Charles de Foucauld, zijn betekenis

Met de heiligverklaring van de officier, ontdekkingsreiziger en woestijnmissionaris Charles de Foucauld (1858-1916) komende zondag, zal de katholieke kerk er een complexe en interessante heilige bij krijgen. Zijn diepe geloof, zijn zelfbewustzijn als “broeder van allen” en zijn dringende wens om dicht bij de “laagsten en meest verlatenen” te zijn, maken de nieuwe heilige tot een modern rolmodel, vooral in tijden van onrust en crisis.

Nieuwe horizonten van verkondiging

Charles de Foucauld opent “nieuwe horizonten van verkondiging van het evangelie” voor de kerk, benadrukt Herbert Hartl van de religieuze orde “Kleine Broeders van Jezus”, een van de religieuze congregaties die spiritueel schatplichtig is aan de Foucauld. Broeder Karl, zoals de Foucauld ook wel wordt genoemd, staat voor persoonlijke bekering tot een leven dat gebaseerd is op het evangelie en in het bijzonder op de zaligsprekingen. De nieuwe heilige laat ons zien “hoe wij als kerk kunnen leven in de diaspora, hoe we de allerarmsten zouden kunnen respecteren, hoe we in contact kunnen komen met mensen van andere geloofsovertuigingen en hoe we vat kunnen krijgen op andere culturen”, zegt Hartl.

Frater Andreas Knapp is ook lid van de “Kleine Broeders van Jezus”. De in Leipzig wonende priester en dichter benadrukt de ‘universele broederschap’ van waaruit de nieuwe heilige steeds meer leefde, naar Jezus’ voorbeeld. Hij zag “de hele mensheid als de nieuwe grote familie van God” en daarom zichzelf als “de broer van alle mensen, ongeacht tot welke natie, ras of religie ze behoren”.

Menselijke broederschap

De Foucauld had bijzonder veel respect voor de moslims, onder wie hij vele jaren woonde, vervolgde Knapp. Met deze interpretatie van het evangelie is de nieuwe heilige zeer actueel, vooral in een tijd “waarin nationaal egoïsme of denominationele bekrompenheid zich weer verspreidt”.

Zuster Monika Wedenig, lid van de congregatie van de Kleine Zusters van Jezus, wijst erop dat Charles de Foucauld Jezus vond in mensen – zijn “broers en zussen”. Om hen te leren kennen, “verdiepte hij zich in hun cultuur en hun leven en zo ontstond steeds meer begrip en toenadering.” Dat betekent tot in onze dagen: “bruggen bouwen naar andere culturen en andere religies, God vinden in alles en in iedereen”. Met zijn inspanningen om “opnieuw te luisteren om de ander te begrijpen” – wat ook concreet gebeurde door zijn werk als vertaler en het schrijven van het eerste Toeareg-woordenboek – werd broeder Karl een “vredestichter”.

Tal van katholieke orden of gemeenschappen die na zijn dood zijn ontstaan, verwijzen naar Charles de Foucauld. De ” Spirituele Familie Charles de Foucauld ” (“Association Famille Spiritual Charles de Foucauld”), die in 1955 werd opgericht als een koepel van gemeenschappen die naar Charles de Foucauld verwijzen als de stichter of inspirator. Wereldwijd zijn er 19 gemeenschappen met ongeveer 13.000 leden. In Duitsland zijn er negen gemeenschappen waartoe 700 vrouwen en mannen behoren, waaronder de Evangelisch-Lutherse Gemeenschap van Charles de Foucauld, de Broederschap van Jesus Caritas en de Vrouwengemeenschap van Charles de Foucauld.

Een bewogen leven

Charles de Foucauld werd op 15 september 1858 in Straatsburg geboren. Hij verloor als kind zijn beide ouders en ging samen met zijn zus Marie bij zijn grootouders van moederskant wonen. Na de onrust van de Frans-Pruisische oorlog van 1870 koos het gezin voor Frankrijk en vestigde zich in Nancy. Charles de Foucauld ontving daar zijn eerste communie en vormsel, maar nam in zijn jeugd steeds meer afstand van het geloof.

Hij kiest voor een militaire loopbaan en leidt een onzeker bestaan ​​als luitenant bij de cavalerie. In militaire dienst raakt hij betrokken bij de eerste veldslagen in Algerije, waarheen zijn eenheid werd overgeplaatst. Hij had zijn vriendin Mimi en haar moeder in Parijs achtergelaten, maar bleef hen materieel ondersteuenen. In 1882 verliet de Foucauld het leger omdat het hem niet langer boeide.

Het jaar daarop ging hij op onderzoeksreis naar Marokko en werd daar gefascineerd door de cultuur, de mensen, hun openbare gebedsleven en de woestijn. Terug in Parijs kwam hij in oktober 1886 via zijn nicht Marie de Bondy in contact met Abbé Huvelin, de pastoor van Sint-Augustinus in Parijs, bij hem zoekt hij informatie over God en religie. Later zou hij zeggen: “Vanaf dat moment kon ik niet anders dan mijn leven aan God geven.”

Op een pelgrimstocht in het Heilige Land in het dorp Nazareth realiseert hij zich dat Jezus een eenvoudig leven leidde. Dit mysterie zou Foucauld zijn verdere leven fascineren. Na enkele jaren in de Trappistenorde (1890-1897) te hebben doorgebracht, bracht Foucuald nog drie jaar door als lekenbroeder bij de Clarissen in Nazareth, die hij ondersteunde met huishoudelijke taken en koeriersdiensten. Hier werd zijn verlangen gewekt om priester te worden en zich in te zetten voor de allerarmsten. In 1901 werd hij priester gewijd.

Met toestemming van de koloniale autoriteiten gaat Foucauld dan terug naar de woestijn, waar hij in dienst is van de apostolische administrator. Hij vestigde zich eerst in Benni Abbés in het westen van Algerije, vlakbij de Marokkaanse grens, en wijdde zich vanaf 1905 aan de nomadische Toearegs. Later verhuist hij naar Tamanrasset in het zuiden. Gedurende de elf jaar dat hij daar werkte, werd Charles de Foucauld de marabout, zoals de Toearegs hun eigen moslimheiligen noemen. Toen hij een keer scheurbuik kreeg, redde de lokale bevolking hem met melk. Bij het onderzoeken van de cultuur van de Toearegs vond de Foucauld nu ‘zijn’ geloof, ‘zijn’ Nazareth, dat niet langer aan één plaats gebonden is, maar dat het hoofdkenmerk van zijn geloof wordt.

Op 1 december 1916 stierf Charles de Foucauld bij een aanval op zijn hermitage in Tamanrasset. In 2005 werd hij door paus Benedictus XVI zalig verklaard. 

bron: Vatican News