Van de woede van de Cor Mennens, verlos ons Heer!

Van de woede van de Cor Mennens, verlos ons Heer!

“Het is te wijten aan de liberale opvattingen van de zestiger jaren. Aldus Cor Mennen, pastoor in het zuiden des lands. In de Volkskrant konden we deze oplossing voor het pijnlijke verschijnsel van seksueel misbruik vernemen. Maar is dat ook zo? Marcel Poorthuis vindt van niet.

De kerk past op dit moment een houding van elementaire solidariteit met de slachtoffers en grote deemoed, zonder enige defensief ontwijken van verantwoordelijkheid.

Zo niet Mennen. Hij weet vliegensvlug de schuld aan te wijzen en wel zó dat het in zijn straatje te pas komt. Helaas voor Mennen is het seksueel misbruik eerder een symptoom van repressie en taboeïsering van seksualiteit zoals we dat op seminaries in de vijftiger jaren kennen. Juist seksualiteit laat zich niet doodzwijgen en onderdrukken: de tegenkrachten worden dan alleen maar sterker. Het was dezelfde tijd waarin iemand als de psychiater Anna Terruwe ervoor pleitte om aandacht te besteden aan de emotionele leven van de seminarist waarin ze nog al wat scheefgroei ontwaarde. Dat Terruwe vervolgens in een lastercampagne van kerkelijke zijde terecht kwam is algemeen bekend en toont nog maar eens aan hoe moeilijk de kerk het heeft om seksualiteit onder ogen te zien.

Intussen lijkt Mennen een nieuwe stijl in te luiden: die van polemiek en belediging. De gewone gelovige heet bij hem Mientje. Dat er zoiets als de sensus fidelium bestaat, toch al een verkommerd leerstuk in de kerk, krijgen we van de pastoor niet te horen. Deze kerkjurist weet ook haarfijn uit te leggen welke liederen te dubbelzinnig zijn voor gebruik in de liturgie. Het is al meer opgemerkt: hele stukken van de bijbel zouden onder het fileermes van Mennen dienen te verdwijnen: “Ik ga een weg leggen in de woestijn, rivieren in het dorre land”, zegt de profeet. Met Mennen blijven we nog even in het dorre land. De afkeer van dubbelzinnigheid en de roep om één heldere leer die samenvalt met wat Mennen zelf denkt, moet niet verward worden met orthodoxie: het is veeleer fundamentalistisch en daarmee een modern verschijnsel. 
Fundamentalisme is zelfs in zijn afkeer van theologisch reflectie en van verschillende perspectieven een levensgrote bedreiging voor orthodoxe theologie. Ook Mennens bereidheid om zonodig zijn eigen bisschop te bekritiseren getuigt van een fundamentalistische houding. Het verwondert dan ook niet meer dat we in de Volkskrant als het over de islam gaat niet de officiële uitspraak van kerk krijgen:

“De kerk ziet met waardering uit naar de moslims, die de ene God aanbidden, de levende en standvastige” (Nostra Aetate). Nee, we krijgen van de pastoor een sympathiebetuiging aan het adres van Geert Wilders. Van de woede van de Cor Mennens, verlos ons Heer!

Marcel Poorthuis

 

Van de woede van de Cor Mennens, verlos ons Heer!

“Het is te wijten aan de liberale opvattingen van de zestiger jaren. Aldus Cor Mennen, pastoor in het zuiden des lands. In de Volkskrant konden we deze oplossing voor het pijnlijke verschijnsel van seksueel misbruik vernemen. Maar is dat ook zo? Marcel Poorthuis vindt van niet.

De kerk past op dit moment een houding van elementaire solidariteit met de slachtoffers en grote deemoed, zonder enige defensief ontwijken van verantwoordelijkheid.

Zo niet Mennen. Hij weet vliegensvlug de schuld aan te wijzen en wel zó dat het in zijn straatje te pas komt. Helaas voor Mennen is het seksueel misbruik eerder een symptoom van repressie en taboeïsering van seksualiteit zoals we dat op seminaries in de vijftiger jaren kennen. Juist seksualiteit laat zich niet doodzwijgen en onderdrukken: de tegenkrachten worden dan alleen maar sterker. Het was dezelfde tijd waarin iemand als de psychiater Anna Terruwe ervoor pleitte om aandacht te besteden aan de emotionele leven van de seminarist waarin ze nog al wat scheefgroei ontwaarde. Dat Terruwe vervolgens in een lastercampagne van kerkelijke zijde terecht kwam is algemeen bekend en toont nog maar eens aan hoe moeilijk de kerk het heeft om seksualiteit onder ogen te zien.

Intussen lijkt Mennen een nieuwe stijl in te luiden: die van polemiek en belediging. De gewone gelovige heet bij hem Mientje. Dat er zoiets als de sensus fidelium bestaat, toch al een verkommerd leerstuk in de kerk, krijgen we van de pastoor niet te horen. Deze kerkjurist weet ook haarfijn uit te leggen welke liederen te dubbelzinnig zijn voor gebruik in de liturgie. Het is al meer opgemerkt: hele stukken van de bijbel zouden onder het fileermes van Mennen dienen te verdwijnen: “Ik ga een weg leggen in de woestijn, rivieren in het dorre land”, zegt de profeet. Met Mennen blijven we nog even in het dorre land. De afkeer van dubbelzinnigheid en de roep om één heldere leer die samenvalt met wat Mennen zelf denkt, moet niet verward worden met orthodoxie: het is veeleer fundamentalistisch en daarmee een modern verschijnsel. 
Fundamentalisme is zelfs in zijn afkeer van theologisch reflectie en van verschillende perspectieven een levensgrote bedreiging voor orthodoxe theologie. Ook Mennens bereidheid om zonodig zijn eigen bisschop te bekritiseren getuigt van een fundamentalistische houding. Het verwondert dan ook niet meer dat we in de Volkskrant als het over de islam gaat niet de officiële uitspraak van kerk krijgen:

“De kerk ziet met waardering uit naar de moslims, die de ene God aanbidden, de levende en standvastige” (Nostra Aetate). Nee, we krijgen van de pastoor een sympathiebetuiging aan het adres van Geert Wilders. Van de woede van de Cor Mennens, verlos ons Heer!

Marcel Poorthuis

 

overgenomen van Isidorusweb.nl

 

 

Niet gecategoriseerd