Ex-gedetineerde: ‘We hebben elkaar nodig’

Hij stond op straat met niks. Een koffertje met kleren en een kooi met een kanarie, dat was wat Wim (70) na dertien maanden detentie nog had. En voor zich een toekomst in een vreemde stad. Vrijwilligers van het maatjesproject hielpen hem zijn leven weer op te pakken.

Die kanarie, dat werd Wims maatje in de cel. Ze woonde op een afdeling voor mensen met psychische problemen, maar mocht daar niet los. Bij Wim wel, dus hij kreeg haar. En toen hij vrijkwam, ging ze mee. “Dat is het enige positieve dat ik eruit heb gehaald”, zegt Wim over zijn detentie. “Ze bindt zich enorm aan mij.”

Voor de rest was het verblijf in de PI Leeuwarden (penitentiaire inrichting) wat hem betreft de eerste en de laatste keer. Zijn leven stond op zijn kop toen hij werd opgepakt, de banden met zijn familie zijn verbroken, zijn bezittingen is hij kwijt en een bewindvoerder waakt over zijn financiën.

Zelf koos Wim voor een gevangenis ver weg om zijn straf uit te zitten. In Leeuwarden, de stad waar hij een nieuwe toekomst wilde gaan beginnen en waar hij zich al had ingeschreven voor een woning. Dat is zijn geluk geweest, want hij kon direct door naar een eigen flat.

EVEN DE STAD IN

Zo zelfredzaam is niet elke ex-gedetineerde, weet coördinator Feike Kooistra van het maatjesproject. “Sommigen zijn heel terughoudend en stappen zelf niet snel ergens op af. Of ze gebruiken middelen en vallen terug in oude patronen. Dan is het heel belangrijk dat er wekelijks iemand langskomt voor een praatje, om even de stad in te gaan en een vinger aan de pols te houden.”

Maar ook voor Wim – die in de gevangenis al code groen kreeg vanwege voorbeeldig gedrag – was de overgang van ‘binnen’ naar ‘buiten’ enorm. “Als je een tijdje gezeten hebt, heb je echt hulp nodig”, stelt hij. “Ik ging van niks naar een heleboel. Het was onstuimig.”

En dan gaat het ook over heel praktische zaken. Een koelkast bijvoorbeeld, waar haal je die zo snel vandaan? Een nieuwe fiets? Een kunstgebit? En vooral: hoe betaal je dat, als je van een klein beetje leefgeld moet rondkomen?

VOOR EEN HABBEKRATS

Met een vrijwilliger van het maatjesproject maakte Wim al tijdens zijn detentie een lijstje van wat hij nodig dacht te hebben. Eenmaal buiten, nam zij hem mee naar een loods waar hij voor een habbekrats een gerepareerde weesfiets op de kop tikte. Ook regelde ze een tandarts die – in de woorden van Wim – “als mens reageert”.

Zelf is Wim nu zo ver dat hij ook anderen wil helpen. Drie dagen per week rijdt hij taxiritjes met de wijkauto voor bewoners die geen eigen vervoer hebben ­– een dankbaar initiatief. “Hulp is voor iedereen belangrijk”, meent hij. “Mijn vader reed ook vaak mensen van A naar B. We hebben elkaar altijd nodig, je kunt het niet alleen.”

De naam Wim is op verzoek van de geïnterviewde gefingeerd.

bron en beeld: solidair Friesland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *