Hoe gaat het met Wies Stael – Merkx

Gezond verstand en creatieve Geest

 

door: Leon Goertz
Als boegbeeld van de Acht Mei Beweging gaf Wies Stael-Merkx jarenlang leiding aan vernieuwingsgezinde katholieken in Nederland. In die tijd werkte ik veel met haar samen. Nu leeft ze in de luwte van de Lepelenburg te Utrecht. Haar visie op kerk en samenleving is nog steeds even sprankelend als ooit. Ik had een gesprek met haar.

‘Wat stelt hij voor, die simpele timmermanszoon; uit Nazareth nog wel?’ Ze hebben het geweten! De vergelijking gaat erg mank maar is wel verleidelijk. Wies Stael- Merkx werd in 1926 in het kleine Elden in de Betuwe geboren. Haar vader was hoofd van de openbare school. Het gezin telt zeven kinderen. Warmte en geborgenheid kenmerken er de sfeer, waar Wies niet buiten kan. Tante nonneke haalt haar over om naar haar internaat in Koningsbosch te komen. Maar dat is geen succes. Na twee jaar wil ze weer naar huis. ‘Wij, zes zussen en een broer, waren erg leergierig en kregen alle ruimte ons te ontplooien. Niks geen gedoe van meisjes alleen voor het huishouden. Nee, open en gelijkwaardige kansen voor man en vrouw’, aldus Wies. Ook met gewetensvorming wordt al vroeg begonnen.

 

 

Zelf verantwoordelijk
‘Vader vraagt: wil je even meehelpen in de tuin? En als ik dan zeg: Als ik dat nu eens niet doe, papa? Dat moet je zelf weten, Wiesje’ is zijn wijs antwoord. Zelf verantwoordelijk staat voorop. Dwang maakt mensen kapot. Dit blijkt al gauw in de oorlog. Verbijsterende ervaringen in haar kinderjaren die haar nieuwe inzichten geven. De bezetter pesten en burgerlijk ongehoorzaam zijn: Radio Oranje en Vrij Nederland luisteren, opstandigheid is troef en stimuleert bevrijdingsacties. Onderduikers helpen. Zelf als vluchteling uitgeweken naar Ede leert zij de goedheid van protestantse mensen kennen. Oecumene ten top en geen kleinzielig dogmatisch gedonder. Zo vormen indrukken en ervaringen in haar jeugd het fundament van haar kerkvisie en inzet voor de samenleving. Zij gaat eerst richting gezondheidszorg en studeert medicijnen in Utrecht met medische ethiek en filosofie. Haar kritische kijk op veel opvattingen en gangbare overtuigingen verdiept zich.

 

 

Humane gewetensvorming
Kapelaan Nico Vendrik toonde toen al empathie voor andersgeaarden. Op de disputen van de studentenvereniging Veritas gaat het er fors aan toe. ‘Stel, dat God niet bestaat!’ Een logische vraag zo vlak na de oorlog waar godsdienstige volken elkaar zo gruwelijk hebben afgeslacht. Twijfel is gezond, want dan ga je verder zoeken en daar word je alleen maar slimmer en een beter mens van. Nee, Wies beeldt zich niet in de waarheid in pacht te hebben. Ze blijft verder zoeken. In de jaren vijftig en zestig krioelt het van bruisende, verkennende en baanbrekende personen die in cursussen en tijdschriften de bevrijdende dialoog met gewone mensen aangaan.
De pastoraal-psycholoog Han Fortmann, seksuoloog Trimbosch, de psychologe Helene Dresen-Coenders en vele anderen op het gebied van de geestelijke gezondheid, gezinssociologie, seksualiteit en vrouwen-emancipatie zijn haar inspirerende bronnen. Zij wordt door hen ingeschakeld bij . het project Relaties, seksualiteit en seksuele opvoeding van de toenmalige katholieke GGZ. Zij schoolt zich voortdurend bij met cursussen seksuologie, gezinssociologie en groepsdynamica.

 

