Vervolg: Hoe het virus de clericale kerk ontmaskert

Ons theologisch denken over de kerk, onze liturgie en sacramenteel leven en de relaties tussen kerk en staat, alles verliest zijn vanzelfsprekendheid en wordt in een nieuw licht gesteld. Een bijzondere uitdaging ligt er voor onze moraaltheologie.

Epidemieën en pandemieën laten bij ons allemaal primitieve overlevingsinstincten de kop opsteken. Ze kunnen reacties en gedrag uitlokken die in tegenspraak zijn met de boodschap van het evangelie.

Als de Kerk in dit alles aanwezig wil zijn, moet ze dat doen op een manier die verschilt van haar normale grondhouding, bv. bij het vieren van de eucharistie.
De huidige pandemie beproeft het vermogen van de Kerk – inclusief het pausdom en het Vaticaan – of zij het aankan om bijna onzichtbaar aanwezig te zijn, zonder te kunnen terugvallen op het vertrouwde instituut.

Paus Franciscus ‘pastorale reactie op anticoronavirusmaatregelen
Het is ook een pittige test voor paus Franciscus. Hij moet manoeuvreren langs de  buitengewoon dunne scheidslijn tussen de noodzaak van de antivirusmaatregelen van de burgerlijke overheid omwillle van de volksgezondheid enerzijds en de wezenlijke elementen van het kerkzijn anderzijds

Historici hebben het wel eens over de ‘institutionele eenzaamheid’ van de paus. Dat gaat al op in normale omstandigheden, maar in tijden van crisis is de paus nog eenzamer. Franciscus wordt gedwongen om als een eenzame acteur op het nu praktisch lege podium van Rome op te treden in een bijna Becket-achtige enscenering (zie de foto red.)

De 83-jarige jezuïetenpaus voelt zich duidelijk meer op zijn gemak als hij met de uitstraling van zijn persoon aan publieke en politieke kant van de kwestie (de betrekkingen met de staat) richting kan geven, dan wanneer hij theologisch de betekenis van deze noodsituatie voor een kerk moet verhelderen.

Afgaande op wat hij gezegd heeft in zijn homilies tijdens de dagelijkse mis en in zijn reflecties bij het zondagse Angelus, legde hij de nadruk vooral op wat priesters kunnen en moeten doen,  meer dan op wat elke christen die tot heiligheid geroepen is, zou kunnen doen .

Dit wordt geïllustreerd door zijn verwijzing afgelopen zondag naar Don Abbondio, de laffe priester in Alessandro Manzoni’s The Betrothed , de beroemde roman die werd opgevoerd in het door pest geteisterde 17e-eeuwse Milaan. Literair leuk, maar het weerspiegelde een nogal op de priester gerichte kerk.

Als vis uit het water
Er is zoveel christelijke spiritualiteit in deze buitengewone tijd opnieuw te ontdekken, zonder dat we hoeven terug te gaan naar een theologie van het priesterschap die niet langer gezond is en geen houvast biedt in tijden van een pandemie.

Ik luisterde zaterdag via internet naar het geluid van de klokken die de lucht verwarmden van de totaal lege straten van Rome. Het was als het begin van de film “Into Great Silence” voor een gemeenschap waar alle verschillen nu gerelativeerd worden.

Het deed me denken aan de uitspraak van de woestijnvader-kluizenaar Antonius abt: ‘Net zoals vissen sterven als ze te lang uit het water blijven, zo gaat het met  de monniken die buiten hun cellen rondhangen.’ Velen van ons zullen geruime tijd binnen moeten wonen en het is niet duidelijk voor hoe lang.
Katholieken hebben de sacramenten nodig, maar ons lichaam is al de tempel van de Heilige Geest. In het leven van een christen bestaat al een sacramentaliteit die niet per se afhankelijk is van de sacramenten.

Liturgie van de uren en ‘lectio divina’
Online naar de mis kijken is geen vervanging voor het fysiek deelnemen aan de viering van de eucharistie. En in deze tijd van pandemie zouden we ons minder moeten concentreren op live gestreamde missen, “geestelijke communie” en persoonlijke devoties.
De bisschoppen (inclusief paus Franciscus) zouden katholieken moeten aanmoedigen om de liturgie van de kerkelijke getijden te volgen, de “lectio divina” *) te beoefenen  en rond Bijbel en Gebed in gezinsverband samen te zijn. Daar liggen enorme kansen. 

Het is niet alleen een kwestie, vooral in sommige landen, om een ​​levensvatbaar alternatief te bieden voor het super-clericale menu dat sommige katholieke media zoals EWTN en Radio Maria ons voorschotelen. Waar het om gaat is dat er echte spirituele voeding wordt geboden op een manier die theologisch rijker en methodisch net zo eenvoudig is.

Katholieken in veel landen zullen de komende weken, zo niet maanden, in deze situatie van isolement en afstand verkeren. In deze noodsituatie laat onze kerk – die ons allemaal omvat, niet alleen de hiërarchie – zien hoe moeilijk het is om de spirituele vernieuwing die door het Tweede Vaticaans Concilie (1962-65) werd gelanceerd, echt in praktijk te brengen, waartoe paus Franciscus zo energiek oproept.

De liturgische hervorming na het Vaticaan II was bijvoorbeeld niet alleen de “nieuwe mis” – het omdraaien van het altaar, gebruik van de volkstaal en de actieve deelname van de gelovigen. Het ging er ook om de liturgie te begrijpen in de context van een niet-hiërarchische visie op de kerk en van een theologie van Openbaring die een nieuwe benadering van de Heilige Schrift inluidde.

Dit is een moment om solidariteit met anderen te ervaren, vooral met de meest kwetsbaren, terwijl we onze christelijke en burgerlijke plichten vervullen.
Afgezien van enkele intellectuelen en geestelijken, lijken de meeste katholieken niet bijzonder verontrust door deze buitengewone en tijdelijke noodmaatregel van het opschorten van gemeenschappelijke liturgische vieringen. Maar paus en bisschoppen moeten die verontrusting aanwakkeren.

Openbare liturgieën stopten, onze liturgische geest gaat door
Katholieken zullen blijven geloven. We zullen onze geloofsgemeenschap blijven verenigen via een sociaal netwerk en elkaar steun bieden terwijl we anticiperen op de dag dat we ons normale liturgische leven kunnen hervatten.

In veel landen heeft de kerk de mis en andere liturgieën opgeschort met medewerking van het volk.  Maar onze liturgische geest is niet gestopt. Er is iets liturgisch in de spontane, maar gecoördineerde zang van Italiaanse balkons (hoe slecht die zang soms ook is!).

We ondersteunen elkaar op duizend manieren, in de ene menselijke familie, in onze gemeenschappelijke menselijkheid en in geloof. Deze moeilijke periode van omgaan met COVID-19, hoe lang die ook zal duren, zal zeker gevolgen hebben voor het geloof en de kerk.

Dit is een tijd om te vertrouwen op het levende geloofsvertrouwen van de mensen en om wegen te vinden die én creatief en tegelijkertijd heel traditioneel zijn (het Getijdengebed, de lectio divina *), en aandacht voor de Bijbel en het Gebed in de kring van het gezin) om ons te ondersteunen op onze tocht door de woestijn.

Gebeurt dat niet dan zullen de recente uitspraken over de dringende noodzaak om het klerikalisme te beëindigen, niet meer blijken te zijn dan een doekje voor het bloeden en aan zo’n doekjes hebben we op dit moment helemaal geen behoefte.

Vertaling en bewerking: redactie www.deroerom

Bron: La Croix International
beeld: © Vatican Media en Evandro Inetti/ZUMA Wire/MaxPPP)

*) lectio divina:
Lectio Divina, een manier van bijbellezen die in kloosters is ontwikkeld. Het is een meditatieve manier van omgaan met de tekst. Bij het lezen van de bijbel gaat het er niet om of je alles snapt wat er precies bedoeld wordt. Het gaat erom of je erdoor veranderd wordt naar het beeld van God dat in je gelegd is: licht en leven, vrede en recht, liefde en trouw.AchtergrondCoronaOverig / diversSpiritualiteitEdit”Hoe het virus de clericale kerk ontmaskert”

Berichtnavigatie

Vandaag Dag van Nationaal Gebed

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *