22 miljoen volgers op Twitter: niet slecht voor ?n paus?

 

  • door Frans Wijnands   –

    Het Vaticaan heeft altijd een fijne neus voor communicatietechnieken gehad. Nog steeds. Bij de formele stichting van de Vaticaanse Staat, in 1929, vroeg paus Pius XI aan radiopionier Gugliemo Marconi om in de tuin van Vaticaanstad een radiozender te bouwen. Nog geen twee jaar later was die in de lucht. Toen praatte de paus tegen een microfoon, nu gebruikt zijn zoveelste opvolger een iPad en twittert er vrolijk op los. Paus Franciscus heeft dik 22 miljoen volgers. Dat is niet slecht voor iemand die zichzelf  ‘een opa’ noemt als het over moderne sociale media gaat. 

    Het Vaticaan is bezig met een omvangrijke reconstructie van de eigen informatieorganisatie. Radio, tv, de krant, de persvoorlichting, de sociale media, alles wordt onder één secretariaat samengevoegd. Dat moet een betere onderlinge samenwerking en afstemming opleveren. Maar vooral ook moeten de ontelbare lezers, luisteraars, kijkers en twitteraars beter bediend worden. Hoofd van de Vaticaanse internetdiensten, tevens secretaris van het nieuwe Mediasecretariaat, is pater Lucio Adrian Ruiz, een landgenoot van paus. Ruiz is niet verrast door de miljoenen twittervolgers van de paus. ‘Het zijn veelal jonge mensen die ontdekt hebben dat de paus hun twittertaal spreekt. En vergeet niet: het is een rechtstreekse dialoog tussen en met mensen. De techniek is een hulpmiddel’.

    Die opmerking deed me denken aan een gesprek met de Jezuïet Antonio Spadaro, onlangs in Rome. Hij is een fervent gebruiker van de sociale media; Facebook, twitter. Met tienduizenden volgers, zeg maar lezers. Zijn communicatie-‘filosofie’ is te vangen in drie woorden: People trust people, mensen vertrouwen mensen. ‘Veel mensen voelen een groeiend wantrouwen ten opzichte van ‘de media’, die onpersoonlijke instanties die informatie verschaffen. Maar kun je die wel geloven, kun je die vertrouwen?’.

    Lange tijd was communicatie eigenlijk éénrichtingverkeer: van de informatieverschaffer, de krant, een omroep naar de lezer, luisteraar  en kijker. Van dialoog was geen sprake. ‘De krant’ vertelde de lezers iets en die moesten dat maar geloven, althans voor waar aannemen. Maar dat is grondig veranderd.
     

    Bij de kranten kwamen eerst de ingezonden brieven. Toen de eigen ombudsmannen met rechtstreekse telefoonnummers . Er kwamen lezerspanels en open dagen. De redactie is vandaag de dag doorlopend in discussie met de klant, met de lezer. Bij de radio en televisie ontwikkelde zich iets soortgelijks: luisteraar en kijker werden meer en meer betrokken bij en in programma’s en mogen er – al dan niet live – hun zegje doen. En toen volgde de oncontroleerbare informatie-explosie van de social media.

    ‘Mensen vertrouwen mensen. Als ik een bericht rondstuur weten mijn lezers wie ik ben. En daarom hebben ze vertrouwen in wat ik zeg. Er groeit vertrouwen tussen de informatieverschaffer en de afnemer’. Pater Spadaro bedoelt dat je nu eenmaal sneller iets aanneemt van iemand die je kent, dan van een onbekende. Krantenlezers zoeken bewust naar namen van redacteuren die ze in de loop van de tijd als betrouwbaar zijn gaan kennen. Dat verschijnsel neemt toe. Sociale media hebben weliswaar een gigantisch bereik maar de betrouwbaarheid van wat er op Facebook en Twitter wordt rondgestuurd is twijfelachtig. Tenzij je de twitteraar kent en zijn informatie dus vertrouwt. Zoals het geval is met paus Franciscus. Ruim 22 miljoen volgers op Twitter: niet slecht voor ’n paus…

     

Niet gecategoriseerd