Wij gaan naar Rome

In de tweede week van november gaan de Nederlandse bisschoppen naar Rome. Wij bezoeken de graven van de apostelen  Petrus en Paulus, vieren op verschillende plekken de Eucharistie en hebben een volle week tal  van ontmoetingen met de naaste  medewerkers van de paus en  met paus Franciscus persoonlijk.  Dit bezoek is door de coronaperikelen al twee keer uitgesteld  maar nu gaat het toch gebeuren. Het bezoek aan de Eeuwige Stad  nodigt uit om pas op de plaats te  maken. Indringende vragen dringen zich op: wat is de actuele  kerkelijke stand van zaken? Wat  is de toekomst van het kerkelijk  leven in ons land? Heel belangrijk is ook de vraag welk leider schap de Kerk nodig heeft. Ik  denk dan ook heel bijzonder aan  de invulling van mijn eigen ambt  van bisschop. 

Nabij leiderschap 

Nederland wordt gekenmerkt  door hoge welvaart en hoge scholing. Mede door deze ontwikkelingen wordt onze samenleving getekend door individualisering, een diep verlangen naar  inspraak en, niet in de laatste  plaats, door een snelle morele  liberalisering. Hoe kunnen wij  als Kerk op deze stand van zaken adequaat reageren? Mede door de individualisering krimpen de  parochies. In tal van families  lukt het niet meer om de jongere generatie kerkelijk te socialiseren. Nog spannender vind ik  de geloofsinhoudelijke crisis.  Veel katholieken kunnen hun geloof niet goed onder woorden  brengen. God is ver weg en zij  leven onder een gesloten hemel.  Hoe moet ik als bisschop daarop  reageren? Mij lijkt een nabij leiderschap de enige vruchtbare  weg. Een en ander impliceert  een voortdurende bereidheid om  met gelovigen in gesprek te gaan in combinatie met een concentratie op Christus en zijn Evangelie. In het huidige Nederland,  waar zelfbeschikking en mondig heid belangrijke waarden zijn,  worden hedendaagse religieus  zoekende mensen afgeschrikt  door kerkelijk ritualisme en juristerij. De meeste katholieken  waarderen de geloofsgemeen schap op warmte en geloofsinspiratie en denken niet in termen van juridische geldigheid.  Als een kerkleider dat laatste  toch doet, staat hij alleen al  communicatief direct op achterstand. Ontmoeting en hartelijk heid zijn onontbeerlijk om mensen werkelijk te bereiken.  

Onze paus als voorbeeld 

Ik beleef het beleid van paus  Franciscus als een aansporing om  als bisschop mensen nabij te  zijn. Christelijk geloof is allereerst een relationeel geloof. De  christelijke waarheid is immers  een persoon, Jezus Christus zelf.  Tot geloof komen vraagt om een  procesmatig denken. Na een proces van inwijding kunnen men sen uiteindelijk de geloofssprong  maken en bij Christus oriëntatie  vinden voor hun leven. Een bisschop heeft meerdere taken. Hij  moet als leraar de overgeleverde  kerkleer behoeden maar is tege lijk ook pastor voor zijn mensen.  De combinatie van leraar en her der is niet altijd gemakkelijk.  Een kerkelijke leraar doet er in  onze dagen verstandig aan om  dat leraarschap pastoraal gestalte te geven zonder overigens  de waarheid van het christelijk  geloof te verloochenen. Tegen  die achtergrond moet iedere bisschop af en toe een grens aangeven. Een en ander vraagt echter  om grote pastorale voorzichtig heid en wijsheid  

Oecumenische openheid  Veel jongeren, maar ook ouderen, zien geen enkele reden om  zich met een parochie te verbinden. Op een breed front is er  een crisis in de overdracht van  het geloof. Vanuit dat gegeven  wil ik omwille van de voortgang  van het Evangelie grote prioriteit geven aan het zoeken naar  nieuwe vormen van gemeenschapsvorming. In dat kader  vraagt kerkelijk leiderschap, naar mijn diepste overtuiging,  ook om oecumenische betrok kenheid. Als minderheden zijn  christenen van verschillende tradities geroepen om te blijven  zoeken naar meer eenheid  rondom de levende Christus. Zo hoop ik over de ontwikkelingen  in mijn bisdom met de paus te  spreken. 

Mgr. dr. Gerard de Korte

Nieuwsbrief Bisdom Den Bosch 4 november 2022

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *