Smalle taille, brede heupen…

Wat moet ‘ie kosten?’, vroeg ze door de telefoon. Ze vertelde dat ze verpleegster was in het (toenmalige) Amersfoortse ziekenhuis ‘De Lichtenberg’ en ze informeerde naar mijn Vespa die ik te koop aanbood. Ik had een advertentie gezet in de Amersfoortsche Courant waar ik toen – begin jaren zestig vorige eeuw – werkte. Maar ik had er geen prijs bij gezet.

Dus was ’t logisch dat ze vroeg wat ‘ie moest kosten.
‘Drie-, vierhonderd gulden’, zei ik. Nee, aan mij is geen zakenman verloren gegaan.
We maakten een afspraak en toen ze kwam kijken bood ze natuurlijk driehonderd gulden.
Ik kon haar geen ongelijk geven, want waarom zou ze op zo’n knullig prijsaanbod de hoogste prijs gaan betalen?
De koop was in drie minuten gesloten. Ze was komen lopen en reed na de handje-contantje-betaling de straat uit.

Op mijn roomgele Vespa waarmee ik een jaar tevoren – mijn verloofde achterop – nog naar de Provence was gereden, over de Route National 7. Dik drie dagen, enkele reis. Ik heb staan kijken tot ze de hoek omsloegen.
Eerlijk gezegd keek ik alleen maar naar m’n Vespa, want hààr zag ik niet zo zitten…
Ik heb ze nooit meer gezien. M’n Vespa niet, de verpleegster evenmin.
Ik had er vrede mee, want ons tante Nel had me voor ’n habbekrats haar oude DAF’je verkocht.
Voortaan vier wielen in plaats van twee. Altijd droog en volop ruimte voor passagiers en bagage.
Een eigen auto. Dat was niet niks in die tijd. Vandaar dat ik die scooter kwijt wilde.

Maar het knagende gevoel dat ik een dierbaar geworden bezit voor een zakje zilverlingen uit handen had gegeven heeft me eigenlijk nooit meer verlaten.
Als ik in m’n DAF’je  op toen nog filevrije wegen een Vespa inhaalde zwaaide ik vaagjes.
Het was m ’n eerste en laatste Vespa.
Samen met mijn vader gekocht in het Spartahuis aan de Strijpsestraat in Eindhoven.
Bouwjaar 1960, 125 cc, 90 km per uur, op z’n hardst.
Wat ik er voor betaald heb weet ik niet meer.  
Wat zou ‘ie nu waard zijn geweest?, kostbare vintage.

Een fortuin aan geluksgevoel, ongetwijfeld. Zoals ik dat toen beleefde: een mooie, blonde meid in amazonezit achterop, twee zadels, geen helmen uiteraard.
Flanerend op twee wielen, helemaal passend in de (materiële) gevoelswereld van Het Goede Leven.

De Italiaanse familie Piaggio, die voor, tijdens en na de oorlog ook nog vliegtuigen bouwde, bracht in 1946 de eerste scooter op de markt: de Vespa, het Italiaanse woord voor wesp.
Ze kozen die naam omdat hun scootertje aan een wesp deed denken: dat venijnig zoemende geluid, dat vinnige, gestroomlijnde, dat wendbare. Maar vooral de vorm: smalle taille, brede heupen…
Het model verkocht wereldwijd als een tierelier. Mede dankzij een uitgekiende, doorlopende reclamecampagne, zoals grote kleurrijke kalenders met pin-ups.

Wie herinnert zich niet die scènes uit de film Roman Holiday: Gregory Peck die Audrey Hepburn achter op z’n Vespa zet en haar de voornaamste bezienswaardigheden van Rome laat zien.  
‘Een Vespa met uitzicht’ heet een vermakelijk boek van de Australiër Peter Moore.
Twintig jaar geleden – hij was toen begin veertig – droomde hij er van om op een zo oorspronkelijk mogelijke Vespa door Italië te toeren.
Hij ging op het internet, tikte in: ‘Buying a Vespa in Italy’ en kreeg in no time meer dan 1200 reacties.
Na wat wikken en wegen kocht hij voor 1260 euro een twee-zadel Vespa, bouwjaar 1961, in de kleur van slappe koffie.
Hij reisde naar Milaan waar hij zijn scooter ophaalde, noemde haar meteen liefdevol Sophia en reed ermee via, via, via, via op z’n dooie akkertje van Milaan naar Rome.
Hij deed er drie maanden over en ontmoette onderweg alleen maar enthousiaste Italianen die op slag verliefd raakten op Sophia.

De Vespa is inmiddels bijna tachtig jaar en benijdenswaardig jong gebleven. Dat laatste kun je van mij niet bepaald zeggen….  
Nostalgie is ongeneeslijk, je verliefdheid op je eerste Vespa raak je nooit kwijt.
Misschien moet ik in stijl afscheid nemen van die herinneringen en vandaag nog op het internet op zoek gaan naar een vintage-Vespa te huur, om er een dag mee rond te toeren tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Gelderse Vallei.
Het liefst op een roomgele, en zonder verpleegster…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *