Aan tafel met Franciscus…

De jengelende Jingle Bells en de klingelende Kling klokjes klingelingeling overspoelen stad en land. Kerstmis.
Elk jaar moet ik in deze tijd terug denken aan Greccio; zo’n Italiaans stadje van dertien in een dozijn. Het ligt een uurtje rijden ten zuiden van Assisi, bij Rieti; in de ‘Valle Santa’, de heilige vallei waar Sint Franciscus veel gemediteerd en gepreekt heeft. Greccio komt eigenlijk maar één keer per jaar in de belangstelling, in de kersttijd. Want daar, hoog in de heuvels, is de ‘levende’ kerststal uitgevonden. 

We schrijven 1223. Voor Franciscus een bijzonder jaar. In november keurde paus Honorius III de regels goed die Franciscus voor zijn orde had opgeschreven. Kerstmis wilde hij doorbrengen in het tegen de rotsen aangebouwde klooster, even buiten Greccio. Hij kwam daar vaker om er in zijn kleine, kale cel te mediteren. Bij dat klooster was een grot en daar wilde Franciscus de geboorte van Christus op een bijzondere manier vieren.  

Hij vroeg aan een vrome vriend, Giovanni di Velita, heer van het dorp en omstreken, om hulp. Hij had maar weinig nodig: een voederbak, een hoop stro en een paar beesten; een os, een ezel, een paar schapen. Dat liet hij allemaal naar die grot brengen. Hij vroeg een paar boerenkinderen of ze hem wilden helpen. ‘Maar waarmee dan?’ ‘Om vannacht mijn engelen te zijn’. De kinderen holden opgewonden langs de boeren en herders om ze te waarschuwen. Tegen middernacht trokken de nieuwsgierige mensen met brandende fakkels over de beboste helling naar de grot. Er brandden kaarsen en door de stille bossen klonk het gezang van de broeders.

Franciscus las het Kerstevangelie. Aan het eind van de mis knielde hij bij de kribbe, strekte zijn armen uit en nog jaren later vertelden de dorpelingen dat ze gezien hebben dat Franciscus – heel kort – een levend kindje in zijn handen had. Daar lopen ‘werkelijkheid’ en zinsbegoocheling samen. Maar de kerststal in Greccio is historisch bewezen en nog elk jaar voeren tientallen bewoners dat tafereel op.  

Na de nachtmis werd er – zoals nu nog in veel landen gebruikelijk is – gegeten. Franciscus had weliswaar de armoe als voornaamste grondregel, maar hij at met smaak wat de natuur hem schonk. Het kerstmaal van Franciscus en zijn volgelingen moet er, naar wat toen gebruikelijk was, ongeveer als volgt hebben uit gezien:

– geroosterd brood, crostini genaamd, besmeerd met olijvenpasta en paté van kippenlevertjes.   Het staat nog altijd op de menukaarten in Umbrië.

– groentesoep met spelt, een super gezonde graansoort die al werd gebruikt als krachtvoedsel voor de Romeinse legioensoldaten.

– een hartige groententaart met forel en rivierkreeftjes. Dat zou je tegenwoordig sjiek eten noemen, maar de riviertjes en beken zaten toentertijd vol met dit zwemmende volksvoedsel.

– en speltkoekjes met rozijnen.

Zo nodig werd de maaltijd nog wat besprenkeld met olijfolie. En er zal, naast het overvloedige bronwater, ongetwijfeld wijn op tafel hebben gestaan…   

Een kind loopt langs de wegen,
het is een timmermanskind,
het komt veel mensen tegen,
het heeft veel tegenwind.

Het loopt met beitel en hamer
vriendelijk van huis tot huis
en biedt voor elke kamer
een gloednieuw, glanzend kruis.

Maar alle deuren blijven gesloten,
men is van alles al voorzien,
van stofzuigers, radio en loten,
een kruis en een naaimachien.

Een kind loopt langs de wegen,
het is een timmermanskind,
het komt veel mensen tegen,
het heeft veel tegenwind.

(Gabriël Smit – 1910-1981)

Het moet een pover geboortefeest zijn geweest, toentertijd in Bethlehem. Al was er best wel veel kraambezoek: een stel herders, een paar nieuwsgierige voorbijgangers, minstens één engel en drie koningen. Drie bezoekers tegelijk! Maar ja, wie had toen van corona gehoord? Het wordt een ongewone Kerstmis, aan het einde van een raar jaar. Een jaar met veel tegenwind…

Wonderlijk, hoe we met z’n allen het woordje lockdown zijn gaan gebruiken en begrijpen. Het is een heel snel ingeburgerd Engels woord. Iedereen begrijpt wat het betekent: op slot. Opsluiten, weliswaar niet achter slot en grendel, maar thuis blijven! En niemand binnen laten. Ook geen drie koningen want dat is er al een te veel. En dan zul je zien dat uitgerekend die zwarte niet binnen mag…

Mondkapjes in de kerststal vind ik onschuldige flauwekul, maar dat er scherpslijpers zijn die ook die zwarte koning niet bij de kribbe willen, dat is ten hemel schreiend.

Vrede op aarde blijft de beste kerstwens; bij deze…

lees ook ons bericht: de zwarte koning moet blijven

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *