Pauluspreek

Het bisdom ‘s-Hertogenbosch organiseerde vorig jaar, tijdens het Paulusjaar, een preekwedstrijd. Men kon kiezen uit drie fragmenten uit de Romeinenbrief. De wedstrijd werd uiteindelijk afgelast, wegens te weinig deelname. Paul ten Hacken, de missiesecretaris van het bisdom stuurde ons zijn preek toe, n.a.v Romeinen 12, 9-21. In De Roerom is een samenvatting te lezen, hier op de site vindt u de volledige tekst van Paul. Uw commentaar is welkom en zullen we graag doorgeven aan de auteur.


Paulus

Uw liefde moet oprecht zijn. Verfoei het kwaad, houd vast aan het goede. Bemin elkaar hartelijk met broederlijke liefde. Probeer elkaar in beleefdheid te overtreffen. Laat uw ijver niet verflauwen, wees vurig van geest, dien de Heer. Laat de hoop u blij maken, houd stand in de verdrukking, volhard in het gebed. Draag bij voor de noden van de heiligen, leg u toe op gastvrijheid. Zegen hen die u vervolgen; u moet hen zegenen in plaats van hen te vervloeken. Wees verheugd met hen die zich verheugen, en huil met hen die huilen. Leef in harmonie met elkaar. Wees niet hooghartig, maar wijd u aan eenvoudige taken. Houd uzelf niet voor wijs. Vergeld niemand kwaad met kwaad. Heb het goede voor met alle mensen. Leef, voorzover het in uw macht ligt, met alle mensen in vrede. Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat dat over aan Gods toorn. Er staat immers geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal vergelden, zegt de Heer. Als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten. Als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Zo immers stapelt u vurige kolen op zijn hoofd. Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. (Romeinen 12,9-21)

P R E E K

Broeders en zusters, vrienden20

Nog niet zo lang geleden kreeg ik een eigenaardige brief in handen. Een verrassende en schokkende brief van vier kantjes, grote letters, niet eens aan mij persoonlijk gericht. Die krijg je niet vaak meer tegenwoordig, handgeschreven brieven. Nu kijk ik een paar keer per dag in mijn ‘inbox’ om te zien of ik nieuwe digitale post heb ontvangen. Iemand aan de andere kant van de wereld denkt aan jou en ‘ploep’ daar is het bericht al binnen.

Tot pakweg tien jaar geleden was ik zelf een fanatieke brievenschrijver. Brieven, hét middel om gedachten en emoties over te brengen aan naaste vrienden en familie. Brieven als gebeden, vol lof en dank en met af en toe een bescheiden vraag. Ik schreef talloze rondzendbrieven vanuit Brazilië. Daarmee stond ik in een traditie. Vele generaties missionarissen en migranten vóór mij schreven schoenendozen vol. Dierbare brieven die je overleest en met liefde bewaart. 

Terug naar de rare brief die ik een dezer dagen ontving. Zoals de missie omgekeerd is – hier in het bisdom werken nu priesters uit Brazilië, India en Indonesië – was dit een ‘omgekeerde’ brief van een ‘bekeerde’ Afrikaan, gericht aan Europese oud-missionarissen, die na vele jaren missiewerk teruggekeerd zijn. Ik herhaal: een brief van een Afrikaan aan een oud missionaris. De jonge Afrikaan Faustin is naar Nederland gekomen. In de brief schrijft hij dat hij dankbaar is voor wat de paters en zusters voor hem hebben betekend. Ook dankt hij de mensen in Nederland die deze missionarissen met geld en gebed ondersteunden. Faustin nu is verbaasd over alles wat hij hier tegenkomt. Hij is teleurgesteld. Hij had gehoopt hier een paradijs te vinden. Hier is echter nog veel werk te doen voor de kerk. ‘ Jouw moederkerk, de kerk waar jij vandaan kwam, is ook missiegebied geworden’, schrijft hij.

Ik stel me zo voor dat de brief die de allereerste bekeerde christenen bijna tweeduizend jaar geleden in Rome ontvingen ook een ongewone brief was. Missionaris pater Paul – dat klinkt vertrouwder en minder plechtig dan apostel Paulus – was geen echte bekende van dat kleine groepje aparte mensen in Rome. Deze pater Paul stuurde zomaar een ellenlange brief, waarin hij zegt op bezoek te zullen komen en daarbij ook nog ongevraagd adviezen geeft over hoe een christengemeente dient te leven. De brief kwam van ver, uit Korinthe, en werd door zuster Febe, diaken, persoonlijk overhandigd.

Hoe zo iets voor te stellen hier in Den Bosch twintig eeuwen na de geboorte van die eerste missionaris? Stel, er komt vandaag 20een elektronisch bericht binnen op het bisdombureau aan de Parade. De mail komt uit Indonesië en bevat instructies van een missionaris. Deze relatief jonge monseigneur komt binnen afzienbare tijd voor het eerst naar Nederland, waar hij de nieuwe leider van de lokale kerk, zeg maar bisschop van Den Bosch wordt. Levend in de tropen temidden van honderden miljoenen moslims, zet hij in de ‘message’ uitvoerig uiteen hoe hij denkt over kerk-zijn. Bovendien wijst hij op de evangeli sche plicht om dit project financieel te ondersteunen. Zou een dergelijk bericht niet een groot verrassingseffect hebben?! Geloof me, zelfs gelovigen zouden met hun oren staan te klapperen van ongeloof. Zo moet ook de brief van Paulus destijds als een bom ingeslagen zijn bij de christenen in Rome.

Wij kerkbetrokken katholieken denken veel na over hoe we anderen kunnen bereiken. Paulus, de apostel van de volkeren, wilde ook zoveel mogelijk mensen bereiken. Hij deed dat met de middelen van zijn tijd. Met brieven, bezoeken en veel retoriek. Meer nog dan de dorpse Jezus was de stadse Paulus een echte woordkunstenaar. Bij Jezus geen filosofische of belerende beschouwingen, maar verhalen van ontmoetingen op het land. Jezus wikkelde zijn boodschap in beeldende parabels, die nu nog kracht hebben. Neem het verhaal van De rijke man en de arme Lazarus, dat bij de evangelist Lucas te vinden is. Er was eens een rijke man en een bedelaar die Lazarus heette. Beiden gaan dood. In het dodenrijk wordt de een, de rijke, gekweld terwijl de ander, Lazarus, het goed heeft naast Abraham. De parabel is een oproep om je nog tijdens dit leven te bekeren en goed te doen. De boodschap van de verzen uit de Romeinenbrief is in wezen hetzelfde. Alleen de verpakking is anders. Paulus gelooft net als Lucas dat het de hoogste tijd is om als christenen in vrede te leven, onder elkaar en met je vijanden. Zo komt hij tot de stichtelijke verzen, die wij zojuist gehoord hebben. Het idee erachter is net als in de parabel over Lazarus: verbeter je leven, nu kan het nog! Het lijkt een onmogelijke opdracht, een utopie, maar het moet wel gezegd worden. Ja, hoe krijg je mensen zo ver dat ze hun leven beteren en zich bekeren? Hoe krijg je mensen zo ver dat ze luisteren naar de waarschuwingen van profeten en predikheren?

20In tijden van crises, zoals we die nu beleven, ja juist in tijden van crises, staat ons als gelovige katholieken wat te doen. Alleen het aanhoren van een opsomming van een vijftiental vredesgeboden brengt nog geen hemel op aarde. Hoe mooi en krachtig preker Paulus ze ook formuleert. Het mag niet bij mooie woorden blijven. Liefde, zorg, gastvrijheid en vrede zijn werk-woorden, woorden om te leven. Liefde, geloof en vrede vragen om geuit te worden. Ze gaan pas leven als ze handen en voeten krijgen. Kleine praktische uitingen van liefde zijn veel waard!

Hierop aansluitend zou ik willen pleiten voor meer nadruk in onze liturgische vieringen op de vredesgroet. Evenals vele andere liturgische formuleringen is de vredesgroet geworteld in de oudste Nieuw Testamentische geschriften, de brieven van Paulus. Paulus kende de waarde van een doorleefde, uitvoerige, dankbare groet. In die traditie staan wij. Als wij elkaar, dadelijk weer, de vrede wensen en elkaar daarbij aankijken en aanraken met een handdruk, kus of omhelzing, komt de vrede daadwerkelijk een stukje dichterbij. Dan kunnen we met Franciscus vurig bidden: ‘Heer, maak mij tot een instrument van uw vrede.’  Als je liefde geeft, ontvang je liefde. Zo simpel is het.
Nu maar wachten op die verrassende brief, misschien een e-mail, waarin staat dat alles anders zal zijn. Een brief die ons vraagt om nu al te beginnen met liefhebben, zegenen, groeten en vrede wensen. Daarmee zetten we een goede traditie voort, die tweeduizend jaar geleden met Paulus begon. Met de groeten van Paulus. Laten we er maar meteen zelf mee beginnen: broeders en zusters, ik groet jullie allemaal van harte! Een lieve omhelzing! ‘De genade van onze Heer Jezus Christus zij met u allen.’ Amen.

20

Ikonen uit: Geert Hüsstege en Cor Sinnema,

Was getekend Paulus

Berne 2009


Niet gecategoriseerd