Vrouwen en kerkelijk ambt

De Christelijke Gereformeerde Kerken besloten eind vorige week geen
vrouwen toe te laten tot de kerkelijke ambten, verwijzend naar ‘een
katholieke traditie’. Maar de argumentatie is volstrekt anders dan die van de Rooms-Katholieke Kerk, die ook vrouwen uitsluit van haar gewijde ambten.

door Hendro Munsterman in het Nederlands Dagblad

‘Inzake de eigen positie van man en vrouw met betrekking tot
de kerkelijke ambten is er sprake van een katholieke traditie
van bijna tweeduizend jaar.’ Het was een wat opvallende zin in de tussenrapportage van de CGK-commissie die zich boog over de vraag of vrouwen tot kerkelijke ambten kunnen worden toegelaten. Dit ‘traditie-argument’ stond in het deel dat was geschreven door de tegenstanders, die de meerderheid vormden. ‘De traditie is naar gereformeerde overtuiging geen zelfstandige norm, maar behoedt wel voor te snel meebewegen met de cultuur’, schreven ze direct nuancerend.

Wie goed kijkt, ziet echter dat de christelijk-gereformeerde argumentatie tegen vrouwelijke ambtsdragers fundamenteel verschilt van de rooms-katholieke.
Aan gereformeerde kant gaat het over Schriftgezag en scheppingsorde, aan katholieke zijde over traditie en sacramentensymboliek.

………..
‘Ten diepste gaat het om de vraag hoe je de Bijbel uitlegt en leest in deze tijd’, schreef deze krant over de christelijk-gereformeerde discussie. Op de vraag waarom Paulus vrouwen het spreken in de kerk verbiedt – Paulus geeft daar zelf geen helder antwoord op – zoeken de christelijk-gereformeerden naar ‘de schepselmatige structuren die God in mens en wereld heeft aangebracht’. Er is naast de ‘principiële gelijkwaardigheid en complementariteit van man en vrouw’ ook een ‘niet-gelijke positie van beiden’. Sterker: ‘de man’ heeft ‘prioriteit’, een ‘leidende rol’, en is ‘hoofd’.

De Rooms-Katholieke Kerk, argumenteert heel anders.
In 1975 somt paus Paulus VI drie redenen op:
– het voorbeeld van de Christus (‘koos zijn apostelen alleen uit mannen’),
– de kerkelijke traditie (‘de voortdurende praktijk van de kerk die Christus heeft nagevolgd’)
= en het ‘levende leergezag dat consequent heeft gesteld dat de uitsluiting van vrouwen van het priesterschap in overeenstemming
is met Gods plan voor zijn kerk’.

Een klein jaar later publiceerde de Vaticaanse Congregatie voor de Geloofsleer de verklaring Inter Insigniores met een uitwerking van de argumentatie. De scheppingsorde en de brieven van Paulus, in de
gereformeerde argumentatie zo centraal, worden in de Vaticaanse argumentatie echter slechts zijdelings genoemd. De vraag naar het waarom van de keuze van Christus en Paulus om vrouwen buiten boord te houden wordt hier vooral beargumenteerd vanuit de sacramentaliteit van de kerk……

Bij al deze argumentatie ….. stellen theologen al sinds geruime tijd de nodige kritische vragen. Zodanig dat paus Johannes Paulus II in 1994 de discussie erover blijvend wilde beëindigen. De katholieke leer is
‘definitief’ en moet ‘door alle gelovigen worden onderschreven’. ..

Lees het volledige artikel in het Nederlands Dagblad (katern zondag, blz. 7)

Voor een overzicht van het rk.standpunt en dat van de oudkatholieke kerk lees het Verslag-van-de-internationale-Rooms-katholieke-Oud-katholieke-dialoogcommissie.pdf blz 43 ev

beeld: pastoor Grete-Verhey – de Jager, okkn.nl