerk van banken in Europa. Zijn vijf zoons kwamen allemaal in de zaak en beheerden de vestigingen in Frankfurt, Wenen, Londen, Parijs en Napels. Ze werden de vijf Frankfurters genoemd. Overal werd de rode loper voor hen uitgerold. Papa gaf zijn kinderen drie opdrachten mee: het joodse geloof van de voorvaderen nooit verloochenen, eendrachtig blijven samenwerken en het geld in de familie houden. Inteelt was daarbij een geaccepteerde noodzakelijkheid… 

En nog een extra dringend advies: laat de vrouwen nooit in de boeken kijken. De Duitse dichter Heinrich Heine die bij de Rothschilds over de vloer kwam zei eens: ‘Het geld is de God van onze tijd en Rothschild is zijn Profeet’. 

De uitdijende familie Rothschild heeft de eeuwen door heel stipt orde op zaken gehouden, want ordeloosheid maakt de miljonair tot bedelaar, zoals het gezegde luidt. Olie, spoorwegen, diamanten, goud, grootindustrie, zelfs wijnen zorgden voor een fabelachtige groei van het familievermogen. En dan te bedenken dat de eerste Rothschilds hun bankbiljetten een paar keer in de lengte vouwden en dan dubbel. Dan leek zo’n geldbiljet langer en konden ze er ook langer mee doen…

Er zijn mensen die denken dat welvaart te maken heeft met geld. Maar ook de  ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt (1769-1859) prikte daar door heen: ‘Welvaart is, dat je met geld wat je niet hebt, dingen koopt die je niet nodig hebt om indruk te maken op mensen die je niet mag’.

De betreurde Jules Deelder had niks met geld…, getuige zijn Blues on Tuesday:

Geen geld
Geen vuur
Geen speed

Geen krant
Geen wonder
Geen weed

Geen Brood
Geen tijd
Geen weet
Geen klote

Geen donder
Geen reet

‘Mannen hebben nu eenmaal meer tijd nodig om volwassen te worden dan vrouwen’, zegt de Tsjechische filmmaker Václav Marhoul. Wat moet ik daar nou op zeggen? Onzin? Of is het waar? Ik herinner me vaag ‘n vroegrijpe vrouw die ik in mijn groei naar volwassenheid één keer, kortstondig heb ontmoet. Dat was het barmeisje achter de toog van een café op het Eindhovense Stratumseind. Na sluitingstijd heb ik haar nooit meer gezien en ik ben haar ‘levenslessen’ totaal vergeten. Zo gaat het vaak: uit de kroeg, uit het oog… 

Wèl waar is dat de meeste vrouwen al vroeg meer smaak voor kleding hebben dan de meeste mannen. Dat vindt ook Donna Leone. Zij is de Italiaanse schrijfster van een reeks succesvolle detectives die zich allemaal in Venetië afspelen. ‘Als je een Nederlander naast een Italiaan zet zie je direct wie de Italiaan is’, vertelde ze onlangs in een Volkskrant-interview. ‘Je ziet het aan de kleding, maar ook aan het zelfvertrouwen. Italianen bezitten de zekerheid dat ze waardevol en aantrekkelijk zijn’. En het bewijs daarvan? ‘Italiaanse mannen zijn waarschijnlijk de enigen die nadenken over de sokken die ze aantrekken’. Gelijk heeft ze. Er lopen in Italië heel veel aantrekkelijke, zelfverzekerde helden rond; op sokken…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *