‘Goedemorgen, meneer ekster…’

Februari…, maart…, 20 maart…, begin van de lente!. Ik tel de dagen af.
Ik ben februari zat: te nat, te grijs, te sombertjes. Echt, een verschrikkelmaand…

De maanden van het jaar zijn de eeuwen door thema’s voor beeldende kunstenaars en dichters
geweest.
Zo ontdekte ik dat Folgoré da San Gimignano een krans van twaalf sonnetten heeft
geschreven; één over elke maand van het jaar. Na meer dan vijftien jaar in Italië te hebben gewoond ken ik San Gimignano goed, bijgenaamd het Manhattan van Toscane vanwege de vele middeleeuwse torens in het stadje.Maar van Folgoré had ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord.
Zijn echte naam was Giacomo, of Jacopo di Michele, geboren in 1270 en gestorven in San
Gimignano in 1332. Hij schreef ook over februari een prachtig sonnet en roept daarin taferelen op die je ook op de winterlandschappen van Pieter Bruegel de Oude ziet.

De veel geprezen dramaturg/vertaler Dolf Verspoor (1917-1994) heeft de gedichten van Folgoré vertaald, zoals Februari:

Ik laat je in februari beren jagen
in een bevroren bergkloof grauw en grijs,
met lekke laarzen over dooiend ijs
ten prooi aan sneeuwjachten en regenvlagen.
Wat de een leuk vindt, zal de ander niet behagen:
knechten die koppig zijn en eigenwijs
herbergiers die uit zijn op een woekerprijs
en vrouwen die wol spinnen, alle dagen.
En eenzaam in dat winterse domein
diep zuchten om ’t verdriet waarin je leeft
en drinken van de bittere appelwijn,
terwijl de stormwind woedt en de aarde beeft,
zonder veel schade, maar met zulk een kracht
dat je geen ook meer dichtdoet heel de nacht.

Het is pas, nòg februari maar de koolmeesjes zoeken rond ons terras kennelijk al naar een
nestelplekje. Ik zou ze willen toeroepen: ‘Ho, ho, kalm aan. Maart moet z’n staart nog roeren en april gaat
doen wat ‘ie wil, dus wacht nog even. Pas in mei verwachten we van jullie een ei’.
Er gaat geen dag voorbij of ik zie in ons plantsoen, behalve die meesjes, ook eksters.
Ik kijk er altijd met een vreemd soort bewondering naar. Ze schijnen intelligent te zijn, maar
hebben in de westerse wereld de reputatie dat ze pech en ongeluk voorspellen. Terwijl
Chinezen juist vinden dat eksters geluk brengen.

Er wordt verteld dat eksters de enige vogels waren die niet treurden om de kruisiging van
Jezus en dat ze het verdomden om bij Noach in de ark te kruipen. Ze kozen ervoor om
krassend op het dak van die ark te blijven zitten, luid lachend om de ondergang van de wereld.
Zoals sommige mensen slapeloze nachten kunnen hebben als ze een zwarte kat voor zich zien
oversteken, zo zijn veel Engelsen ervan overtuigd dat je ’n ekster maar beter respect kunt
tonen om mogelijk onheil te voorkomen. Bijvoorbeeld door ‘m beleefd te groeten: ‘Good
morning, your Lordship. How is your wife today?’, of door drie keer achter elkaar over je
rechterschouder te spugen. Tja…

Eksters zie je meestal in groepjes en ’n Engels (kinder)rijmpje zegt wat het betekent als je
meerdere eksters tegelijk ziet:

Eén is voor droefheid, twee is voor vreugde,
drie is voor ’n bruiloft, vier is een geboorte.
Vijf is voor rijkdom, zes voor armoe,
zeven is voor een heks, meer kan ik niet vertellen…

Ik ben niet zo bijgelovig om meteen aan kommer en kwel, ellende en rampspoed te denken als
ik ’n ekster zie. Ook al omdat sommige eksters zelf niet aan tegenspoed ontkomen, zoals puntdichter Kees Stip ( 1913-2001) noteerde:

Een knap ekstertje uit Groet
al jarenlang in Hollywood,
kan bij geen studio meer terecht:
haar eksterogen werden slecht.
Omdat een bril maar lelijk staat,
staat zij als ex-ster nu op straat.

beeld: https://www.faunabeheereenheid.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *