Het heilige alledaagse (vervolg)

Vanuit de tijd

In het honderdste nummer van De Roerom – maart 1997 – gaf de redactie in Omwille van nu en straks aan vanuit welke geloofsvisie zij opereert. In deze bijlage werd duidelijk gesteld dat de dualistische werkelijkheidsbeschouwing – ook van de kerk – overleefd is en plaats gaat maken voor de beleving van de werkelijkheid als één ongedeeld geheel. Eén ongedeelde werkelijkheid die voor religieuze mensen heilig en te heiligen is. Voor een scheiding tussen sacraal en profaan, natuur en bovennatuur, ervaring en openbaring, gewijd en niet-gewijd raken zij ongevoelig. Zij beleven de werkelijkheid als één heilig en te heiligen geheel. Dit geloofsbesef is de mensen niet aangepraat – bijvoorbeeld door balsturige geestelijken. Het is ook niet het resultaat van studie, maar is westerse mensen ‘met de tijd’ komen aanwaaien, onweerstaanbaar ‘te geloven voorgehouden’. Dit zij duidelijk gezegd. Het zat al tijden in de lucht en is zich halfweg de vorige eeuw duidelijk gaan openbaren. Het is de geest van de tijd, waar mensen niet aan voorbij kunnen
 

Eén en gelijk 

Het religieuze besef wordt inhoud gege­ven door de wijze waarop mensen in de natuur staan, in hun onderhoud voorzien – jacht, nomadisch bestaan, gesettelde landbouw/veeteelt, industrie – en wat ze van de werkelijkheid weten. Ook in de bijbel speelt dit. Een van de factoren die aan de verandering van het gelovig besef in de ‘moderne tijd’ sterk heeft bijgedra­gen is de evolutietheorie. In tegenstelling tot het scheppingsgeloof stelt deze dat de scheppingsenergie – de Schepper – zich niet buiten de schepping ophoudt, maar daarin aanwezig is en de evolutie van het leven teweegbrengt. De evolutiegedachte sluit ook in dat de schepselen niet naast elkaar geschapen zijn, maar uit elkaar ontstaan en daarom als door een band van bloedverwantschap met elkaar verbon­den zijn. In beschrijvingen van de nieuwe of hernieuwde religiositeit keren daarom ideeën zoals verbondenheid, eenheid en gelijkheid binnen het geheel, bij herha­ling terug.

 

Grote gevolgen 

De overtuiging van een fundamentele eenheid kwam midden vorige eeuw onder meer tot uiting in ogenschijnlijk kleine godsdienstige aanpassingen. Aan het begin van een eucharistieviering werd niet langer alleen aan God schuld beleden maar ook aan de mensen. Het antwoord op de eerste vraag van de catechismus werd dat mensen op aarde zijn om niet alleen hiernamaals maar ook hier en nu gelukkig te zijn. Meer sprekende ingre­pen waren de invoering van de volkstaal in de liturgie en de omkering van priester en altaar naar de mensen toe. Dáár moet je God zoeken, dáár is Hij te vinden. Op alle terreinen van het leven brak het ge­loof in de éne werkelijkheid door. Dit een­heidsbewustijn betekent het failliet van de dualistische levensbeschouwing met grote gevolgen ook voor de beleving van sacrament, priesterambt en kerk. De kerk maakt mensen en leven niet heilig, maar is zich van deze heiligheid bewust, viert en belijdt die. De huidige wrijving met ge­loofsleer en geloofsbeleving van de kerk wordt veroorzaakt door haar ontkenning van deze ontwikkeling van het religieuze besef in de westerse wereld. Het kerkinsti­tuut opereert al tijden vanuit een vergane, maar voor eeuwig geldend gehouden dua­listische theologie.

