Ethische vragen, abortusdebat

In ons maandblad De Roerom schreef Vincent Kirkels regelmatig over ethische thema’s in de gezondheidszorg. In bijgaande long-read zet hij de bezoekers aan deze site aan het denken over het thema abortus, actueel geworden door de ontwikkelingen in Amerika. Uw reactie op deze bijdrage is welkom.
Vincent Kirkels is oud-gynaecoloog, universitaire docent en medeoprichter van het Tijdschrift voor gezondheidszorg en ethiek

Nederlands Parlement

De Wet Afbreking Zwangerschap die in 1981( van kracht 1 mei 1984) met één stem meerderheid in het Parlement is aangenomen is democratisch tot stand gekomen. Maar dit betekent dat ook na een democratische besluitvorming de mening van  de minderheid en in dit geval de helft min  één wordt gerespecteerd. Bij de stemming in het parlement hebben op het laatste moment nog enkele CDA-kamerleden zich laten overhalen om voor te stemmen, nadat met het  CDA voorstel om een verplichte bedenktijd van 5 dagen aan het wetsontwerp toe te voegen was ingestemd. Een bedenktijd die inmiddels is afgeschaft. Zowel door de vele berichten uit Amerika maar ook door de recente aandacht in het parlement, krijgt ook hier het abortusvraagstuk veel aandacht in de media.

Opvallend is dat nagenoeg alleen gesproken wordt over de rechten en de vrijheid van de vrouw. De partner is volledig uit beeld en respect voor het ongeboren leven wordt niet genoemd of als het al genoemd wordt gebagatelliseerd en alleen als een klompje cellen  aangeduid. Diegenen die daar wel aandacht voor vragen worden vaak weggezet als ouderwets, conservatief of christelijk.

Beschermwaardigheid

Zelf ben ik de mening toegedaan dat vanaf de conceptie het humane embryo uniek en beschermwaardig is. Een embryo herbergt vanaf het begin alle potenties in zich om een uniek menselijk persoon te worden met vanaf het begin een onveranderlijk en uniek DNA. Maar het is inmiddels gebruikelijk dat, naarmate het embryo zich verder ontwikkelt, dit een toenemende beschermwaardigheid toe te kennen. Als argumenten hiervoor worden aangevoerd een toename van de grootte en de omvang van de vrucht, een toename van functies en een steeds meer gelijken op menselijke vormen. Als een toenemende beschermwaardigheid gebaseerd is op deze kenmerken en eigenschappen, is dan niet  de vraag gerechtvaardigd of er  dan ook sprake is van een afnemende beschermwaardigheid bij het minder worden van deze functies en eigenschappen?

In het verleden is ook wel gesteld dat er een bepaald moment X tijdens de ontwikkeling van de vrucht zou kunnen worden aangenomen vanaf welk moment de vrucht beschermwaardig zou zijn. Maar dit moment X is nooit vastgesteld omdat hiervoor geen valide argumenten konden worden gevonden. Wel is er juridisch een dergelijk moment vastgesteld en wel de 24 weken grens in de WAZ. Hier heeft de ethiek plaats moeten maken voor de wet.

Voor het afbreken van een zwangerschap, een abortus zijn veel redenen aan te geven, zowel rationeel als emotioneel van aard. Een belangrijke rol speelt hierbij de relatie met de ongeboren vrucht. Bij een zwangerschap die duidelijk gewenst is zal deze relatie een andere betekenis hebben  dan wanneer deze zwangerschap ongewenst is. Het ontbreken van deze relatie of het negatief ervaren hiervan is dan een belangrijk zo niet een bepalend onderdeel van de beslissing om een zwangerschap af te breken

In Nederland biedt de WAZ  hiervoor de wettelijke mogelijkheid. Daarnaast blijft het afbreken van een zwangerschap ethisch beladen. De argumenten waarop de uiteindelijke beslissing tot het afbreken van een zwangerschap is gebaseerd kunnen  zo zwaarwegend  en zo persoonlijk zijn dat een keuze voor afbreking ook na zorgvuldige afweging nagenoeg onontkoombaar is. Ethische vragen die hierbij in het geding zijn en die betrekking hebben op respect voor het ongeboren leven,  komen dan niet op de eerste plaats.

