paus en traditie, vervolg

 

Hij kwam er niet erg goed uit. Zo heeft de paus niet de gave om in te zien hoe zijn woorden en daden in de media zullen overkomen. Bovendien is hij een conservatief geleerde die ons liever de traditie voorhoudt dan de kerk naar de huidige tijd toe te hervormen. Hij had zijn aftreden best even kunnen twitteren, meende tekenaar Kamagurka.

 

Verontwaardigd

Even na Kerst vroeg iemand me verontwaardigd wat ik vond van wat de paus nu weer had gezegd. Om eerlijk te zijn moest ik haar mijn antwoord schuldig blijven, ook omdat ik zijn toespraak niet gelezen had. Het ging over het homohuwelijk.

 

Nu ben ik ervaren genoeg om te weten dat de paus niet iets totaal nieuws zal hebben gezegd. Om kort te gaan: vrouwen worden niet toegelaten tot het priesterambt, homoseksuelen niet tot het sacrament van het huwelijk, en op abortus en euthanasie rust geen zegen.

 

Ik vroeg me dus ook niet meteen af wat ik daar van vind, daar kom ik nog op terug, maar wel waarom mensen hier iedere keer zo boos over worden. Is het vanwege de manier waarop die boodschap in de media wordt gebracht? Of vinden mensen de confrontatie met de kerkelijke traditie zelf onverdraaglijk?

 

Want dat doet Benedictus XVI in mijn ogen goed, ons confronteren met de kerkelijke traditie. En dat kan inderdaad pijn doen. Mij ook. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken te betogen dat dit juist in deze tijd nodig is, omdat het ons en onze cultuur vooruit helpt.

 

Hindernis

 

Laat ik beginnen met de vraag wat ik nu eigenlijk vind van het homohuwelijk. ‘Goed is het en heerlijk dat broeders samenwonen’ (Psalm 133), en dat ze ongehinderd hun liefde met elkaar delen. De kerk zal dat volmondig beamen. Maar, zult u zeggen, mogen zij seks hebben en trouwen met elkaar? Is het niet mogen hebben van seks en het niet mogen trouwen een hindernis voor de liefde?

 

De Rooms-Katholieke Kerk beantwoordt deze vragen anders dan de wereld van nu. Haar antwoord is haar lezing van de heilige Schrift. En als zij ons dat antwoord voorhoudt, dan is dat niet om het ter discussie te stellen. Het antwoord van de traditie houdt dus mijn vraag open. Ik zal hem zelf moeten beantwoorden.

 

Neem de visie op het huwelijk in de traditie en in de huidige praktijk. In de huidige praktijk heeft het huwelijk veel weg van een liefdescontract dat twee mensen met elkaar aangaan. Een contract kun je verbreken als een van de partijen het niet meer ziet zitten, als de liefde ‘over’ is. Dat kost wat, maar dan is het ook klaar.

 

De verscheurde kinderen wijzen er echter op dat er meer in het spel is. Het sacrament van het huwelijk wijst op dat wat meer is, en oorspronkelijk. In de traditionele visie gaat het huwelijk terug op de onverbrekelijke eenheid van de mens als man en vrouw (Genesis 1:27, 2:18-25). Het huwelijk is een bevestiging van deze oorspronkelijke eenheid. Voor dit sacrament is een man nodig en een vrouw, die kun je niet vervangen. Dit zegt mij de traditie.

 

Respecteren

 

Nu zit ik nog steeds met mijn vraag wat ik hier van vind. Dat hangt af van mijn wil naar die traditie te leven en van mijn vermogen anderen in hun levensrichting te respecteren. Door de confrontatie met de traditie word ik dus gedwongen mijzelf vragen te stellen. Jezus heeft dat ook gedaan, en Hij gaf soms andere antwoorden dan de schriftgeleerden. Maar Hij heeft de wet nooit gewijzigd.

 

Wij hoeven het niet altijd eens te zijn met de traditie om haar toch vast te houden. Traditie speelt de rol van de onveranderlijke grond van onze cultuur. Als we haar geschiedenis volgen dan blijkt de traditie in feite wel degelijk te veranderen, langzaam en vaak schoksgewijs.

 

Maar traditie is niet hetzelfde als geschiedenis; zij is een boodschap. En als wij ons met de traditie confronteren, dan presenteert die boodschap zich als onveranderlijk: ‘Houd mij vast!’ Zij is als een moeder die ons liefheeft, ook als wij tegen haar ingaan. Zo vormt traditie ons tot de mensen die wij zijn, en die wij niet zouden kunnen worden zonder haar.

 

Leren hoe te leven

 

In de heilige Schrift, zetel van de traditie, staan stukken waar ik uitgesproken tegen ben, stukken die ik liever oversla, stukken waar ik hoogachting voor heb en stukken die mij helemaal gelukkig maken. Tegen de eerstgenoemde stukken voer ik nog altijd hevige innerlijke strijd, die mij vormt tot wie ik ben. Als ik de Bijbel had weggelegd, had ik de strijd bij voorbaat verloren.

 

De Bijbel is geen boek dat mij zegt hoe ik moet leven: het is een spiegel waarin ik mijzelf leer kennen, zodat ik leer hoe ik moet leven. Zo luister ik ook naar de paus: die zegt dingen waar ik uitgesproken tegen ben, die ik liever niet hoor, waar ik hoogachting voor heb, en waar ik helemaal gelukkig van wordt. En misschien zeggen juist die dingen waar ik zo uitgesproken tegen ben veel over mijzelf. Hoe tolerant en vredelievend ben ik als het erop aan komt?

 

Omvormen

 

We moeten ons niet meten aan de traditie, en we moeten zeker de traditie niet meten naar onze maatstaven. De traditie van de heilige Schrift is een spiegel, waarin ik kijk en blijf kijken, zodat de spiegel mij omvormen kan tot wie ik ben.

 

Clara van Assisi gaat nog een stap verder. Volgens haar is de traditie een spiegel die ons omvormt tot de Gene die door de spiegel naar ons kijkt. In haar Derde Brief aan Agnes van Praag schrijft zij over Christus als een spiegel die haar mooier maakt.

 

‘Kijk iedere dag in deze spiegel, o koningin, bruid van Jezus Christus, en spiegel daarin voortdurend uw gedaante om zo uzelf geheel, innerlijk en uiterlijk, mooi te maken, gekleed en gehuld in kleurig geborduurde kleding. Zo maakt gij u mooi met de bloemen en gewaden van alle deugden, zoals het u past, dochter en zeer geliefde bruid van de hoogste Koning. In deze spiegel weerspiegelen zich de zalige armoede, de heilige nederigheid en de onuitsprekelijke liefde, zoals gij met Gods genade in heel deze spiegel kunt aanschouwen.’

 

Blijven kijken

 

Door zich te spiegelen in Christus gaat Clara op Hem lijken. Door de spiegel heen deelt Hij haar Zijn nederigheid, armoede en liefde mee. Gewone spiegels maken ons lelijk; we zien er vooral onze onvolkomenheden in.

 

Als we langer kijken leren we misschien accepteren dat we zijn zoals we zijn, maar we worden er niet mooier op. De spiegel van Christus, zijn woord en zijn kerk, die maakt ons mooi. Maar dan moeten we er wel in durven blijven kijken, en niet boos worden op degene die ons die spiegel voorhoudt.

door Willem Marie Speelman in Het Goede Leven, 20 februari 2013