Met Simonis
Intussen is zij getrouwd met advocaat Jules Stael en wordt zij moeder van Richard, Wies en Anne. Zij blijft doorwerken; met moeite. Want ‘men’ vond toen nog dat een moeder thuis hoort te zijn. Ze wordt actief in schoolbesturen en maatschappelijke organisaties. Zo komt ze ook terecht in de agendacommissie van het Landelijk Pastoraal Overleg, waar ze regelmatig met kardinaal Simonis om de tafel zit. Die contacten waren vaak moeizaam. Eerder al was ze door Simonis, toen nog bisschop van Rotterdam, op het matje geroepen: ‘U moet op het gebied van huwelijk, gezin en homorelaties wel de katholieke leer verkondigen’. Haar antwoord is prompt: ‘Dat moet u doen, bisschop, ik ben hier om de mensen te helpen een humane en gezonde levensvisie te ontwikkelen: Later, als voorzitter van de Acht Mei Beweging van 1985 tot 1992 – krijgt zij herhaaldelijk op hoog niveau met hem te maken. Maar de blokkade en zelfs afkeer van zijn kant voor Wies en de katholieke vernieuwing bleken zo groot dat er geen doorkomen aan was. Wies: ‘In die jaren woonde ik op een steenworp van zijn paleis aan de Maliebaan. Ik nodigde hem uit om bij mij thuis eens gezellig een glas wijn te drinken. Dat is er nooit van gekomen. Hij was mij liever kwijt dan rijk.
De huid vol
Zo reageerden ook sommige andere bisschoppen. In het bisdom Roermond waarschuwde bisschop Gijsen de pastorale scholen in een herderlijke brief voor een voordracht van haar. ‘Mevrouw Wies Stael-Merkx is een bedreiging voor het rooms-katholieke geloof: Haar dochter Anne voelde zich als een wesp gestoken en schreef een boze brief naar Gijsen waarin ze hem inpeperde dat hij zo niet met haar moeder behoorde om te gaan. Ook een bijeenkomst van de Acht Mei Beweging met de staf van het bisdom Roermond was een crime. ‘We werden wel met Limburgse vriendelijkheid ontvangen, maar daarna kwam de kat uit de zak. Vicaris Haye van der Meer ratelde ons op een afschrikwekkende manier een lijst verwijten, aanklachten en veroordelingen af dat onze mond ervan openviel. Geen dialoog of gesprek, maar een tribunaal.
Vernieuwend
De felle periode van de AMB ligt achter ons. Van de kant van de katholieke hiërar¬chie is het er niet beter op geworden. Ook de nieuwe bisschoppen blunderen er soms flink op los. Op het gebied van liturgie, oecumene en ambt raken we steeds verder van huis. ‘De kerk maakt niet waar wat zij predikt. Solidariteit? Ja, met Rome; niet met het eigen volk. Liefde? Priesters die uittreden, krijgen geen woord van dank en aan hen wordt niet gevraagd of ze het wel redden in de nieuwe situatie? Ik kan het woord ‘liefde’ uit hun mond niet meer horen’, zegt ze geëmotioneerd. De ander kant is, dat de vrije geest van vernieuwende katholieken zijn weg wel vindt in talloze oecumenische en zelfs interreligieuze groepen waarvan er in de stad Utrecht al vele zijn. ‘Daarin voel ik me thuis’ zegt Wies. Zo is ook de Mariënburgvereniging als grote luis in de pels van de kerk goed bezig. Het verder uitbouwen van lokale en regionale basisgroepen en deze met elkaar en met groeperingen in België verbinden is duidelijk de volgende fase van vernieuwende geloofsbeleving van katholieken.
Dit nog
Nog iets moet Wies Stael-Merkx van het hart. ‘We leven als gelovige mensen in de grote samenleving met haar verschillende opvattingen en stromingen. Ook daar is een en ander niet pluis. Met een zorgwek-kende ondertoon merkt zij op: ‘Hebzucht, gemakzucht en commercie die we overal om ons heen zien zijn de nieuwe dictators in de samenleving die de frisse kritische geest van mensen te grazen willen nemen. Het individu is ongelooflijk veeleisend geworden. De overheid moet overal maar voor zorgen. En dan de verkwisting en ver weg van het ritme van de natuur. Asperges en aardbeien met Kerstmis. Wie verzint zo’n onzin? Waar loopt dit op uit? Wat zijn uiteindelijk de gevolgen voor natuur en wereldbevolking? Zo zijn er vele kritische vragen te stellen over de gangbare consumptiepatronen. Gelukkig zijn er ook de positieve trends van zoektochten naar verinnerlijking, verdieping en versobering.’
De Geest werkt door
Terug naar de Lepelenburg. De woning van aartsbisschop Wim Eijk is niet ver weg. Slechts de Stadsbuitengracht scheidt hen. Hoe was het ook weer met die twee koningskinderen? ‘Ze konden bij elkander niet komen, want het water was veel te diep.’ Heeft Eijk koudwatervrees? Is de stap naar de overkant nog altijd een brug te ver? ‘Bij de dodenherdenking had hij wel een goede preek over de oor-logsslachtoffers Etty Hillesum en Titus Brandsma. Wat zou het mooi zijn als hij iets van de mensenliefde van deze twee overnam in zijn beleid waar soms veel goede mensen onder te lijden hebben! Zolang voor hem en de andere kerkelijke gezagsdragers de Vaticaanse regelgeving belangrijker is dan de volwassen geloofsbeleving van gewone mensen, zolang moeten we opstandig en kerkelijk ongehoorzaam blijven. De menswaardigheid redden is burgerplicht. Geen kadaverdiscipline en geen gedicteerde marsroute. Samen als Gods Volk onderweg blijven is heel zinvol. ‘Wij zijn de kerk’, zei Michel van der Plas op 8 mei 1985 op het Malieveld in Den Haag. ‘Die geest blijft ook nu doorwerken. Ik denk ook met dankbaarheid terug aan Edward Schillebeeckx, wiens motto was ‘Ménsen maken de kerk’. Hoe het verder zal gaan? Ik zing nog altijd met volle overtuiging ‘Van U is de toekomst, kome wat komt’ en ‘De steppe zal bloeien’ !
Niet gecategoriseerd