 

Heilige alledag 

‘Aanvoelen dat achter al het ervaarbare iets schuilgaat dat ons verstand niet kan vatten, iets waarvan de schoonheid en de verhevenheid indirect als een flauwe weerschijn tot ons komen, is religiositeit. In dat opzicht ben ik een diep religieuze atheïst’, zei Albert Einstein. De aandacht voor de heiligheid van het alledaagse groeit zienderogen. Tijdschrift voor Geeste­lijk Leven, dat een actieve bijdrage wil le­veren ‘aan de zoektocht van allen die een spiritualiteit, verankerd in het alledaagse leven, nastreven’, besteedde er onlangs een themanummer aan. Recent verscheen het boek Heilig, Gewoon nu over religieuze mensen en gemeenschappen en de inspiratie die van hen uitgaat. Nog recen­ter is Heilig Heilig Heilig, waarvan de uit­gever stelt: ‘Het lijkt erop dat sacraliteit zich van de kerk en de sacramenten heeft verplaatst naar het nabije, gewone, her­kenbare en alledaagse: De bezinning op wat de religieuze mens ‘is overkomen’ is in volle gang.

 

Priesterkerk geformeerd 

Stap voor stap zijn de hedendaagse reli­gieuze mens en het pastorale veld in de wurggreep van de verouderde dualistische opvatting en haar promotors terechtgeko­men. Pastoraal werkenden die zich in het midden van de vorige eeuw aandienden en door velen – ook priesters – gezien wer­den als collega en opvolger van de tradi­tionele kerkelijke ambtsdrager zijn nooit echt uit de verf gekomen en raken mo­menteel verder buitenspel. Dus ontbreekt het nu aan christelijk/religieuze leiders. Enige tijd geleden is verordonneerd dat de voorzitter van het parochiebestuur pries­ter moet zijn. Enkele jaren terug hebben de Nederlandse bisschoppen zich uitge­sproken voor een ‘sacramentele kerk’. Daarbij hanteren zij de verouderde opvat­ting van sacramenten als genademiddelen die de profane, zondige mens en wereld moeten heiligen, door de mensen ontvan­gen en zo goed als alleen door een pries­ter ‘toegediend’ kunnen worden. Aldus is de kerk omgebouwd tot een priesterkerk op grond van een achterhaald dualistisch werkelijkheidsbeeld dat de hedendaagse religieus weinig of niets zegt. Voor steeds meer gelovige mensen sporen eigen gewe­ten en religieus besef niet met de denk­beelden en het beleid van de bisschoppen. Dit kan niet goed blijven gaan. Velen laten zich niet tot in hun ziel beschadigen. Zij vertrekken; niet graag, maar kunnen niet anders. De hiërarchie dwingt mensen de kerk uit en lijkt niet te beseffen wat kerk voor hen betekent.

 

Grote gevolgen 

De gelovige voelt dat de kerkelijke lei­ding in bijvoorbeeld bisdom Den Bosch heel anders denkt en doet dan wat er in het veld leeft. Toch smeedt deze leiding de nieuwe plannen, deelt de parochies op in steeds grotere formaten en steeds klei­nere aantallen, overeenkomstig het aan­tal priesters die voor hen immers de kerk uitmaken. Voor de kleine oude gemeen­schappen heeft de herindeling van de pa­rochies grote gevolgen. Op vele plaatsen zal het kerkgebouw aan de eredienst ont­trokken worden, misschien nog een ka­pel-functie of andere bestemming krijgen of worden gesloopt. Hoe dit allemaal moet en hoe dit kostenbesparend zou zijn is ve­len een vraag. Wil het gebouw met vaak een niet of moeilijk te verplaatsen inven­taris intact blijven dan zal er onderhoud gepleegd moeten worden. Vele kerken hebben een kostbaar orgel dat vraagt om een constante temperatuur. Het hele inte­rieur vraagt zorg en kost het nodige. Het gemak waarmee mensen verondersteld worden elders ter kerke te gaan is onge­looflijk.

 

Weinig begrip 

Maar de grootste moeilijkheid bij de vor­ming van de nieuwe zo geheten pastorale eenheden lijkt me dat ‘het volk’ de motie­ven daartoe niet vertrouwt en weinig be­grip kan opbrengen voor het mens-, gods- ­en kerk beeld dat bisdom en priesterdom momenteel uitstralen. Er wordt openlijk en minachtend tegen de jaren zeventig aan geschopt, de tijd waarin de nieuwe of hernieuwde religiositeit – waarmee de­mocratie, tolerantie, emancipatie en oecu­mene gepaard – doorbrak. De ontwikke­ling die toen duidelijk vorm begon te krij­gen moet ongedaan gemaakt worden. De mensen geloven echter niet meer in een exclusieve rooms-katholieke en exclusieve priesterkerk. Voor het gevoel van de men­sen verplicht het bisdom Den Bosch hen veel op te geven voor een onderneming waarin ze nauwelijks geloven. De pries­terkerk is voorbij. De mensen kunnen het niet helpen!

 

Ondermaats en laakbaar 

De oude parochies zullen opgaan in grote nieuwe papieren gehelen. Velen hebben weinig vertrouwen in het nieuwe bestel en vrezen dat alles in een bodemloze put terechtkomt. De parochies waren in het verleden dorps-gemeenschappen of te be­happen stadswijken. Aan deze te over­ziene en beleefde gemeenschappen heb­ben mensen in het verleden naast hart en ziel ook geld en goed geschonken. Nu er van hogerhand nieuwe papieren mammoetparochies samengesteld worden gaan deze niet gewilde reuzen de dwergen leegzuigen om een spirituele gemeenschap op te bouwen waarin de gelovi­gen nauwelijks iets zien. De oude dorps- en stadswijkparochies zeg­gen dat er tegen de kaalslag juri­disch niets te doen is. Toch voelt iedereen dat hier machtspolitiek bedreven en gelegitimeerd ont­eigend wordt; dat de wet boven de geest wordt gesteld. Het is ju­ridisch wellicht onaanvechtbaar; maar moreel, pastoraal, mense­lijk is het ondermaats en laak­baar. Het wekt weinig vertrou­wen en zal in de toekomst weinig begunstigers opleveren. Wat gebeurt stuit mensen tegen de borst en dergelijke opdoffers blijven lang na­dreunen.

 

Heroverwegen 

Over wat er in Orthen/Den Bosch gebeurd is moet niet luchtig gedacht worden. Daar is door zogeheten consequent rechtlijnig bisdommelijk beleid een parochiegemeen­schap uit haar kerk weggegaan en heeft el­ders een onderkomen gevonden. 
Dit is een precedent, geschapen door een hulpbis­schop voor wie de kerk zoiets als een club lijkt waarvoor je bedankt of die je zomaar inruilt. Voor heel veel mensen betekenen kerkgebouwen kerkgemeenschap heel veel meer dan, naar het lijkt, voor deze bisdom­melijke opperherder. Door het gebeuren in Den Bosch worden andere gemeenschap­pen mogelijk op een idee gebracht. Het zou erg goed zijn om de kwestie San Salvator en het handelen van de Bossche hulpbis­schop nogmaals heel serieus te bekijken en de genomen beslissingen te heroverwegen. De negatieve gevolgen van dit bisschoppe­lijk optreden zijn – naar weerszijden – nau­welijks te overzien. Daarom is het verwon­derlijk en verontrustend dat er in deze van de Brabantse bestuurders taal noch teken wordt vernomen; althans niet publiekelijk. Hoe denken de hoogwaardigen over wat er momenteel in het Bossche bisdom gebeurt? Is zwijgen wijs? Er is mijns inziens maar één weg, waartoe een eerlijk geweten men­sen aanzet: een eigen weg gaan al is het tegen kerkse richtingwijzers en verkeers­lichten in.

 

 

Tijdschrift voor Geestelijk leven Bijzondere aandacht voor het alledaagse, sept/okt. 2011,5 
Bert Dicou & Sigrid Coenradie Heilig. Gewoon nu, Uitg. Meinema Zoetermeer 2012 
Petra Versnel & Louis van Tongeren Heilig, heilig, heilig. Over sacraliteit in kerk en cultuur Uitgeverij Abdij van Berne, Heeswijk 2012