Het Vaticaan en de media -water en vuur

De journalist Frans Wijnands is een van de weinig Nederlandse journalisten die goed is ingevoerd in katholieke thema’s. Jarenlang woonde hij in Italie, wat hem de gelegenheid gaf om zich  goed op de hoogte te stellen en geïnformeerd te blijven van de ontwikkelingen in het Vaticaan. Bijgaand artikel van hem verscheen in het Friesch Dagblad, een van de weinige kranten die zich inspant voor een correcte berichtgeving over religie. Met zijn toestemming plaatsen wij het.

Normaal gesproken zou de rooms-katholieke kerk dik tevreden moeten zijn met de zendtijd en tekstkolommen die de media – wereldwijd – de laatste tijd inruimen voor kerk en paus. Maar het is negatieve publiciteit, over kindermisbruik door eigen bedienaren. Sommige zielzorgers, bij wie kinderen zich bij uitstek geborgen zouden moeten voelen, bleken in de praktijk onvervalste pedofielen. De overheersende reactie in medialand was van stond af aan: zie je wel; altijd wel gedacht!

Behalve aan berichtgeving doen de media ook aan commentariëring. Logisch, want nieuws en commentaar zijn broer en zus. Net als onderwijs en onderzoek, net als hoor en wederhoor.
De teneur van veel commentaren neigt bij voorbaat naar een totaalveroordeling van de rooms-katholieke kerk; een soort van afrekening.
Die enkele notoire pedofielen in toog en pij lijken de rechtvaardiging om het hele instituut kerk – en vooral de(ze) paus – aan de schandpaal te nagelen. Want ook inzake anticonceptie, abortus, euthanasie en homo’s is ‘Rome’ immers conservatief en niet van deze wereld.

Van een traditioneel anti-paapse krant als de NRC kun je een bijna verbeten vasthoudendheid verwachten als het gaat om de ontmaskering van schijnheilige priesters. Dat is een herkenbaar deel van de NRC-identiteit.Veel regionale – van oorsprong katholieke – kranten bewijzen daarentegen een totaal gebrek aan welke identiteit dan ook. Alleen om fusies of ontslagen te voorkomen wordt de intussen kleurloos geworden identiteit heilig verklaard.
Het zou interessant zijn te meten hoeveel millimeters deze kranten de afgelopen tientallen jaren hebben besteed aan kerkelijk nieuws en duidende achtergrondverhalen, in vergelijking met de pagina’s aandacht die het negatieve nieuws de laatste tijd krijgt. Indachtig het kennelijk vrijpleitende motto dat nieuws nu eenmaal nieuws is.
Het onbeholpen, onverstandige en onbegrijpelijke citaat van emeritus-kardinaal Simonis (“Wir haben es nicht gewusst”) wordt er terecht uit gepikt, maar de brief van bisschop De Korte over het standpunt van de Nederlandse bisschoppen wordt afgedaan met een mini-citaat. Of gewoon genegeerd. Niet interessant.., maar wel wezenlijk in de totaalberichtgeving.
Daarom publiceerde het Friesch Dagblad die brief integraal; in de beste traditie van hoor en wederhoor. Als een krant op protestantse grondslag een bisschoppelijke brief inzake kindermisbruik afdrukt is dat een juiste redactionele keuze omdat het bijdraagt tot een betere oordeelsvorming van de lezers.
Niet alleen de doopceel van voorheen kardinaal Ratzinger lichten, maar ook zijn ingrijpen als paus inzake kindermisbruik bélichten.

De media hebben de RK-kerk herontdekt; eigenlijk voor ‘ t eerst sinds de mediagekte rond het overlijden van paus Johannes Paulus II en de keuze van zijn opvolger. Is het omgekeerd ook zo of werkt het Vaticaan onverstoorbaar met een propagandistisch en wereldvreemd voorlichtingssysteem? Preken voor eigen straatje is niet onlogisch voor een kerk. Maar is het Vaticaan mede daardoor in journalistiek opzicht zo wereldvreemd?
Ja en nee.
De Kerk beschikt over een verbluffend fijnmazig, mondiaal (audiovisueel) informatiesysteem waarmee het de eigen boodschap uitdraagt. In technisch opzicht is het volledig bij de tijd. Daarnaast heeft het Vaticaan al vele tientallen jaren een persvoorlichter, tevens hoofd van het informatiecentrum waar journalisten het nieuws van de dag komen ophalen; de Sala Stampa, de perszaal. Alles wat de Kerk te melden heeft loopt via dat centrum, op de hoek van het Sint Pietersplein. Elke dag nieuwsbulletins, integrale teksten, documenten en regelmatig persconferenties. Niks wereldvreemds aan. Maar wezenlijk is wie daar de leiding heeft en met welke opdracht.

Eind vorige eeuw hebben journalisten die perszaal jarenlang letterlijk links laten liggen. Ze gingen liever twee straten verder in het hoofdkwartier van de Jezuïeten te rade. Die waren niet alleen uitstekend geïnformeerd maar ook veel meedeelzamer dan de klerken in het Vaticaanse perscentrum.
Paus Johannes Paulus II heeft een einde gemaakt aan die voorlichtingsactiviteiten van de Jezuïeten, maar tegelijk het officiële Vaticaanse voorlichtingsapparaat bij de tijd gebracht. Mediagevoelig als hij was, zocht en vond die paus een voorlichter die hem zowel begreep, als aanvulde. Een leek, arts en gerespecteerd Vaticaans correspondent van een Spaanse krant. Die journalist, Navarro Valls, maakte van de Vaticaanse voorlichting een modern informatiecentrum. Hij ging geen vraag uit de weg, bood de transparantie die de paus wenste, speelde soepel in op wat pers, radio en tv logistiek wilden, en gaf vaak al antwoord op vragen voordat journalisten die hadden gesteld.

Dat was tot vijf jaar geleden zo. Toen kwam Benedictus. Terwijl zijn voorganger op elke camera en microfoon afliep, liep Benedictus er het liefst met een grote boog omheen. In plaats van een journalistiek gevoelige leek als woordvoerder aan te stellen, viel hij terug op de beproefde traditie om een priester – een Jezuïet – te benoemen als hoofd van de Vaticaanse persdienst. Welbespraakt, maar weinig zeggend.
Het Vaticaan doet sindsdien weinig anders dan defensief antwoorden op vragen over incidenten. Terwijl het ook zou kunnen en moeten anticiperen op elke voorspelbare golf van mediabelangstelling door verhelderende, afdoende informatie en documentatie bij de hand te hebben. De aanval kiezen, er op vertrouwend dat serieuze media daar serieus kennis van willen nemen in plaats van elkaar, zonder bronnenkennis, te citeren.
Onder deze mediaschuwe paus doet het Vaticaan een stap terug. En is weer terug bij af, terug in de eeuwigheid…. Dat is qua voorlichtingsstrategie een verkeerde keuze en dus een gemiste kans.
Natuurlijk mag de kerk klagen over modderjournalistiek, maar dan moet je wel wat anders hebben dan wijwater om de eigen – en pas daarna andermans – riolen door te spoelen.
Frans Wijnands
vrijdag 02 april 2010De journalist Frans Wijnands is een van de weinig Nederlandse journalisten die goed is ingevoerd in katholieke thema’s. Jarenlang woonde hij in Italie, wat hem de gelegenheid gaf om zich  goed op de hoogte te stellen en geïnformeerd te blijven van de ontwikkelingen in het Vaticaan. Bijgaand artikel van hem verscheen in het Friesch Dagblad, een van de weinige kranten die zich inspant voor een correcte berichtgeving over religie. Met zijn toestemming plaatsen wij het.

Normaal gesproken zou de rooms-katholieke kerk dik tevreden moeten zijn met de zendtijd en tekstkolommen die de media – wereldwijd – de laatste tijd inruimen voor kerk en paus. Maar het is negatieve publiciteit, over kindermisbruik door eigen bedienaren. Sommige zielzorgers, bij wie kinderen zich bij uitstek geborgen zouden moeten voelen, bleken in de praktijk onvervalste pedofielen. De overheersende reactie in medialand was van stond af aan: zie je wel; altijd wel gedacht!

Behalve aan berichtgeving doen de media ook aan commentariëring. Logisch, want nieuws en commentaar zijn broer en zus. Net als onderwijs en onderzoek, net als hoor en wederhoor.
De teneur van veel commentaren neigt bij voorbaat naar een totaalveroordeling van de rooms-katholieke kerk; een soort van afrekening.
Die enkele notoire pedofielen in toog en pij lijken de rechtvaardiging om het hele instituut kerk – en vooral de(ze) paus – aan de schandpaal te nagelen. Want ook inzake anticonceptie, abortus, euthanasie en homo’s is ‘Rome’ immers conservatief en niet van deze wereld.

Van een traditioneel anti-paapse krant als de NRC kun je een bijna verbeten vasthoudendheid verwachten als het gaat om de ontmaskering van schijnheilige priesters. Dat is een herkenbaar deel van de NRC-identiteit.Veel regionale – van oorsprong katholieke – kranten bewijzen daarentegen een totaal gebrek aan welke identiteit dan ook. Alleen om fusies of ontslagen te voorkomen wordt de intussen kleurloos geworden identiteit heilig verklaard.
Het zou interessant zijn te meten hoeveel millimeters deze kranten de afgelopen tientallen jaren hebben besteed aan kerkelijk nieuws en duidende achtergrondverhalen, in vergelijking met de pagina’s aandacht die het negatieve nieuws de laatste tijd krijgt. Indachtig het kennelijk vrijpleitende motto dat nieuws nu eenmaal nieuws is.
Het onbeholpen, onverstandige en onbegrijpelijke citaat van emeritus-kardinaal Simonis (“Wir haben es nicht gewusst”) wordt er terecht uit gepikt, maar de brief van bisschop De Korte over het standpunt van de Nederlandse bisschoppen wordt afgedaan met een mini-citaat. Of gewoon genegeerd. Niet interessant.., maar wel wezenlijk in de totaalberichtgeving.
Daarom publiceerde het Friesch Dagblad die brief integraal; in de beste traditie van hoor en wederhoor. Als een krant op protestantse grondslag een bisschoppelijke brief inzake kindermisbruik afdrukt is dat een juiste redactionele keuze omdat het bijdraagt tot een betere oordeelsvorming van de lezers.
Niet alleen de doopceel van voorheen kardinaal Ratzinger lichten, maar ook zijn ingrijpen als paus inzake kindermisbruik bélichten.

De media hebben de RK-kerk herontdekt; eigenlijk voor ‘ t eerst sinds de mediagekte rond het overlijden van paus Johannes Paulus II en de keuze van zijn opvolger. Is het omgekeerd ook zo of werkt het Vaticaan onverstoorbaar met een propagandistisch en wereldvreemd voorlichtingssysteem? Preken voor eigen straatje is niet onlogisch voor een kerk. Maar is het Vaticaan mede daardoor in journalistiek opzicht zo wereldvreemd?
Ja en nee.
De Kerk beschikt over een verbluffend fijnmazig, mondiaal (audiovisueel) informatiesysteem waarmee het de eigen boodschap uitdraagt. In technisch opzicht is het volledig bij de tijd. Daarnaast heeft het Vaticaan al vele tientallen jaren een persvoorlichter, tevens hoofd van het informatiecentrum waar journalisten het nieuws van de dag komen ophalen; de Sala Stampa, de perszaal. Alles wat de Kerk te melden heeft loopt via dat centrum, op de hoek van het Sint Pietersplein. Elke dag nieuwsbulletins, integrale teksten, documenten en regelmatig persconferenties. Niks wereldvreemds aan. Maar wezenlijk is wie daar de leiding heeft en met welke opdracht.

Eind vorige eeuw hebben journalisten die perszaal jarenlang letterlijk links laten liggen. Ze gingen liever twee straten verder in het hoofdkwartier van de Jezuïeten te rade. Die waren niet alleen uitstekend geïnformeerd maar ook veel meedeelzamer dan de klerken in het Vaticaanse perscentrum.
Paus Johannes Paulus II heeft een einde gemaakt aan die voorlichtingsactiviteiten van de Jezuïeten, maar tegelijk het officiële Vaticaanse voorlichtingsapparaat bij de tijd gebracht. Mediagevoelig als hij was, zocht en vond die paus een voorlichter die hem zowel begreep, als aanvulde. Een leek, arts en gerespecteerd Vaticaans correspondent van een Spaanse krant. Die journalist, Navarro Valls, maakte van de Vaticaanse voorlichting een modern informatiecentrum. Hij ging geen vraag uit de weg, bood de transparantie die de paus wenste, speelde soepel in op wat pers, radio en tv logistiek wilden, en gaf vaak al antwoord op vragen voordat journalisten die hadden gesteld.

Dat was tot vijf jaar geleden zo. Toen kwam Benedictus. Terwijl zijn voorganger op elke camera en microfoon afliep, liep Benedictus er het liefst met een grote boog omheen. In plaats van een journalistiek gevoelige leek als woordvoerder aan te stellen, viel hij terug op de beproefde traditie om een priester – een Jezuïet – te benoemen als hoofd van de Vaticaanse persdienst. Welbespraakt, maar weinig zeggend.
Het Vaticaan doet sindsdien weinig anders dan defensief antwoorden op vragen over incidenten. Terwijl het ook zou kunnen en moeten anticiperen op elke voorspelbare golf van mediabelangstelling door verhelderende, afdoende informatie en documentatie bij de hand te hebben. De aanval kiezen, er op vertrouwend dat serieuze media daar serieus kennis van willen nemen in plaats van elkaar, zonder bronnenkennis, te citeren.
Onder deze mediaschuwe paus doet het Vaticaan een stap terug. En is weer terug bij af, terug in de eeuwigheid…. Dat is qua voorlichtingsstrategie een verkeerde keuze en dus een gemiste kans.
Natuurlijk mag de kerk klagen over modderjournalistiek, maar dan moet je wel wat anders hebben dan wijwater om de eigen – en pas daarna andermans – riolen door te spoelen.
Frans Wijnands
vrijdag 02 april 2010

Niet gecategoriseerd