Zo zijn onze manieren, een voorbeeld van kerkelijk handelen in Utrecht

 

Nelly Stienstra is vooral bekend geworden in katholiek Nederland en in het aartsbisdom als een vertegenwoordigster van de behoudende vleugel in de katholieke Kerk. Zij was nauw betrokken bij het Contact Rooms Katholieken, de tegenhanger van de Acht Mei Beweging. Het CRC beweerde steeds dat de dialoog met de bisschoppen zo goed liep en dat de AMB en andere – in hun ogen- nieuwlichters de oorzaak waren van de polarisatie in de kerk. Maar nu is Stienstra zelf het slachtoffer geworden van problemen met aartsbisschop Eijk. In persoonlijke zin moet dit een trieste zaak zijn, daarom geen reden tot leedvermaak, maar wel tot bezinning op de kwaliteit en de bedoelingen van een kerkelijk leider om zo op te treden.

Persverklaring Nelly Stienstra

“Persverklaring Nelly Stienstra naar aanleiding van het besluit van aartsbisschop Eijk dat ik per onmiddellijk mijn vrijwilligerswerk in de metropolitane kathedraal van St. Catharina te Utrecht dien te staken.

Op Oudejaarsavond hoorde ik van de celebrant in de kathedrale Salvatorparochie van Utrecht dat het mij met onmiddellijke ingang niet meer was toegestaan vrijwilliger te zijn in de kathedrale kerk. Ik ben parochiaan en vrijwilliger van deze parochie sinds 1988. De laatste jaren ben ik voornamelijk actief als lector en als coördinator van de Willibrordprocessie en de bedevaart naar Echternach. In het verleden heb ik ook de openstelling van de kathedraal op zaterdag gecoördineerd en ben ik bij verschillende officiële aangelegenheden opgetreden als gastvrouw. Vorig jaar ben ik begonnen met de zogenaamde Catharinalunch, op de laatste zondag van november, een activiteit die dit jaar niet doorging vanwege de grote onrust in de parochie, veroorzaakt door de sluiting van het Ariënskonvikt en de totaal onverwachte overplaatsing van pastoor Schnell, die recent, op 1 november 2008, plechtig was geïnstalleerd als pastoor en plebaan.

Weliswaar was ik op 22 december benaderd door de personeelschef van het aartsbisdom, die bij mij thuis langs wilde komen. Hij deed de mededeling dat ik niet langer als vrijwilliger in de kathedrale parochie actief zou mogen zijn. De personeelschef was niet in staat dit besluit aan mij toe te lichten. Daarop heb ik hem gevraagd om schriftelijke bevestiging van de mededeling met toelichting en tevens voorgesteld dat er eerst een gesprek tussen de aartsbisschop en mij onder vier ogen zou plaatsvinden. Ik ken de aartsbisschop namelijk goed en hij heeft mij met name in de afgelopen twee jaar bij herhaling thuis bezocht. Daarna heb ik niets vernomen totdat mij direct voor de H. Mis op 31 december 2009 ‘s avonds door de celebrant, die een kopie had ontvangen van de brief van de aartsbisschop, die mij nog niet had bereikt, werd aangezegd dat ik niet als lector mocht optreden. Er was geen andere lector aanwezig.

Noch uit het gesprek met de personeelschef, noch uit de brief die ik inmiddels via derden heb moeten ontvangen, is mij duidelijk geworden wat mij nu in concreto wordt verweten. De brief van de aartsbisschop is gericht aan een niet bestaand huisnummer. Ik kan mij daarop dus ook nu nog niet naar behoren verweren. Verre werp ik van mij de suggestie, gewekt in deze brief, dat ik de eredienst zou hebben verstoord en dat het mij zou ontbreken aan loyaliteit jegens het bisschopsambt..

De aartsbisschop heeft niet het principe van hoor en wederhoor toegepast alvorens te beslissen. Ik betreur dat de aartsbisschop het persoonlijk contact met mij uit de weg is gegaan. Naar ik heb begrepen heeft hij evenmin degenen die ter kennisname de brief wel toegezonden hebben gekregen voorafgaand naar hun opvatting gevraagd.

Ik acht het besluit van de aartsbisschop onjuist en grievend. Ik beraad mij thans met mijn adviseurs over daartegen te ondernemen actie en leg mij niet neer bij het besluit van de aartsbisschop, dat ik in mijn eigen parochie na 21 jaar niet meer actief mag zijn. Ik hoop en bid dat de aartsbisschop alsnog tot betere inzichten komt”.