Oecumenisch symbool


Een kelk als oecumenisch symbool

 

–          Frans Wijnands   –

Maarten Luther stond het afgelopen weekeinde in Rome volop in de schijnwerpers. Op de Colle Oppio, vlakbij het Colosseum, werd het naambord van een klein plein officieel onthuld:  Piazza Lutero, vernoemd naar Maarten Luther. Met instemming van het Vaticaan en tot onvrede van een stelletje hardleerse ultra-katholieken. Afgelopen zondag bracht paus Franciscus een bezoek aan de Evangelisch-Lutherse Gemeente van Rome.

Dat bezoek zou je kunnen vertellen als een sprookje: 

–          Er was eens een kerkvorst die in zijn bewierookte stad op bezoek gaat bij een klein groepje mede-gelovigen dat niet tot zijn kerk behoort. Het zijn er maar een paar honderd, terwijl er in zijn stad duizenden en duizenden gelovigen wonen die wèl bij zijn kerk horen. Weliswaar niet allemaal belijdend, velen alleen in naam en op papier, maar dan nog…

–          De kerkvorst had lang nagedacht over een gepast cadeau, want hij wilde niet met lege handen, laat staan loze woorden naar hun kerk gaan. Een Christuskerk nog wel! Tenslotte koos hij voor een kelk. Veelzeggend symbolisch. Want waar zijn eigen woorden over eenheid tekort schoten, sprak zijn geschenk boekdelen. ‘Een kelk die in mijn rooms-katholieke kerk gebruikt wordt in de Eucharistieviering en die in uw kerk gebruikt kan worden voor de Avondmaalviering’.

–          De kerkvorst voegde er nog een zin aan toe: ‘Eén geloof, één doopsel en één Heer’, heeft Paulus ons gezegd. Laten we daar dan de consequenties uit trekken. Want als we hetzelfde Doopsel hebben dan moeten we ook samen optrekken’.

Tot zover het ‘sprookje’, gebaseerd op ware feiten. Want de paus kwam inderdaad met die symbolische kerk naar de Christuskerk van de Lutherse Gemeente. Dat is een bijna onzichtbare minderheid in het religieuze landschap van Italië: nog geen 10.000 leden, merendeels woonachtig in de Duitstalige gebieden in het noordoosten van het land.

Het pausbezoek van afgelopen weekeinde is geen novum. Ook Johannes Paulus II en Benedictus XVI bezochten de lutherse gemeenschap in Rome om er samen te bidden; vooral voor een voorspoedige voortgang van de oecumene, de eenheid van alle christenen. De paus herinnerde aan vreselijke tijden vol religieus geweld, aan wederzijdse vervolgingen en wreedheden. ‘Terwijl we toch hetzelfde Doopsel hadden gekregen. Laten we bidden om  vergiffenis voor het schandaal van onze splitsing’.

 

 

De paus toonde zich bescheiden in zijn antwoord op de vraag wat een gezamenlijke viering van de ‘Maaltijd van de Here’ in de weg blijft staan. Een lastige vraag, die hij ook zichzelf vaak stelt, vertelde hij.  ‘Is de gezamenlijke viering het einde van een weg, of is het proviand voor onze gemeenschappelijke verdere reis? Ondanks datzelfde Doopsel blijven er verschillen. Ik laat de antwoorden op die vragen aan de theologen over’.

‘Ik ben goed bevriend geweest met een bisschop van de Anglicaanse kerk. Ook hij stelde zich die vraag, voelde onrust. Zijn vrouw en twee kinderen waren katholiek. Hij bracht ze naar hun kerk en vierde daarna met zijn eigen gemeente het Avondmaal’. Gescheiden, en toch verbonden in hetzelfde geloof.

Dominee Jens-Martin Kruse van de Evangelisch-Lutherse Gemeente is opgetogen over het bezoek. Over het geschenk, over de woorden van de paus, over de zoveelste aanmoediging te blijven zoeken naar eenheid. ‘Deze paus spreekt ook ons, protestanten, zeer aan. In zekere zin zet hij de theologische aanmoedigingen die paus Benedictus gaf, om naar de praktijk’. Zoals de overeenstemming tussen de rk-kerk en de protestantse om bij gelegenheid van 500 jaar Reformatie een grote oecumenische plechtigheid te houden eind volgend jaar, in Zweden. Mede ter onderstreping van het rapport ‘Van Conflict naar Communio’, dat katholieken en lutheranen twee jaar geleden  publiceerden en waarin nieuwe perspectieven op de theologie van Maarten  Luther zijn vastgelegd.

 

 

franswijnands@telenet.be

Niet gecategoriseerd