Men kan hiervoor begrip hebben.

Overtijdbehandeling en abortuspil

Het onderbrengen van de abortuspil en de overtijdbehandeling in het pakket van de huisarts roept vragen op. Als argument wordt aangevoerd dat de laagdrempeligheid voor de toegang tot deze vorm van zorg zou worden bevorderd als ook de anonimiteit. Het is maar zeer de vraag of deze voordelen opwegen tegen de nadelen. Te verwachten is dat een huisarts gemiddeld één of tweemaal per jaar met zo’n abortusvraag worden geconfronteerd. De vraag is dan gerechtvaardigd of de huisarts dan voor deze vorm van zorgverlening voldoende ervaring kan opbouwen Bovendien is het vaststellen van de exacte zwangerschapsduur voor een huisarts moeilijker evenals de behandeling van complicaties. Het onderbrengen van deze behandelingen bij de huisarts zal ook kunnen bijdragen aan het feit dat het afbreken van en jonge zwangerschap steeds meer zal worden gezien als een eenvoudige normale medische behandeling.

Anticonceptie

De middelen en methoden die worden toegepast ter voorkoming van zwangerschappen zijn gebaseerd op drie benaderingen:

–onthouding en periodieke onthouding

–middelen die een barrière vormen ter voorkoming van een conceptie

  Sterilisatie, hormonale middelen zoals de pil, condooms en pessaria, koper- en met

  hormonen geïmpregneerde spiraaltjes etc. Deze laatste spiraaltjes hebben als belangrijkste

  werking een negatief effect  op de beweeglijkheid van spermacellen   

–middelen die innesteling van een bevruchte eicel voorkomen zoals ‘neutrale’spiraaltjes,

  morning after pil

Het gebruik van de zogenaamde barrière middelen heb ik in de praktijk altijd beschouwd als ethisch toelaatbaar omdat hierbij nog geen beginnend humaan leven wordt verstoord en alleen voorkomen wordt dat een embryo tot stand komt.

Voor de middelen die de innesteling verhinderen zijn de ethische vragen veel indringender en voor  mij altijd  de reden geweest om deze niet voor te schrijven.

Wel heb ik altijd getracht mij een beeld te vormen van de reden voor het gebruik van anticonceptionele middelen.

De katholieke kerk wijst alle vormen van anticonceptie, uitgezonderd periodieke onthouding, af en ontoelaatbaar. Als reden hiervoor wordt aangevoerd dat de huwelijksdaad onverbrekelijk verbonden is met de procreatie en dat deze alleen mag plaatsvinden binnen de huwelijksband. In de encycliek  Humanae Vitae wordt hier uitgebreid op ingegaan en worden hiervoor diverse argumenten aangereikt en uitgewerkt.

Dat de kerk aan deze strenge regels vasthoudt is niet verwerpelijk. De kerk beschouwt het als haar opdracht vanuit haar zending aan deze regels vast te houden en ook naar buiten te brengen. Maar in de wereld van vandaag wordt deze boodschap als wereldvreemd afgedaan. Zoals elke wet de weerslag is van geboden en verboden maar in de toepassing bepaalde nuances toelaat, afhankelijk van de omstandigheden, zo zouden de voorschriften van de kerk ook een basale leidraad kunnen zijn maar meer ingebed in een pastorale benadering.

Huidige situatie

De volgende punten mag men wel constateren:

–Bij de discussies over abortus raakt de ethiek steeds meer op de achtergrond

–het recht van de vrouw op abortus krijgt maximale aandacht

–Deze discussie raakt steeds meer in politiek vaarwater

–de ethiek wordt ingewisseld voor wetgeving

–men staat minder open voor andere meningen en de samenleving wordt minder tolerant

–meer behoudende meningen en opvattingen worden genegeerd en afgedaan als zijnde uit de tijd

–afbreking van een zwangerschap wordt steeds meer gezien als en gereduceerd tot een

   normale en gewone medische behandeling

–de media wekken de indruk dat ze aan selectieve berichtgeving de voorkeur geven.

–religie speelt bij de discussies steeds minder een rol en wordt niet au serieus genomen.

beeld: https://www.baby-wereld.nl/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *