koers is religie (vervolg)

….

Die pelgrimage voert langs tien themakapellen over kermiskoersen, bedevaartplaatsen, wielergoden, geloof en bijgeloof. Wie de biechtstoel binnenstapt ziet en hoort Lance Armstrong toen hij in een rechtstreekse tv-uitzending bij Oprah Winfrey zijn dopingzonden opbiechtte. En wie de Kruisweg volgt ziet het Lijdensverhaal van Christus geïllustreerd met ‘toepasselijke’ foto’s uit het wielerverleden. Alle veertien staties.

Die Kruisweg schuurt tegen het profane aan. Bij de statie waar Jezus het kruis op zijn schouders neemt zie je onder die tekstregel een foto van Fabian Cancellara die met gebogen hoofd, zijn kapotte fiets op de schouder, de Koppenberg opklautert. Jezus die de wenende vrouwen troost wordt uitgebeeld met een bijna verlegen Eddy Merckx die een bejaarde vrouwelijke fan troetelt. Jezus wordt van zijn kleren ontdaan, maar daaronder hangt een levensgrote foto van een half blote Johnny Hoogerland in het prikkeldraad, van de weg gereden door een volgauto. En de Kruisafname is een foto van een verkreukelde renner die naar de berm wordt gedragen. Allemaal iconische foto’s van hoogtepunten uit de wielergeschiedenis, tikkeltje gewaagd gekoppeld aan de Lijdensweg van Jezus.

Blasfemie? Het is in ieder geval even slikken, ‘maar voor ons Vlamingen liggen koersen en geloof  heel dicht bij elkaar’, vertelt Thomas Ameye, de conservator van het Wielermuseum.  Het Katholiek Documentatiecentrum in Leuven heeft meegewerkt aan de inrichting van de tentoonstelling. ‘Dus…, ja, heel misschien zou er iemand aanstoot aan kunnen nemen. Maar in Vlaanderen…?!’. Thomas Ameye denkt van niet. En hij wijst op een uitspraak van Briek Schotte: ‘Wij waren goden voor de mensen, de enige goden die ze van dichtbij konden zien en er een klapke (praatje) mee doen’.

Kerk en fietsen. Het is al sinds mensenheugenis een warme combinatie. Koersen rond de kerktoren, maar de start vond/vindt pas plaats na de heilige mis. Elke pastoor heeft wel eens racefietsen gezegend. In het Vaticaan moeten nog tientallen kampioenstruitjes liggen, geschonken door even succesvolle, als vrome renners.

Vlaanderen  is opvallend ruimhartig in het vergeven van berouwvolle dopingzondaars. De Duitse televisie zond jarenlang geen Tour-reportages meer uit na het bekend worden van dopingschandalen van Duitse renners en de Rabobank hield het om die reden ook voor gezien en stopte de sponsoring. Maar in Vlaanderen kan elke wielerfanaat nog ontroerd raken door de tranen van Eddy Merckx toen hij van doping beschuldigd werd en snikkend bleef ontkennen.

De jaarlijkse Ronde van Vlaanderen heeft nogal wat facetten van het primitieve roomse geloof in zich. De week voor de wedstrijd is een ‘heilige week’. En dan de zondag van de koers: de processie naar de startplaats Brugge waar de renners als goden worden voorgesteld aan het samengestroomde publiek,  de toejuichingen op de flanken van het Vlaamse heuvelland, het meeleven met de lijdensweg van de coureurs, de Flandriens.
 

In een van de zijkapelletjes hangen een paar tegeltjes. Blauw-wit, het bekende nep- Delftsblauw. Op een ervan staat: Er zijn drie wereldberoemde Muren in de wereld: de Chinese Muur, de Berlijnse Muur en de Muur van Geraardsbergen. Met op de top van die klim dat fameuze kapelletje. Maar de Muur zit sinds een paar jaar niet meer in het parcours van Vlaanderens mooiste en dat is nog altijd een twistpunt.

Elk wielerland heeft wel een bedevaartkapel voor wielrenners; van Scherpenheuvel tot de Madonna dei Ghisallo, in de buurt van het Comomeer, met standbeelden van Coppi en Bartali en een eeuwige vlam voor alle dodelijk verongelukte wielrenners.  Bij veel renners zit het geloof nog diep: een kruistekentje bij de start, geloof in bijstand van boven. De twee keer dat Johan Museeuw tijdens het koersen zijn rozenkrans niet bij zich had kreeg hij een zwaar ongeluk…  

Maar ook bijgeloof hoort bij het wielrennen. Een  lieveheersbeestje op je wielerhelm brengt geluk en een hoefijzertje als amulet kan geen kwaad. Maar startnummer 13 wordt gemeden als de pest. In je regenboogtrui koersen brengt meer tegenslag dan voorspoed en Italiaanse wielrenners zullen aan de maaltijd nooit, mai, mai, het zoutvaatje aan elkaar doorgeven. Dat brengt nog meer onheil dan een roedeltje overstekende zwarte katten.

Het Noodlot is een terugkerend thema op de tentoonstelling. Met name de dood van Jean-Pierre (Jempi) Monseré wordt breed in beeld gebracht. Al jong wereldkampioen, in 1970,  en het jaar daarna dood. Op een kermiskoers in Retie tegen een geparkeerde auto gereden. In de Paterskerk is een complete ‘kapel’ aan hem gewijd: aangrijpende foto’s, filmpjes van zijn begrafenis, stukken van de fiets waarmee hij verongelukte. Jempi is een wielerheilige in Vlaanderen.

Affiches, relikwietjes, truitjes, programmaboekjes, foto’s, filmpjes van legendarische wielerprestaties, van beklimmingen tot eindsprints. In de museum-shop liggen volop wielerboeken – ook de Ventoux van Bert Wagendorp -, snuisterijen, wielertruitjes en flesjes koersbier: het Blond Muurken, het Kasseike en de Cyclist.  En natuurlijk het bier van eigen stad: de roodbruine Rodenbach.  Want zeg zelf : zelfs het kijken naar de koers maakt dorstig!

website: www.koersisreligie.be

 

franswijnands@telenet.be